Het schandaal rond The voice of Holland is geen alleenstaande zaak, het schijnt wanneer je geld en dus denkt boven anderen te kunnen staan je zogenaamde macht mag uitbuiten door misbruik en dit gebeurt overal ook de politiek kent zijn doofpot. De Nederlandse pers wist al in 2013 dat CDA-parlementariër Pieter Omtzigt de mond was gesnoerd over de hoogste ambtenaar van het ministerie van Justitie Joris Demmink, die verdacht werd van pedoseksuele praktijken. Niks hiervan verscheen in de media. Dit terwijl de zaak Demmink toen al was uitgegroeid tot een internationaal schandaal. “Ik ken journalisten die vol in het dossier waren gedoken,” zegt voormalig justitie-directeur Ben Ottens. “Als dat wat opleverde werden zij telkens door hun leiding teruggefloten.”
De Nederlandse overheid huisvest het Internationaal Gerechtshof in het Vredespaleis in Den Haag, het belangrijkste gerechtsorgaan van de Verenigde Naties. Konden de VS hun steun hieraan nog wel handhaven gezien de stelselmatige weigering van het Nederlandse Openbaar Ministerie om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen naar Joris Demmink, die tot zijn pensionering in 2012 de hoogste ambtenaar was op het ministerie van Justitie en die beschuldigd was van verkrachting van minderjarige jongens? Deze vraag is serieus aan de orde geweest in het Amerikaanse parlement. Congreslid Chris Smith diende in 2012 en 2013 resoluties in waarin de Amerikaanse regering werd opgeroepen zich hard te maken voor wijziging van artikel 22 van het Statuut van het Internationaal Gerechtshof, waarin is vastgelegd dat het Hof zetelt in Den Haag. Ook beklaagde een groep Amerikaanse congresleden zich bij de Europese Unie over de manier waarop het Nederlandse ministerie van Justitie de zaak Demmink ter hand had genomen.
Eerder al had het Amerikaanse inlichtingenapparaat belangstelling getoond voor het misbruik van minderjarige jongens in Nederland. Voormalig ‘jongensbordeelhouder’ Karel Maasdam, die in 1998 veroordeeld was tot vier jaar gevangenisstraf, liet zich na zijn vrijlating tegenover Koen Voskuil van dagblad AD ontvallen dat Amerikaanse inlichtingenmensen zijn hele klantenbestand hadden doorgenomen, en dat de Nederlandse inlichtingendienst BVD zich daar nadien zeer misnoegd over had getoond.
In 2017 meldde een voormalig campagnemedewerker van de Amerikaanse president Donald Trump, Roger Stone, op Twitter dat de gewezen veiligheidsadviseur van Trump, Michael Flynn, in het bezit was van een lijst van praktiserende pedofielen in hogere kringen, en dat de publicatie hiervan de nodig stof zou doen opwaaien. Hij liet zijn tweet vergezeld gaan van de veelbetekenende hashtag ‘The Netherlands’.
Strafrechtelijk onderzoek Demmink
Voor zover bekend hebben de acties vanuit het Amerikaanse Congres de Amerikaanse regering niet aangezet tot actie richting de Nederlandse autoriteiten. Wel startte het Nederlandse Openbaar Ministerie (OM) in 2014 alsnog een strafrechtelijk onderzoek naar Demmink. Dit gebeurde op last van het gerechtshof in Arnhem. Het onderzoek leidde echter niet tot vervolging. Het hof in Arnhem willigde in 2017 een verzoek in van het OM om af te mogen zien van vervolging van Demmink wegens een gebrek aan bewijs. Dit gebeurde overigens nadat de voorzitter van de rechtbank die tot vervolging had besloten, Rob van de Heuvel, vlak voordat hij arrest zou wijzen, om het leven kwam nadat zijn roeiboot overvaren werd op de Rijn.
Niettemin sleept de kwestie Demmink zich tot op de dag van vandaag voort. In 2018 en 2019 werd zijn naam nog genoemd in verband met een nieuw seksschandaal. Een minderjarig meisje beweerde herhaaldelijk te zijn misbruikt door haar vader en een groep mannen, onder wie Demmink. De moeder van het meisje probeerde via de rechter het OM te dwingen tot vervolging over te gaan. Maar de rechtbank wees het verzoek af. Saillant detail: de behandelend rechter, Jan Wolter Wabeke, was zelf ooit in opspraak geraakt bij een vermeend misbruikschandaal, hetgeen hij zelf overigens met klem ontkent. Sterker nog: hij bleek Demmink privé te kennen. Dit terwijl hij dit eerst ontkend had. Het radioprogramma Argos kreeg een foto in handen Van Demmink bij Wabeke thuis. In 2019 stelde de socialistische partij (SP) er vragen over aan het kabinet.
