Maandag 9 maart 2020 kwamen ‘koning’ Willem-Alexander en Máxima per regeringsvliegtuig voor staatsbezoek van 10 t/m 13 maart aan in de republiek Indonesië aan. Meegevlogen zijn 5 ministers terwijl 130 Nederlandse bedrijven met een eigen vliegtuig moesten komen om economische missies uit te voeren.
Gevoelloze koning biedt Indonesië excuses aan
Er was op de aankomstdag een vreselijk ongeluk waarbij zeker 2 maar vermoedelijk 10 dodelijke slachtoffers zijn te betreuren i.v.m. een oefening voor het staatsbezoek met een snelle militaire boot. Maar daar heeft de gevoelloze ‘koning’ het niet over. Gaat er gewoon aan voorbij.
Op dinsdag 10 maart bood ´koning´Willem-Alexander op een totaal verkeerd moment, zijn slechts 79 woorden tellende excuses aan voor het excessieve geweld van Nederlandse zijde in Nederlands-Indië. Hij had het er niet over dat ook zijn oranje-familie daarbij was betrokken.
Verder heeft hij het over ‘mijn regering’ maar wist de 2e Kamer ook af van deze onvolledige excuses? De proclamatie (de afkondiging van de Indonesische onafhankelijkheid) was 17 augustus 1945. Gaat de ‘koning’ geheel voorbij aan al het buitensporige geweld van Nederlandse zijde wat voor die datum is gebeurd?
Onderstaand, de vage excuses van de ‘koning’ waarbij Máxima´s gezicht boekdelen sprak:
“Het verleden kan niet worden uitgewist. En moet door iedere generatie opnieuw worden onderkend. In de jaren direct na de Proklamatie volgde een pijnlijke scheiding die veel mensenlevens heeft geëist. In navolging van eerdere uitspraken van mijn regering wil ik u nu m´n spijt uitspreken en excuses aanbieden voor het excessieve geweld van Nederlandse zijde in die jaren. Dat doe ik in het volle besef dat de pijn en het verdriet van de getroffen families nog steeds voelbaar zijn.”
Dagblad Trouw: Excuses koning ongepast, er was ook geweld tegen Nederlanders
Voorafgaand aan dit staatsbezoek onthulde Willem-Alexander 3 weken geleden in de Nieuwe Kerk te Amsterdam een gedenksteen voor Multatuli en opende daarmee het Multatuli-jaar. Dat moet zeker een voorbedachte truc zijn geweest in aanloop naar dit staatsbezoek. De ´oranjes´ zijn er goed in om de pijnlijke geschiedenis uit het koloniale verleden te verexcuseren met woorden als ‘pijnlijke scheiding die veel mensenlevens heeft geëist’. Maar Multatuli had het over de tijd voor de Indonesische onafhankelijkheid. ‘Koning’ Willem-Alexander snapt er weer geen reet van.
Schrijver Eduard Douwes Dekker, alias Multatuli werd 200 jaar geleden geboren en schreef het boek Max Havelaar. Hij beschreef het dagelijks leven op de koffieplantages in voormalig Nederlands-Indië en de wantoestanden in de Nederlandse kolonie.
Prins Bernhard superfout in Indonesië
Er zal tijdens het staatsbezoek o.a. een kranslegging plaatsvinden op de Indonesische begraafplaats Kalibata voor de slachtoffers van oorlogen en in het bijzonder de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949) waarin Willem-Alexanders superfoute opa prins Bernhard een kwalijke rol speelde. Op zijn verzoek vochten honderden ex-Waffen-SS´ers in Indië. lees hieronder een artikel daarover van Gerard Aalders.
OP VERZOEK VAN PRINS BERNHARD HEBBEN HONDERDEN EX-WAFFEN-SS’ERS IN INDIË GEVOCHTEN.
Terwijl prins Bernhard, als bevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten, in september 1944 nog had opgemerkt dat gevangengenomen Nederlandse Waffen-SS’ers beter geëxecuteerd konden worden, kwam hij in 1946 bij minister van Oorlog Jo Meynen met het plan om deze lieden dienst te laten nemen bij de Koninklijke Landmacht om ze voor het herstel van het koloniale gezag naar Nederlands-Indië te sturen.
