Het verzet tegen de verplichting van seksuele opvoeding in het Franstalige onderwijs komt niet alleen uit religieuze hoek. Het omvat net zo goed seculiere stemmen uit de antigenderbeweging. Dat is een tikje vervelend voor de perceptie, want een deel van die beweging richt zich tegen alles wat naar migratie ruikt. ‘Hoe leg je aan je achterban uit dat je hand in hand staat met moslims als die een van je geliefkoosde doelwitten zijn?’
Seksuele opvoeding draagt bij aan een gezonde seksuele ontwikkeling van kinderen. Wie dat niet gelooft, kan niet om expertise en statistieken heen: seksuele opvoeding speelt een cruciale rol in de preventie van onbedoelde zwangerschap, abortus, seksueel grensoverschrijdend gedrag en discriminatie van mensen die niet heteroseksueel of cisgender zijn.
Net daarom werden de termen gender, seksuele gezondheid en reproductieve rechten midden jaren ’90 toegevoegd aan bestaande mensenrechtenverdragen. Een gebeuren dat tot hoogoplopende ruzie leidde tussen de Europese Unie en het Vaticaan, waar men zich graag druk maakt over thema’s als gender en seksuele rechten. Zo druk dat ze amper de tijd vonden om een einde te maken aan het wraakroepende seksueel kindermisbruik binnen hun eigen instituut. Je kan niet alles doen natuurlijk.
De katholieke kerk bedacht een strategie om de hen zo dierbare traditionele normen en waarden te beschermen tegen alles wat ze verwerpelijk achtten: abortus, anticonceptie, het homohuwelijk en rechten voor transgender personen, dingen die het traditionele heterogezin en dus het bestaan van de christelijke beschaving zouden ondermijnen. Wat ze nodig hadden was een tegenverhaal, een eigen discours, dat tot stand moest komen met behulp van lezingen, boeken, denktanken en congressen waar conservatieven ideeën konden uitwisselen en strategieën konden ontwikkelen.
Seksuele opvoeding zou seksuele activiteiten aanmoedigen, aldus de kruisvaarders, ook al blijkt uit onderzoek dat het tegendeel waar is.
Een van die eerste samenkomsten resulteerde in Agenda Europe, een denktank en netwerk van conservatieve christenen en in een ellenlang en angstaanjagend manifest met als titel ‘Restoring the natural order’. Streefdoel: een Europa zonder homohuwelijk, zonder transrechten, zonder abortus, zonder anticonceptie, zonder echtscheiding en zonder ivf.
Die beweging kreeg het jongste decennium de wind in de rug door de opkomst van radicaal-rechts, dat wel brood zag in het Roomse verhaal. Dat verhaal sloot immers naadloos aan bij hun eigen weerzin tegen alles wat progressief, liberaal en links is. Populisten, conservatieven en religieuzen vonden elkaar dus vlot in hun gedeelde strijd tegen gendergelijkheid, lgtbqi+-rechten en seksuele gezondheid, kwesties die voor het gemak samen in de vlot bekkende slogan ‘genderideologie’ werden gemikt.
Het katholieke narratief baande zich verbazend vlot een weg naar de partijpolitiek, naar academische middens en zelfs beleid. Initieel vond de beweging vooral aanhang in het voormalige Oostblok, Spanje en Portugal, maar intussen gaan ook andere landen overstag. Het amalgaam strijdt voor de drie N’en: nature, normality en nation: natuur, normaliteit en natie. Centraal staat het heteroseksuele kerngezin, de hoeksteen van de samenleving en motor van de natie. Met oerkatholiek Polen als kloppend hart groeit de Europese antigenderbeweging schrikbarend snel.
Reproductieve rechten staan onder druk, de rechten van lgtbqi+-personen worden ingeperkt, seksuele educatie ligt overal onder vuur. Seksuele opvoeding zou seksuele activiteiten aanmoedigen, aldus de kruisvaarders, ook al blijkt uit onderzoek dat het tegendeel waar is. In Polen voerde de conservatieve partij Recht en Rechtvaardigheid een nieuwe wet in die scholen onder druk zet om seksuele opvoeding te weren.
Dat is best interessant in het licht van de recente protesten tegen het Evras-decreet in het Belgische Franstalige onderwijs. Tot voor kort konden de scholen over de taalgrens zelf invullen of en hoe ze seksuele opvoeding opnamen in de lessen. Het decreet stelt dat leerlingen vanaf nu vier uur seksuele opvoeding moeten krijgen: twee uur in het zesde leerjaar en twee uur in het vierde middelbaar. Hoe ze dat exact doen mogen scholen zelf beslissen.
Die beleidskeuze stuitte al snel op fel protest. Woedende ouders kwamen op straat en intussen werd er brandgesticht in zes verschillende scholen. ‘Wij beschermen onze kinderen’, luidt het. Persoonlijk zou ik kinderen ver weg houden van brandstichters en volwassenen die weigeren om aan twaalfjarigen uit te leggen hoe hun lichaam functioneert.
Feit is dat we ons beter schrap zetten voor de steeds agressiever wordende antigenderideologen.
Op sociale media circuleren berichten van tegenstanders waarin beweerd wordt dat men kinderen wil leren masturberen en dat er porno vertoond zal worden op school. Volslagen nonsens, maar dat doet er allemaal niet toe. De tegenstand komt vooral, maar niet uitsluitend uit religieuze hoek, met conservatieve christenen en moslims voorop, maar omvat net zo goed seculiere stemmen uit de voornoemde antigenderbeweging.
Dat is een tikje vervelend voor de perceptie, vermits een deel van die beweging zich niet alleen tegen progressieve normen richt, maar ook tegen alles wat naar migratie ruikt. Hoe leg je uit aan je achterban dat je hand in hand staat met moslims als die een van je geliefkoosde doelwitten zijn?
Feit is dat we ons beter schrap zetten voor de steeds agressiever wordende antigenderideologen. Ideeën maken brokken en slachtoffers. Hoeveel ruimte en inspraak geven we ze? Hoeveel willen we opofferen voor de lieve vrede?
Ik ben erg benieuwd, maar toch vooral ongerust.