De professor heeft al eens politiebescherming nodig wanneer hij ergens in Duitsland een voordracht gaat houden: Eckhard Jesse heeft tot aan zijn emeritaat achtereenvolgens aan de universiteiten van Trier en Chemnitz gedoceerd en geldt als een van de grootste extremisme-experts van de Bondsrepubliek. Maar zijn academische reputatie beschermt hem niet tegen de haat van extremisten die zich tot een humanistische ideologie bekennen. Zijn ‘Extremismustheorie‘ is hen een doorn in het oog. Jesse stelt daarmee dat links- en rechtsextremisme dicht bij elkaar liggen zoals de uiteinden van een hoefijzer. Ook al koesteren ze onderscheiden vijandbeelden – respectievelijk de staat en ‘vreemdelingen’ -, zijn ze beide volgens Jesse even antidemocratisch. De praktische gevolgtrekking is dat de overheid tegen beide even hard moet optreden.
Niet-prioritair extremisme?
Links bevalt die gelijkstelling niet omdat ze tot een bagatelliseren van extreemrechts zou leiden. Had de moord op de christendemocratische politicus Walter Lübcke op 2 juni 2019 door een rechtsextremist niet aangetoond waar het grootste gevaar schuilt? De Duitse overheid heeft als reactie op die moord de strijd tegen extreemrechts als prioritair bestempeld. Is praten over linksextremisme niet een vorm van ‘whataboutisme’, het willen afleiden van het ene kwaad door te wijzen op een ander? Nee, de democratie heeft er wel degelijk belang bij dat extremisme, ook het extremisme dat zich beroept op een verworteld-zijn in humanistisch denken, onder de loep genomen en veroordeeld wordt waar het zich in woord of daad geweldzuchtig manifesteert.
Strijden tegen rechtse mensen
Linksextremisme als dusdanig benoemen en in geval van geweldaanwending veroordelen, ligt gevoelig in de Westerse maatschappij. De Duitse media gebruiken de term Linksextremisten zelfs niet of nauwelijks. In plaats daarvan spreken ze over Linksautonome. Ten opzichte van rechts nemen ze een grotere bandbreedte aan. ‘Rechts’ is er tot synoniem van extreemrechts uitgegroeid, getuige slogans als Kampf gegen Rechts en Rock gegen Rechts. Het gaat zelfs zover dat rechtse mensen de menselijkheid wordt ontzegd zoals blijkt uit de volgende slogan: Menschenrechte statt rechte Menschen (‘mensenrechten in plaats van rechtse mensen’). Met dat taalgebruik consequent doorgetrokken is datgene wat niet-links is, rechts dus, extreemrechts. Het gevolg is dat centrumrechtse Duitsers zich dan maar bürgerlich noemen.
Newspeak
Je kan termen altijd wegmoffelen en ‘linksextremisten’ vervangen door Newspeak als ‘Linksautonome’. Dat neemt niet weg dat er nu eenmaal mensen zijn die het links-zijn tot in het extreme doordenken en praktiseren. Toch zou dat hen in de ogen van centrumlinks nog altijd niet even gevaarlijk maken als extreemrechts. Links haalt daarvoor twee argumenten aan:
Linksextremisten, zelfs als ze hen zo zou noemen, hangen nog altijd een ideologie aan die humanistisch geïnspireerd is, namelijk een die opkomt voor de gelijkheid van de mensen en voor sociale rechtvaardigheid. Daarmee sporen ze uiteraard, anders dan extreemrechtse ideologieën, met het Westerse denk- en waardenpatroon. Voor een dissident in de DDR was het een schrale troost dat hij of zij ‘im Namen des Sozialismus und des Friedens’ werd veroordeeld tot een gevangenisstraf (of zelfs de guillotine in de beginjaren van die communistische staat).
Als linksextremisten geweld gebruiken, zou het tegen zaken zijn, niet tegen personen. Het klopt dat de politiek gemotiveerde moorden die de laatste jaren gepleegd werden in Duitsland op de rekening van rechtsextremisten gaan, denk aan de moorden op Deutsch-Türken door de Nationalsozialistischer Untergrund (NSU) of op Lübcke. Maar is links dan de 33 moorden vergeten die door de Rote Armee Fraktion (RAF) werden gepleegd tussen 1971 en 1993?
