In Qatar doen ze niet aan diplomatie, maar dat wisten we al.
Tot zover geen nieuws. Qatar is één grote middelvinger naar de rest van de wereld – maar in zekere zin ook naar het overgrote deel van de eigen bevolking. Die ene emir met zijn superjacht is niet representatief voor de rest van het land. Integendeel.
Moet je eens doen: ga naar Google Street View en laat het poppetje landen in Doha, de hoofdstad. Je weet niet wat je ziet. De architecten die aan de basis stonden van deze gebouwen leden stuk voor stuk aan een extreme vorm van grootheidswaanzin, dat is zeker. Hoog, hoger, hoogst. Zet het poppetje nu eens wat meer naar links op de kaart, op een willekeurige weg. Veel keuze is er niet, want zoveel wegen zijn er niet en de meesten zijn niet in kaart gebracht. Opvallend: ineens is er geen hoogbouw meer te bekennen. Sowieso is de bebouwing op veel plekken schaars.
Wat dit duidelijk maakt? Dat er een paar mensen in Qatar extreem veel geld bezitten en daarmee de macht hebben. De rest hangt er een beetje bij. Maar dat wisten we al.
Al in 2010 werd het WK van 2022 toegewezen aan Qatar. Het zorgde voor de nodige scheve gezichten. Maar met scheve gezichten kom je natuurlijk nergens. Zoals altijd hangen grote sportevenementen van belangen aan elkaar. Het zijn de bobo’s die telkens weer ongegeneerd blijven herhalen dat sport verbroederd, dat sport zo verschrikkelijk veel bijdraagt aan van alles en nog wat. Een tijdje terug zag ik een documentaire over Zuid-Afrika, de plek waar het WK in 2010 werd gehouden – en waar de bobo’s toen ook zo enthousiast over waren. Wat blijkt: tien jaar na dato staan de stadions weg te roesten. Ze worden al sinds het kampioenschap niet meer gebruikt. Ook allerlei andere, speciaal voor het WK geplaatste faciliteiten, staan weg te rotten. Niet alleen in Zuid-Afrika zie je dit gebeuren; veel Olympische dorpen veranderen na verloop van tijd in spooksteden. Omdat er gewoon niets mee wordt gedaan. De lokale economie is niet altijd sterk genoeg om de boel overeind te houden, want het kost natuurlijk ook allemaal geld.
Gelukkig hebben ze daar in Qatar genoeg van. Althans, een paar mensen.
Toch voorzie ik hetzelfde lot voor de stadions in dat land. Het WK zal wel een succes worden, want mensen kunnen nou eenmaal niet zonder voetbal. Ook al heeft de aanleg van de voorzieningen ruim zesduizend arbeiders het leven gekost, er zal koste wat kost gespeeld worden. De belangen zijn te groot, maar vooral: niemand heeft zin om zijn vingers te branden aan een mensenrechtenkwestie. Mensenrechten zijn niet sexy. Ik hoorde hoe Frank de Boer deed alsof het een ingewikkelde kwestie is. Ingewikkeld? Misschien kan Frank toelichten wat er zo ingewikkeld is aan mensenrechten? Het antwoord wil ik wel verklappen: niets. Een land doet aan mensenrechten, of een land doet dat niet. Daar zit niets tussenin. Geen middenweg, geen compromis. Je kunt niet half aan mensenrechten doen.
In Qatar doen ze er dus niet aan. Dat wisten we al. Niemand maakt zich er echt druk om, in ieder geval niet de mensen die zich er druk om zouden moeten maken (de bobo’s). Het WK wordt in november gehouden, maar als niemand wat had gezegd dan hadden de spelers gewoon hartje zomer, met vijfenveertig graden en factor negentig, op het veld gestaan.
Qatar: het is een middelvinger naar de wereld. Shirtjes met ludieke teksten gaan daar niets aan veranderen. Idee: laten we, zodra het WK begint, een vierhonderd meter hoge middelvinger projecteren op de Empire State Building. Met daarnaast een klok die aftelt naar het einde van het toernooi. We noemen het Empire Statement Building. Wat je er mee opschiet? Niets.