In 2020 maakte een andere uitzending van het programma Argos ook veel los in Nederland. Deze ging over ‘ritueel kindermisbruik’. Minister van Justitie Ferdinand Grapperhaus antwoordde op Kamervragen dat hij geen aanleiding zag voor nader onderzoek naar de aard en omvang van deze vorm van kindermisbruik in Nederland.
Pers getipt over spreekverbod Omtzigt
In december 2020 berichtte Uitpers dat de Nederlandse parlementariër Pieter Omtzigt van de christelijke partij CDA de mond is gesnoerd over de kwestie Demmink. De toenmalige leider van de partij, Sybrand Buma, had hem verboden zich nog langer hiermee bezig te houden. Volgens diverse, in het artikel van Uitpers genoemde bronnen heeft Buma dit gedaan op aandringen van premier Mark Rutte.
Naar nu blijkt is de Nederlandse pers al sinds 2013 op de hoogte van het spreekverbod dat Omtzigt is opgelegd. Toch heeft geen enkel Nederlands medium hierover bericht. Degene die de pers tipte in dat jaar was wijlen Jan Poot, oprichter van het vastgoedbedrijf Chipshol, die een bijzondere belangstelling had voor de zaak Demmink. Poot bracht er in 2010 een boek over uit, “De Demmink Doofpot”, en wijdde er onder dezelfde titel een website aan. De belangstelling van Poot voor de zaak Demmink ontstond, zo schreef hij in zijn boek, na gesprekken met “een klokkenluider uit de recherchewereld” die hem verteld had over “een groot pedofielennetwerk In Den Haag”, waarin niet alleen Demmink, maar “veel meer hoge ambtenaren en politici betrokken zijn”.
Maar eigenlijk was Demmink daarvoor al bij Poot in het vizier gekomen. In 2006 oordeelde de rechtbank Haarlem dat Poot benadeeld was door de luchthaven Schiphol bij de ontwikkeling van een deel van Chipshols grondvoorraad. Vlak voordat de rechtbank de hoogte van de schadevergoeding bepaalde, werden de rechters gewisseld. Dit leidde volgens Poot tot een veel lagere schadevergoeding (16 miljoen euro) dan de 100 miljoen die hij had geëist. Als kwade genius, die gezorgd had voor de vervanging van de rechters, zag hij Demmink.
Poot tipte de pers over het aan Omtzigt opgelegde spreekverbod door ze een verslag toe te sturen van een gesprek dat zijn bestuurlijk adviseur, voormalig justitie-ambtenaar Ben Ottens een paar dagen daarvoor gevoerd had met Omtzigt. Ottens voerde dit gesprek op 15 maart 2013 bij Omtzigt thuis in diens woonplaats Enschede. Ottens was op dat moment, naast adviseur van Poot, secretaris van De Roestige Spijker, een stichting die getuigenverhoren organiseerde bij de rechtbank Utrecht in 2014 in de zaak Demmink.
Ottens bracht verslag uit aan Poot over zijn onderhoud met Omtzigt. Poot stuurde het vervolgens naar de landelijke media in Nederland, waaronder NRC, zo herinnert zijn zoon Peter zich. Maar geen enkel medium berichtte erover. Dit ondanks de brisante inhoud ervan. Uit het verslag, dat onlangs in handen is gekomen van Uitpers, blijkt dat Omtzigt door Buma en andere partijgenoten duidelijk te verstaan is gegeven dat de vragen die hij en zijn CDA-collega Peter Oskam in november 2012 en januari 2013 gesteld hadden over de kwestie Demmink geen vervolg mochten krijgen.
Donner en Hirsch Ballin: “Laat de zaak rusten”
“Pieter Omtzigt ziet voor zichzelf – als parlementariër in een relatief kwetsbare positie – geen rol om actief aan waarheidsvinding te gaan doen,” schreef Ottens in zijn verslag aan Poot. “Er wordt vanuit het CDA en vanuit de fractie druk uitgeoefend op Omtzigt om de zaak te laten rusten.” Omtzigt noemde in zijn gesprek met Ottens in dit verband drie namen van partijgenoten. De eerste was toenmalig fractievoorzitter Sybrand Buma, de ‘directe baas’ dus van Omtzigt op dat moment. Buma zou Omtzigt een gesprek hebben aangeboden met “een tweetal, niet nader genoemde personen, die konden uitleggen dat er deze zaak echt helemaal niets aan de hand is en dat er dus alle reden is de zaak verder te laten rusten”. Buma zou Omtzigt in afwachting van dat gesprek geboden hebben een “radiostilte” in acht te nemen en geen acties meer te initiëren. “Omtzigt heeft zich aan het verzoek van Buma geconformeerd,” zo stelde Ottens in zijn verslag vast. “Maar intussen is die afspraak vijf weken oud en een initiatief voor het aangeboden gesprek is tot heden niet genomen.”
