Hoe Puigdemont het Europese politieke establishment een neus zet.
Puigdemont De voorbije dagen werd een wellicht definitieve stap gezet op weg naar een nieuwe Spaanse regering én volledige amnestie voor alle Catalaanse independentistas. Dat gebeurde uitgerekend in het Europees Parlement in Brussel. Eerder werd de gewezen Catalaanse regeringsleider Carles Puigdemont daar door een weldenkende meerderheid van het EP uitgespuwd en van zijn parlementaire onschendbaarheid beroofd.
Wat tot voor enkele dagen ondenkbaar was, lijkt nu toch in een definitieve stroomversnelling te belanden: in ruil voor volledige amnestie toont Carles Puigdemont zich bereid steun te verlenen aan een nieuwe linkse Spaanse regering onder premier Pedro Sánchez. Eerder al bereikte de uittredende premier een politiek akkoord met de uiterst linkse alliantie Sumar, maar daarmee beschikt hij nog niet over voldoende zetels voor een meerderheid. Daarvoor had hij, naast de stemmen van enkele andere regionalistische partijen, ook absoluut de steun nodig van de Catalaanse onafhankelijkheidspartij Junts van Carles Puigdemont.
Die verblijft al sinds 2017 in ballingschap in ons land, en hij lijkt er nu in geslaagd zijn vel bijzonder duur te verkopen. Enkel in ruil voor volledige amnestie voor alle betrokkenen bij het onafhankelijkheidsreferendum van 2017 én een nieuw referendum wil hij de nieuwe linkse regering in het zadel helpen.Dat nieuwe referendum zal er haast zeker niet komen, maar afgelopen weekeind zette Pedro Sánchez de deur plots wél open voor volledige amnestie. Tot grote woede van de Spaanse rechterzijde en het traditioneel bijzonder conservatieve en Spaans-nationalistische gerechtelijke apparaat in Madrid.
Moord en brand
De gezaghebbende Spaanse krant El País pakte dinsdag als eerste uit met het nieuws. Santos Cerdán, de nummer drie van de Spaanse socialistische partij, was maandag naar Brussel gevlogen om daar met Carles Puigdemont de onderhandelingen in een definitieve plooi te leggen. Een pikant detail daarbij, dat tot grote verontwaardiging leidde in Spanje: beide heren ontmoetten elkaar in een salon in het Europees Parlement. Daar hing ook een grote foto van een aantal Catalanen die een urne in veiligheid brengen met daarin de stembiletten van het in Spaanse ogen ‘illegale’ referendum van oktober 2017.
Dubbele ironie: deze foto werd begin oktober op vraag van het Europees Parlement zelf geweerd uit een tentoonstelling die de partij van Puigdemont in het gebouw van het EP had opgezet. In Spanje schreeuwt een flink deel van de media nu moord en brand. Door samen met Puigdemont onder die foto te poseren, zou de de socialistische partij PSOE ook het Catalaanse referendum legitimeren.
Zoete wraak
Pikant detail: nadat de EU jarenlang had geweigerd om het buitensporige geweld van de Spaanse politie tegen de Catalanen te veroordelen, besliste het Europees Parlement in 2021 ook om de parlementaire onschendbaarheid van onder meer Puigdemont als Europees Parlementslid op te heffen. Dat gebeurde toen onder zware druk van onder meer de Spaanse conservatieve en socialistische europarlementsleden. De wraak van de Catalaanse nationalisten op het Spaanse én Europese Europese politieke establishment zal vandaag dan ook bijzonder zoet smaken.
Uittredend premier Sánchez stuurde maandag alvast een brief naar alle alle leden van zijn socialistische partij. Daarin verdedigde hij de bocht van 180 graden om nu toch een amnestiewet voor te leggen aan het Spaanse parlement. Dit is volgens hem de enige ‘juiste weg’, in het belang van Spanje en van de verstandhouding onder alle Spanjaarden. De socialistische militanten krijgen nu tot dit weekeind tijd om zich over het regeerakkoord – mét de omstreden amnestie-maatregel – uit te spreken. Volgens El País hoopt Sánchez de nieuwe regering al tegen medio november te kunnen voorstellen. Zodra de amnestiewet volledig goedgekeurd is, zou Puigdemont dan ook kunnen terugkeren naar Catalonië.
De steun van Sánchez voor de Catalaanse amnestie leidt tot groot extreemrechts protest
Demonstranten in Madrid beweren dat amnestie in strijd zou zijn met het handhaven van de rechtsstaat in Spanje.
Duizenden mensen, voornamelijk uit de gelederen van de extreemrechtse groep Vox, gingen zondag de straat op in Madrid om te protesteren tegen de steun van de regering aan amnestie voor Catalaanse separatisten, een maatregel die volgens hen in strijd is met de handhaving van de rechtsstaat van het land.
De Spaanse premier Pedro Sánchez zei zaterdag dat hij voorstander was van de controversiële amnestie voor degenen die betrokken waren bij het mislukte onafhankelijkheidsbod van Catalonië in 2017. Sánchez van de Socialistische Partij (PSOE) betoogde dat de tijd rijp was voor Catalonië om een ‘totale hereniging’ te ondergaan, waarbij hij opmerkte hoe een gratie van hooggeplaatste separatisten in 2021 een belangrijke rol had gespeeld bij het verlichten van de verdeeldheid binnen het land.
“Om het conflict definitief te overwinnen zouden in de toekomst andere maatregelen nodig zijn, omdat we deze wond niet voor onbepaalde tijd open kunnen laten”, zei Sánchez zaterdag tegen de partijleden.
Sánchez zei dat deze stap de “enige manier” was om de Catalaanse partijen, zoals ERC en JxCat, ervan te overtuigen hem te steunen bij het vormen van een nieuwe Spaanse regering, aldus El Confidencial .
Veel demonstranten vreesden dat de amnestie vooral ten goede zou komen aan JxCat-leider Carles Puigdemont, die als Catalaanse president in 2017 de confrontatie van de regio met Madrid had geleid en zelfs zo ver ging dat hij de Catalaanse onafhankelijkheid uitriep voordat hij zich terugtrok. Puigdemont, die naar België vluchtte om vervolging te ontlopen in de nasleep van het mislukte onafhankelijkheidsstreven, wordt door veel rechtse Spanjaarden beschouwd als een ‘staatsvijand’.
France 24 meldde dat demonstranten Sánchez ervan beschuldigden bereid te zijn overeenkomsten te sluiten met degenen die Spanje willen ‘opbreken’.
De amnestie is de laatste poging van Sánchez om steun te verwerven in het parlement, nadat de leiderschapsstrijd van juli er niet in slaagde Spanje een voor de hand liggende premier te geven. De PSOE van Sánchez heeft dinsdag een coalitieakkoord getekend met de extreem-linkse Sumar-groep, geleid door Yolanda Díaz, maar de deal is niet genoeg om de meerderheid veilig te stellen die hij nodig heeft om te regeren.