De Raad van de Europese Unie met de ministers van de EU-lidstaten nam afgelopen maandag een reeks regels aan die de samenwerking tussen de fiscus in de lidstaten moet opdrijven bij de jacht op vermeende belastingontduiking via digitale platformbedrijven zoals zoekertjessite eBay, Airbnb, Uber, YouTube of Bol.com.
De aanpak past in de nogal eenzijdige visie dat de grootste marktverstoorders de voorbije jaren de platformbedrijven waren. De platformbedrijven generen zelf nauwelijks content. Ze faciliteren slechts een digitaal platform dat vraag en aanbod verenigt. In ruil ontvangen ze een commissie per transactie, verkopen ze de beschikbare data aan derden, of verdienen ze inkomsten van adverteerders. Allemaal zaken die noch de EU, noch de fiscus in de lidstaten kan laten passeren zonder te willen taxeren.
Even ter verduidelijking. Ieder bedrijf dat verkoopt via zoekertjessites zoals die van eBay (2dehands, Marktplaats…), het Britse Vinted of andere digitale platformen zoals de App Store of Music van Apple, Spotify, Amazon of Netflix, voldoen aan de fiscale regels van de site indien die in een bepaalde EU-lidstaat is gevestigd. Voor bedrijven was de nieuwe regelgeving eigenlijk compleet overbodig. Particulieren mogen tweedehandsspullen zonder btw verkopen. Ook dat was dus compleet legaal. Waar mikt de Raad van de EU dan op met deze nieuwe regels? Daar zwijgen de ministers en de Europese Commissie in alle talen over. Maar wie goed leest en achter de schermen de juiste vragen stelt, komt al snel de echte motieven te weten.
Platformbedrijven en particulieren het doelwit
De Europese burger is het doelwit. Men wil diens inkomen uit de verkoop van oude rommel of het verhuren van zijn huis via Airbnb en dergelijke taxeren. Tegelijk wil de EU die digitale platformen zoals Airbnb, Deliveroo, Uber, YouTube… streng reguleren via taxatie van hun klanten en via de beruchte GAFAM-belastingen (een EU-belasting op de winsten van Google, Apple, Facebook, Amazon en Microsoft en consoorten). Dat de platformbedrijven dit niet graag zien is duidelijk. Dat is allicht ook de reden dat Bol.com stopt met particuliere verkopers op zijn platform.
De Raad wil met nieuwe regels opgesteld door de Europese Commissie de administratieve samenwerking op alle fiscale vlakken verbeteren en zo de uitdagingen veroorzaakt door de ‘digital platform economy’ aangaan. Deze zeer vage doelstelling vergt enige verduidelijking. ‘Een groot en groeiend aantal individu’s en bedrijven gebruiken digitale platformen om goederen te verkopen en diensten aan te bieden’, stond te lezen in het persbericht. ‘Desalniettemin blijft dit inkomen verdiend via die digitale platformen vaak niet aangegeven en zijn de belastingen niet betaald, in het bijzonder wanneer digitale platformen in verschillende landen tegelijk opereren’.
Volgens de Europese Commissie en de ministers van Financiën van de Raad van de EU lopen de EU-lidstaten zo veel belastinginkomsten mis. Mocht dit waar zijn, dan ontstond uiteraard zo ook een oneerlijke concurrentie met traditionele bedrijven. Het ‘oneerlijke’ voordeel van de online handelaars is de fiscus in de hele EU een doorn in het oog.
Fiscale integratie als opmaat voor EU-belastingen
De Europese Commissie die streeft naar meer fiscale integratie van de EU en ook actief zoekt naar mogelijkheden om EU-belastingen te heffen, moet dus de fiscus in de lidstaten extra macht toekennen in ruil voor welwillende samenwerking betreffende de EU-belastingen. De Europese Commissie wil dit aanpakken via amendementen aan de bestaande richtlijn over administratieve samenwerking op het vlak van taxatie. Zo voert de EU nu dus de plicht in voor digitale platformen om het inkomen verdiend door verkopers op hun platform te melden. De betrokken lidstaten worden verplicht dit te delen aan de andere lidstaten.
