Amsterdam – Een nieuw hoofdstuk in het veel te dure vertrekregeling-fiasco bij de Belastingdienst. Vijf vertrokken medewerkers zijn terug bij de fiscus. Zij waren eerder vertrokken met een royale vertrekregeling, bevestigt een woordvoerder van de Belastingdienst.
„Geen van deze vijf hoefde de vertrekpremie terug te betalen”, zegt de woordvoerder over de mensen die opnieuw zijn aangenomen.
Ze hebben een premie gekregen van meerdere maandsalarissen, en kunnen nu dus weer gewoon aan het werk.
De vertrekregeling bij de Belastingdienst was ooit bedacht om een reorganisatie makkelijker te maken, door mensen een prikkel te geven om uit zichzelf te vertrekken.
De kosten van de vertrekregeling waren destijds begroot op €648 miljoen. Hier kwamen nog eens miljoenen extra bovenop, toen veel meer mensen bij de Belastingdienst wilden vertrekken met de regeling dan verwacht.
Ook mensen die al met vroegpensioen waren gegaan hebben via de rechter de Belastingdienst nog succesvol aangeklaagd. De rechter bepaalde dat zij ook onder de regeling zouden vallen – en dus een flinke vertrekpremie ontvingen.
Laatste werkdag
In totaal vallen er nu 5487 mensen onder de vertrekregeling. De laatste mensen die hieronder vallen zullen pas op 1 september van dit jaar hun laatste werkdag hebben. En nu komen er dus alweer mensen terug.
Een woordvoerder van de Belastingdienst laat weten dat „voormalig medewerkers mogen aangesteld worden als regulier ambtenaar, wanneer zij aan twee voorwaarden voldoen: zij zijn de meest geschikte kandidaat voor de vacature en betalen hun vertrekpremie terug als zij binnen de rekenkundige periode opnieuw in dienst treden.”
De rekenkundige periode houdt in dat als je met een vertrekregeling vertrokken bent, je op basis van je dienstjaren een aantal maanden vertrekpremie hebt gekregen.
Als je binnen dat aantal maanden terugkeert, moet je de volledige vertrekvergoeding terugbetalen.
Tweeënhalf jaar geleden heeft staatssecretaris Wiebes gezegd dat er „anders dan bij het draaideurbeleid, dat verankerd is, hier geen regels voor zijn.” Hij deelde wel het gevoel dat het niet klopt dat mensen eerst met een zak geld vertrekken en vervolgens weer in dienst komen. „Die gevoelsmatige onwenselijkheid deel ik wel.”