De andere twee CDA’ers die Omtzigt onder druk zouden hebben gezet waren toenmalig vice-president van de Raad van State en voormalig minister van Justitie Piet Hein Donner – en een andere voormalige minister van Justitie: Ernst Hirsch Ballin. In het verslag van Ottens staat dat Omtzigt hem had verteld dat hij bezoek had gehad van deze twee CDA-prominenten en dat zij hem duidelijk hadden gemaakt dat “het de bedoeling was dat hij de zaak zou laten rusten”. Waren zij gestuurd door Buma? En wat hebben zij Omtzigt precies verteld? Ottens geeft in zijn verslag aan dit niet te weten. Omtzigt had hem verteld over zijn onderhoud met Donner en Hirsch Ballin “zonder concreet aan te geven hoe die gesprekken tot stand waren gekomen en wat daarvan de precieze inhoud was”.
Verkrachtingen in Turkije
Waarom waren de vragen die Omtzigt en zijn collega Oskam stelden aan het kabinet over de zaak Demmink eigenlijk zo verontrustend voor zijn partij en kennelijk ook voor de Nederlandse regering? De vragen gingen over twee minderjarige jongens die Demmink hadden beschuldigd van verkrachting in Turkije en over een geruststellende brief van de Nederlandse ambassadeur in Washington hierover aan het Amerikaanse Congres. Omtzigt en Oskam wilden onder meer van het kabinet weten of het waar was wat de ambassadeur had geschreven. Klopte het dat er een grondig onderzoek was gedaan naar de aan het adres van Demmink geuite beschuldigingen? En klopte het dat Demmink helemaal niet in Turkije was geweest in de periode dat de Turkse jongens zeiden te zijn verkracht?
De ministers Frans Timmermans van Buitenlandse Zaken en Ivo Opstelten van Justitie antwoordden door te zeggen dat ze volledig stonden achter de brief van de ambassadeur. Omtzigt liep daarop via Twitter weten geen genoegen te nemen met de reactie van de bewindslieden. Deze bevestigde hem juist in zijn vermoeden dat er nog steeds geen grondig onderzoek had plaatsgehad. Bovendien zou, dankzij vragen van Omtzigt en Oskam, een jaar later blijken dat Demmink wel degelijk in Turkije was geweest in de door de jongens aangegeven periode. Er bleek toen ook dat het OM zelfs niet eens navraag had gedaan bij de Turkse autoriteiten over de inreisgegevens van Demmink. Hoewel dus van de brief van ambassadeur Rudolf Bekink geen spaan heel bleef, lieten Opstelten en Timmermans weten niet bereid te zijn Bekink te vragen de brief aan de Amerikaanse congresleden te rectificeren.
Zijn vragen over de vermeende misbruikzaak in Turkije bracht Omtzigt niet alleen in de problemen met prominenten van zijn eigen partij. In een interview met ThePostOnline in 2013 verklaarde hij geschaduwd te worden door de Turkse geheime dienst. “Het werk dat ik doe is minder onschuldig dat het lijkt,” zo verklaarde hij. “De Turkse geheime dienst zit nog steeds achter me aan.” Volgens Omtzigt zouden naast zijn bemoeienissen met de zaak Demmink ook zijn inzet voor christenen in Turkije hier debet aan zijn.
Uitpers meldde eerder al dat Omtzigt stiekem nog even was doorgegaan nadat Buma hem had opgedragen de zaak Demmink te laten rusten. Dit blijkt ook uit het gesprek dat hij daarna nog met Ottens heeft gevoerd. Maar het was snel daarna gedaan. De derde en laatste keer dat Omtzigt Kamervragen stelde over Demmink was in september 2013.
Ottens heeft, naar eigen zeggen, het verslag nooit opgesteld met de bedoeling het in handen te spelen van de media. Poot heeft het wereldkundig gemaakt zonder medeweten van Ottens. Omtzigt zou ontstemd hebben gereageerd toen hij merkte dat een verslag van zijn gesprek met Ottens niet vertrouwelijk was behandeld. Hij heeft Poot tevergeefs ‘gesommeerd’ de namen van Donner en Hirsch Ballin te verwijderen uit een publicatie op diens Demmink Doofpot-website.
Lekgeprikte banden oud-justitie-directeur
Ottens bekleedde van 1991 tot en met 2005 diverse directiefuncties op het ministerie van Justitie, en heeft op die manier Demmink persoonlijk leren kennen en ook met hem samengewerkt en hem vergezeld op enkele dienstreizen. Hij verklaart desgevraagd nooit iets te hebben gemerkt van pedoseksuele activiteiten van de toenmalige directeur-generaal.