Los van het feit dat dit eigenlijk al bestaat en dat bedrijven via hun btw-nummer en de intracommunautaire transacties reeds volkomen in orde zijn wat dit betreft (althans binnen de EU), stelt zich de vraag wat de echte bedoeling is? Ten eerste wil de EU de inkomens uit digitale transacties van particulieren dus transparant maken in alle EU-lidstaten. Aangezien bijna overal verkoop van tweedehands goederen vrijgesteld is van btw voor particulieren kan dit twee zaken betekenen. Ofwel wil de EU elke transactie gaan taxeren, ofwel vermoeden ze illegale en zwarte handel.
Spel zonder grenzen
De nieuwe regels zijn trouwens van toepassing op digitale platformen binnen en buiten de EU. Ze zullen per 1 januari 2023 ingaan (de lidstaten moeten de beslissing van maandag in hun wetgeving omzetten). En daar wringt het schoentje. Door digitale platformen die niet gevestigd zijn in de EU te viseren, komt de EU op zeer gevaarlijk terrein. Ten eerste is veel belasting en btw gebonden aan de plaats van uitgave. Die discussie over btw bijvoorbeeld werd door de EU reeds beslist.
De regel is nu dat de plaats van facturatie binnen de EU telt. Bij eBay is dat Luxemburg. Het betreft dus de btw op de facturen voor de commissies aan de verkopers. De professionele verkoper moet de btw toepassen zoals in zijn vestigingsland. Dus bijvoorbeeld Belgische btw op alle verkopen aan particulieren wereldwijd en verlegging van btw (intracommunautaire handeling) voor bedrijven van binnen de EU. Door het feit dat één van de partijen onder een belastingdienst in een EU-lidstaat valt te nemen als grond van belasting roept de EU zich een boel problemen binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) over zich af. De EU wil dus zowel residentieprincipe als uitgaveprincipe gebruiken om te belasten.
Big Brother
Door de nieuwe regels zal de fiscus in elke EU-lidstaat nu elk inkomen traceren via digitale platformen. De Europese Commissie beweert zelfs dat ‘compliance’ nu voor de operatoren van digitale platformen veel eenvoudiger wordt. Dit omdat elk platform één EU-lidstaat als zetel dient te kiezen. Dit laatste laat fiscale concurrentie tussen lidstaten toe die digitale platformen willen aantrekken met gunsttarieven.
De Raad van de EU benadrukt dat het essentieel is dat verkopers op digitale platformen hun eerlijke deel belastingen betalen. De toegenomen onlinehandel door de coronapandemie kwam zelfs uitdrukkelijk ter sprake. Net als de druk door de coronacrisis op de fiscale inkomsten (rarara). Door de automatische uitwisseling van informatie te regelen zou de EU een voorbeeld stellen aan de wereld, volgens de Portugese minister van Financiën, João Leão, die als zesmaandelijkse roterende tijdelijke voorzitter de Ecofin-raden voorzit.
Een ander amendement aan de bestaande richtlijn houdt in dat het eenvoudiger moet worden om ‘groepen belastingplichtigen’ te bepalen en die informatie op te eisen bij andere lidstaten. Nog een ander amendement handelt over de verbeterde coördinatie van simultane belastingcontroles in verschillende EU-lidstaten. De fiscus zal dus belastingcontroleurs mogen uitsturen naar andere lidstaten om daar deel te nemen (dus niet enkel te observeren) aan belastingcontroles. Dit soort samenwerking is zelfs binnen de politiesamenwerking in de EU wettelijk niet mogelijk! Dankzij de aanpassingen moet een ‘kader’ of framework ontstaan om ‘joint audits’ uit te voeren. Dit kader moet in alle lidstaten operationeel zijn vanaf 2024. De EU wordt dus een fiscaal paradijs… voor belastingontvangers.