Stel dat je een jaar geleden het volgende scenario had voorgelegd aan een groep vrienden. Rusland gaat Oekraïne binnenvallen (echt!). Rusland laat zijn soldaten allerlei misdaden plegen door het hele land, laat ze kamperen en stellingen graven rond Tsjernobyl en daarna Europa’s grootste kerncentrale innemen, in Zaporizja.
Daar richt Rusland een militaire basis in, en als het Oekraiense leger de centrale dreigt te heroveren, schiet Rusland daar dagelijks een aantal bommen omheen, weigert VN-inspecteurs maandenlang toegang, en zegt dat de Oekraïners de bommen zelf schieten en zo een kernramp riskeren in eigen land, enkel om Rusland er slecht op te laten staan in de ogen van de wereld. Een wereld die het er vervolgens maar op houdt dat ‘beide zijden elkaar beschuldigen’ van het beschieten van die reactors.
Ik denk niet dat de vrienden dit scenario heel geloofwaardig hadden gevonden. Toch zitten we hierin, en lijken we er ook nog lang niet uit. Toegegeven, ik heb ook geen hard bewijs dat de bommen uit Russische artillerie komen, maar elementaire logica lijkt me relevant in hoe we tegen de situatie aankijken. Net als het feit dat het Kremlin tot de avond voor de invasie alle waarschuwingen hierover afdeed als westerse ‘ophitsing’ en ‘hysterie’, dat het na de misdaden in Boetsja met een stuk of acht alternatieve versies kwam voor wat de slachtoffers zelf vertelden, en legio andere voorbeelden van leugens in relatie tot deze oorlog.
Ook niet irrelevant: andere voorbeelden van nucleair onverantwoord gedrag, zoals de vele toespelingen van Poetin en anderen op een kernoorlog, de voorbereidingen voor het stationeren van kernwapens in Belarus, of de solitaire Russische obstructie bij een VN-conferentie over nucleaire ontwapening, vorige week.
Je zou dit voorbeelden kunnen noemen van ‘bedreigingen die iets aan het toeval overlaten’. Deze term werd bedacht door econoom Thomas Schelling, een latere Nobelprijswinnaar, die veel over kernwapens schreef. Hoewel dreigen met kernwapens nooit geloofwaardig is, vanwege de zelfvernietiging die bij kernoorlog hoort, kan een land wel andere landen intimideren door opzettelijk onverantwoordelijk gedrag. Als een land bewust de kans verhoogt op een ongeluk dat een kernoorlog of kernramp veroorzaakt, schreef Schelling in Arms and Influence, kan het voorzichtiger landen ergens toe dwingen.
Alles rustig op het kernwapenfront, maar de angst is gewekt
Dit psychologische element is waar het bij Zaporizja om lijkt te draaien. Rusland schuift namelijk niet werkelijk richting kernoorlog. Volgens het Amerikaanse ministerie van Defensie blijft Rusland de VS volledig inlichten over alle bewegingen en onderhoud van zijn kernwapens, zoals beide landen hebben afgesproken in het Start-verdrag. Ook heeft Rusland, na Poetins aankondiging dat hij Ruslands kernmacht ‘in hogere staat van paraatheid’ zou brengen, niets detecteerbaars veranderd.
Alles rustig op dat front, ondanks het verbale wapengekletter. Maar de angst is gewekt. Niet alleen voor kernoorlog en voor een ramp bij Zaporizja, maar ook voor een gastekort, uit de hand lopende inflatie, graanschaarste. Angst voor wel ‘vijf of tien moeilijke winters’, volgens de Belgische premier, of ‘te veel crises tegelijk’, dixit een Nederlandse analist.
Fiona Hill, een Britse mijnwerkersdochter die Rusland-adviseur werd van drie Amerikaanse presidenten, is de hele zomer bezig met interviews geven en artikelen schrijven waarin ze aankaart dat dit gevoel van ‘multicrises’ die westerse landen plagen deel is van Poetins oorlogsstrategie in Oekraïne.
Niet omdat die crises fictief zouden zijn, maar vanwege de bijkomende ideeën dat zij het gevolg zijn van westerse steun aan Oekraine, en dat westerse landen niet het uithoudingsvermogen hebben om dit lang te doorstaan. Poetin stimuleert deze ideeën bewust, meent Hill. We moeten ons realiseren, vindt ze, dat dit deel is van de manier waarop Poetin de oorlog in Oekraïne hoopt te winnen – omdat die (in theorie, althans) eindigt met het wegvallen van westerse steun voor Oekraïne.
Deze achtergrond leert ons niet wie elk incident in Oekraïne veroorzaakt. Maar het onderstreept wel dat deze incidenten bewust zijn gecreeerd. En het onderstreept ook dat het mogelijke doel volledig gebouwd is op speculaties. ‘De debatten in het Westen over de vraag of steun voor Oekraïne zal wegzakken als de economische pijn en “oorlogsmoeheid” toenemen, hebben een routineuze aard gekregen’, schreef militair historicus Lawrence Freedman hierover. En hij concludeerde droog: ‘Alles wat men hierover kan zeggen, is dat dit nog niet is gebeurd.’