Trauma’s
Het brutale geweld van der Schwarze Block (extreemlinks) op de top van de G20 in Hamburg in juli 2017 had niets aan het bovengeschetste argumentatieschema van de linkerzijde veranderd. Evenmin het in brand steken van auto’s van ‘verdachte’ (want niet-linkse) mensen, zoals de journalist Gunnar Schupelius in 2014 en eind 2019. Het ging immers maar om geweld tegen ‘zaken’ (alsof dit niet ook trauma’s veroorzaakt en bijgevolg niet ook een bedreiging voor de psychische integriteit van een mens vormt). In november 2019 belden vermomde linksextremisten in Leipzig aan bij een medewerkster van een immobiliënfirma en troefden haar af met de woorden ‘Schöne Grüße aus Connewitz‘. Ook dat stemde de media en de politiek toen nauwelijks tot nadenken over de overgang bij extreemlinks van geweld tegen zaken tot geweld tegen personen.
Provocatie en vergoelijking
Wat er op oudejaarsavond in Leipzig is gebeurd, kan misschien een omdenken inluiden. Het trefwoord is al gevallen: Connewitz. Deze wijk in het zuidwesten van Leipzig geldt als een Hochburg (bolwerk) van extreemlinks in Duitsland. Regelmatig komt het er tot botsingen tussen de politie en extreemlinks. Op oudejaar 2019 was het weer prijs. Verschillende politieagenten werden neergeslagen, een van hen werd bewusteloos naar het ziekenhuis afgevoerd. Zoals te verwachten waren er weer enkele mandatarissen van linkse partijen die de schuld voor de rellen bij de politie legden. Juliane Nagel (Die Linke) bijvoorbeeld had het over ‘kalkulierte Provokation‘ door de politie.
Sinds ‘Connewitz’ woedt er een heus debat in de Duitse media en politiek over extreemlinks geweld. Wolfgang Kubicki, vicevoorzitter van de liberale FDP, merkte op dat het fataal zou zijn wanneer de binnenlandpolitieke focus hoofdzakelijk op de bestrijding van extreemrechts gericht zou worden: ‘Auch der Linksextremismus tritt in den vergangenen Jahren deutlich aggressiver auf.‘ (‘Ook het linksextremisme treedt in de afgelopen jaren duidelijk agressiever op’). Jasper von Altenbockum verwijt links in de Frankfurter Allgemeine Zeitung van 3 januari 2020 ‘Heuchelei und Doppelmoral‘ (huichelarij en een dubbele moraal): ‘Hass und Hetze scheinen ein Privileg von Rechtsextremisten zu sein. Kommen sie von linksextremistischer Seite, dienen sie offenbar einem guten Zweck.’ (‘Haat en hetze schijnen een privilege van rechtsextremisten te zijn. Als ze van extreemlinkse kant komen, dienen ze blijkbaar een goed doel’.)
Geweldsmonopolie van de staat
Samengevat: extremisme is een gevaar voor de democratie, de rechtsstaat, de eigendommen en de fysieke integriteit van de mensen. Het maakt voor de burgers van een samenleving weinig verschil uit onder welke vlag extremisme hen bedreigt of in gevaar brengt. Het extremisme van de ene kant benoemen en veroordelen is geen relativering van het extremisme van de andere kant. Ook de linkerzijde heeft er alle belang en alle baat bij om de wandaden van extremisten die zich als links beschouwen te veroordelen.
Dietmar Bartsch, fractievoorzitter van Die Linke, moet dat ingezien hebben toen hij zich van Nagel distantieerde met de woorden: ‘Gewalt darf kein Mittel der politischen Auseinandersetzung sein. Mein Mitgefühl gilt den verletzten Polizisten.‘ (‘Geweld mag geen middel van het politieke debat zijn. Mijn medevoelen gaat uit naar de gewonde politieagenten.’) Terecht zijn ook de woorden van Reinhard Naumann, de sociaaldemocratische districtsburgemeester van Charlottenburg-Wilmersdorf (Berlijn), naar aanleiding van de zaak Schupelius dat zowel in geval van extreemlinkse als extreemrechtse en radicaalreligieus gemotiveerde daden het monopolie van de staat op het gebruik van geweld met als doel gezagshandhaving (Gewaltmonopol) onaangetast moet blijven.