“Ik heb enkele jaren goed met hem samengewerkt,” zegt Ottens. “Het was op het departement een gewaarde jurist en we deelden de liefde voor opera en goede wijn. Ik wist dat hij homo was, maar ik had en heb daarmee geen enkel probleem. Dat hij een voorliefde had voor minderjarige jongens, daarvan heb ik nooit iets gemerkt. Maar door de getuigenverklaringen bij de rechtbank Utrecht ben ik daar later wel van overtuigd geraakt.”
Hoe verklaart Ottens dat geen enkel medium heeft bericht over het verslag van zijn gesprek met Omtzigt? “Ik ken journalisten die vol in het dossier waren gedoken en als dat wat opleverde zijn zij telkens door hun leiding teruggefloten,” zegt hij. “Als ik vroeg waarom ze ineens stopten kreeg ik een vaag verhaal met duidelijke hints dat de leiding wilde dat ze het dossier zouden laten rusten. De geschiedenis leert dat er een onmiskenbare parallel bestaat tussen hoe onderzoeksjournalisten zich verhouden tot hoofdredacteuren en fractieleden tot fractievoorzitters.”
Volgens Ottens is het ook niet zonder risico je bezig te houden met de zaak Demmink. “Na gesprekken met een aantal van mijn oud-collega’s bij justitie over de zaak Demmink trof ik mijn auto aan met vier lekgeprikte banden,” zegt hij. “Ik heb aangifte gedaan, er is proces-verbaal opgemaakt, maar de politie heeft er verder niks mee kunnen doen. Let wel, zeven mensen die zich met de zaak hebben bezig gehouden zijn een onnatuurlijke dood gestorven. Ik zeg niet dat is in verband met de Demmink doofpot. Dat is op geen enkele manier formeel te bewijzen. Maar ze zijn wel dood en kunnen dus niet meer spreken.”
Ottens zegt ‘diep respect’ te hebben voor de parlementariër Omtzigt. “Hij heeft begrepen dat doorzetten in de Demmink-zaak hem op zijn minst de politieke kop zou kosten. Hij is gebleven – en daar ben ik blij om, want ook in andere dossiers bewijst hij dat hij behoort tot de enkelingen in het parlement die hun taak integer en vasthoudend uitvoeren. Eerlijk gezegd maak ik me wel eens zorgen over zijn veiligheid.”
Ottens benadrukt dat zijn gesprek met Omtzigt in maart 2013 een ‘momentopname’ was. “Daarna zijn ze pas echt op hem losgegaan,” zegt hij. “Piet Hein Donner speelde een cruciale rol. Als vice-president van de Raad van State was hij in de positie om premier Rutte en de betrokken CDA’ers te vragen druk op Omtzigt uit te oefenen en hij deed dat zelf dus ook.” Ottens herinnert zich nog goed hoe Omtzigt hem vertelde dat hij het gesprek met Donner als buitengewoon onprettig had ervaren en het grote indruk op hem had gemaakt.
Donner: “Nog geen begin van bewijs”
Buma, die sinds 2019 burgemeester is van Leeuwarden, liet eerder via zijn woordvoerder weten geen commentaar te willen geven op het spreekverbod dat hij Omtzigt zou hebben opgelegd. Omtzigt en Hirsch Ballin hebben niet gereageerd op interviewverzoeken. Alleen van Donner kwam een reactie. Donner, die in 2019 per Koninklijk besluit werd benoemd tot bestuursvoorzitter van de Carnegie Stichting die het Vredespaleis in Den Haag beheert, zegt het “merkwaardig” te vinden dat hem gevraagd wordt naar zijn onderhoud met Omtzigt zeven jaar geleden. “Ik kan mij werkelijk niet herinneren wie ik in 2013 gesproken heb en wat ik daar gezegd heb. Ik ben benieuwd of u daar zelf toe in staat bent?”
Wel stelt Donner dat als hij Omtzigt geadviseerd zou hebben over de zaak Demmink “dat een verstandig advies is geweest, gelet op de uitkomst van het onderzoek van het OM en de vervolging die werd ingesteld.” Er zou volgens Donner “nog geen begin van bewijs” zijn aangevoerd tegen Demmink. Opeenvolgende rechters zouden alle aantijgingen “vals” hebben bevonden. “Die stelling heb ik als minister van Justitie dan ook publiekelijk ingenomen toen weer eens beweringen opdoken,” zegt hij. “Ik begrijp uit uw bericht dat er nog steeds kapitaalkrachtige personen zijn die de beweringen levend willen houden. Er zijn ook nog steeds mensen die beweren dat de aarde plat is en mijnheer Trump zegt dat hij de verkiezingen gewonnen heeft. Kennelijk wilt u zich in dienst van dat soort krachten stellen.”