Er was deze week geen ontkomen aan. Rotterdam stond in het middelpunt van de wereld. We zagen bekende Rotterdammers die zeiden dat ze Rotterdam een geweldige stad vonden. En dat Rotterdam een betere burgemeester heeft dan Amsterdam. Wat nog waar is ook.
De stad van Ketelbinkie, van opgerolde mouwen en niet lullen maar poetsen, ontving een kluit zingende en dansende patiënten in een tot muziektempel omgetoverd Ahoy. En laten we eerlijk zijn, het Pieter Baan Centrum was er niks bij. Een bont gezelschap dwazen trok in een stoet aan ons voorbij als een slecht in elkaar getimmerd rariteitenkabinet. Er was een man met grote witte vleugels die het syndroom had van Gilles de la Tourette. En ach, zolang je zingt vloek je niet.
Mijn oom had ook Gilles de la Tourette. Als ie op lijn 2 stapte richting Leidsestraat ging het vaak mis. In de gezellig drukke tram schreeuwde hij zomaar opeens; “Kutzooi”. De dames spraken schande en hij verontschuldigde zich. Hij had kaartjes laten drukken met; “Ik lijd aan Gilles de la Tourette. Soms zeg ik erge dingen zonder het te beseffen. Het spijt me”. Op een dag in de tram riep hij; “Zakkenwassers” tegen een partij ongure types. Hij greep in z’n broekzak. Zul je net zien. Waren de excuuskaartjes op. Pas een uur later ontwaakte hij uit een coma. Een verpleegster vroeg hoe het ging. “Ik voel me kut”, zei hij eerlijk.
Dankzij Albert Heijn leefde Nederland in een broccoli-lolligheid. Jeangu Macrooy zong toch echt; “You are my broccoli”. En die jongens uit Suriname maar zeuren. Blijkbaar nog nooit van mama appelsap gehoord. Mitchell Esajas keek ook al zo zuur. Eerst onze Zwarte Piet vermoorden en nu klagen dat we ons niet in hun slavenlied verdiepen. Manmanman die Esajas moet nodig aan de broccoli. Als ze het songfestival hadden gewonnen zou het volgend jaar in Paramaribo zijn. En wie moet die miljoenen dan betalen ? Juist..!!
Een ding is nu wel zeker. Davina Michelle kan echt zingen. Ze blies tijdens een gastoptreden het dak eraf en declasseerde de deelnemers tot een stelletje prutsers op een bonte avond. Maar poe poe, alsof wij niet hebben geleden aan minderwaardigheidscomplexen. Wij hadden ooit zielige Sieneke met een draaiorgel en een vals zingende indiaan. M’n papegaai hing toen krijsend ondersteboven in z’n kooi.
Hetero’s en heaumeaux vermaakten zich deze week uitstekend. Helemaal nu de Canal Parade dit jaar niet doorgaat. Geen bootjes dus met ruige mannen in leren slips met veel struisvogelveren tussen de billen. Ach, ieder z’n meug zei de boer en kuste zijn varken.
Het songfestival in Nederland. We hebben het toch weer geflikt. Een positief gevoel maakte zich van mij meester. Net als bij Duncan Laurence. Die was zo positief dat hij er positief van werd. Dus zat ik zaterdagavond in m’n Snollebollekes juichcape mee te zingen met de grand finale. Dat lukte soms met hindernissen. Bij Azerbeidzjan verstond ik eerst Badr Hari, Matte Harrie (uit den Haag), Natte Haring voordat ik eindelijk Mata Hari verstond. Israël had het meisje met de zwavelstokjes. Met benen als graten. Oei, wat was die meid dun. Snel een broodje kapsalon voor d’r bestellen.
De italianen wonnen het songfestival met een of ander beukend en raggend nummertje. En iedereen daar maar lekker sms’en vanuit de Lamborghini of Ferrari. Euro’s spelen toch geen rol. Er komt miljarden hulpgeld het land binnen vanuit Den Haag of Brussel. Leve de Italiaanse televoting.