Aangezien de Waffen-SS’ers nog steeds opgesloten zaten vanwege wandaden tijdens de oorlog zag minister Meynen aanvankelijk helemaal niets in het plan van de Prins, maar omdat Nederland al meer behoefte kreeg aan goed getrainde en ervaren frontsoldaten, die het op dat moment niet ter beschikking had, werd het toch maar in overweging genomen, mits ze geen lid waren geweest van de NSB. Dat blijkt uit regeringsdocumenten uit die tijd. In een memorandum aan minister-president Schermerhorn (PVDA) werd het totaal van de door de Duitsers geoefende Nederlandse soldaten geschat op rond de 30.000 man (Waffen-SS, NSKK en Kriegsmarine) en uit een rapport van het directoraat-generaal voor Bijzondere Rechtspleging uit 1946 bleek dat er van werd uitgegaan dat wie tot de elitetroepen van de Waffen-SS hadden behoord, als bijzonder ervaren en goede militairen werden beschouwd om bij te dragen aan de strijd tegen de ‘Indonesische extremisten’. Na een training van enkele weken in het hanteren van geallieerde wapens konden ze onmiddellijk tot actie overgaan, aldus het rapport.
Een paar maanden later maakten al tientallen Waffen-SS’ers, die een paar jaar daarvoor nog hun leven op het spel hadden gezet voor het in stand houden van Hitlers Derde Rijk, op Java al deel uit van een compagnie Grenadiers en Jagers dat onder bevel stond van luitenant-kolonel Taets van Amerongen.
Een oud-SS’er, die tot 1949 op Java diende, heeft later opgemerkt: “De werkplaats van de Militaire Transportdienst was exact een kopie van de werkplaats zoals ik die had meegemaakt in Jõhvi aan het Oostfront, hier ingericht door lui die het bij de Waffen-SS hadden geleerd”.
Ook had hij in zijn tijd in Indië een aantal van zijn voormalige Oostfrontkameraden teruggezien.
Hieronder de verklaring van de sergeant-KNIL Harry Hammelburg van de inlichtingendienst over de Waffen-SS’ers op West-Java.
Het moet rond de Eerste Politionele Actie geweest zijn, dus juli/augustus 1947. Ik was als inlichtingenman van het KNIL gedetacheerd bij de Grenadiers en Jagers in Tjibadak. Het was een onderdeel van de 7-December Divisie. Op een ochtend zag ik een groep militairen gymnastiekoefeningen doen. Er viel mij iets gek op: onder hun oksel hadden ze allemaal een lelijk litteken. Ik vroeg aan één van die mannen wat dat was. Hij vertelde mij dat op die plek ooit een bloedgroep was getatoeëerd. Op mijn vraag waarom hij en zijn maats zo’n belangrijk gegeven hadden laten wegsnijden ging hij niet in. Een onderofficier die bij die groep hoorde gaf bij navraag een duidelijker antwoord: “Weet je dat niet?” zei hij verbaasd. “Dat zijn voormalige leden van de Waffen-SS. Daar was het verplicht je bloedgroep onder je oksel te laten tatoeëren. Ze zijn bij ons ingedeeld, maar er zitten er nog meer bij andere onderdelen. Ze doen hier dienst in plaats van hun straf uit te zitten”, zei de man zonder enige terughoudendheid. Bij de hoogste baas van de eenheid waar ik de ex-SS’ers had ontdekt, overste Taets van Amerongen, wekte ik grote woede op toen ik om opheldering vroeg: “Daar heb je niets mee te maken. Weg wezen!”, zei hij. Maar ik liet het er niet bij zitten en gelastte de marechaussee een onderzoek in te stellen en kreeg een bevestiging dat het hier inderdaad om voormalige leden van de Waffen-SS ging. Enkele weken later moest ik op de Generale Staf zijn in Batavia. Daar ontmoette ik kolonel Thomson, de rechterhand van generaal Spoor. Ook hij bevestigde het verhaal, maar liet daar onmiddellijk op volgen: “We kunnen hier niets aan doen. Dit is opdracht van Den Haag.” Hetzelfde antwoord dat de marechaussee mij had gegeven.
Harry Hammelburg
Inlichtingendienst NEFIS
Opmerking: Hammelburg, wiens joodse familieleden tijdens de oorlog in Europa allemaal zijn omgekomen, was in maart 1942 op Java door de Japanners krijgsgevangen gemaakt heeft daarna ternauwernood het vege lijf weten te redden bij het werk aan de beruchte Birma-spoorweg.
Bron:https://gerard1945.wordpress.com/2015/11/11/op-verzoek-van-prins-bernhard-hebben-honderden-ex-waffen-ssers-in-indie-gevochten/