Enkele jaren na Maxima Zorreguieta doet een tweede opvallende blonde jongedame haar intrede in het huis van Oranje-Nassau: op 24 april trouwt Mabel Wisse Smit met prins Johan Friso. Portret van een flamboyante vrouw die iedereen, van gangster tot minister, om haar vinger windt.
Pratend over Mabel Wisse Smit schiet Mient Jan Faber een herinnering te binnen. Samen met Wisse Smit begeleidde hij tien jaar geleden de Bosnische hoogleraar Zdravko Grebo bij zijn bezoek aan Nederland. Grebo, prototype van de dwarse Balkan-intellectueel, had met studenten in Sarajevo het vrije radiostation Zid opgericht en zou daar een vredesprijs voor krijgen. Faber: ‘We moesten ’s morgens in alle vroegte in Middelburg zijn, in de kerk waar de plechtigheid zou plaatsvinden. In de auto zei Mabel tegen Grebo: zou je niet een stropdas omdoen? Bij gelegenheden waar prinses Juliana bij is, hoort een stropdas, vond ze. Dat was een probleem. De winkels waren nog dicht, waar haalden we zo gauw een das vandaan? We kwamen langs een trouwzaak waar de deur openstond, en daar heeft Mabel een mooie das voor Grebo uitgezocht.’
Faber was voorzitter van het Interkerkelijk Vredesberaad en begaan met Oost-Europa. Mabel was directeur van de European Action Council for Peace in the Balkans. Dat schept een band. Later moesten ze met zijn tweeën in een zijkamertje van de kerk wachten totdat de helikopter met prinses Juliana was geland. De dalai lama, een andere laureaat, stapte grijnzend op een paar gezichten af die hij zich meende te herinneren. ‘ We know each other, don’t we?‘ Mient Jan Faber knikte: ‘Of course we do.’Mabel schudde haar hoofd en zei: ‘No, we don’t.’Ze schrok er zelf van, maar haar antwoord leidde wél tot handen schudden en een kort kennismakingsgesprek. Eigenlijk kan Mient Jan Faber, die nu ruim tien jaar bevriend is met Mabel, alleen maar in superlatieven over haar spreken. Dat ze een kei is in het leggen van contacten. Dat ze over tact beschikt. Dat ze humor heeft en intelligent is. En hoe dramatisch het is dat ze ineens werd geassocieerd met drugscrimineel Klaas Bruinsma, in wiens gezelschap ze in een vorig leven inderdaad was opgedoken. ‘Ze is in de media totaal kapotgemaakt door die affaire’, zegt Faber.
Ed van Thijn beschrijft in zijn boek Stemmingen in Sarajevo hoe Mabel hem in het voorjaar van 1996 in Bosnië bijna letterlijk tegen het lijf liep. Net als Mient Jan Faber was ook Van Thijn prompt onder de indruk van haar doortastende optreden. Als hoofdwaarnemer die op een eerlijk verloop van de verkiezingen kwam toezien, was Van Thijn een vip in Bosnië. Terwijl hij zich op de dag van aankomst in een restaurant zat te ergeren aan de slome bediening, stoof ‘een uitbundig enthousiaste, attractieve blonde dame’ binnen. Haar begroeting was hartstochtelijk. Van Thijn citeert uit zijn dagboek: ‘Ze kijkt zeer verbaasd als wij niet onmiddellijk op haar naam kunnen komen. “Ik ben Mabel”, zegt ze, maar er gaat bij ons nog steeds geen lichtje branden.’
Mabel Wisse Smit scheelt vierendertig jaar met de voormalige minister van Binnenlandse Zaken en vroegere burgemeester van Amsterdam. Ze was een vlotte meid die hem ongevraagd tutoyeerde en direct ‘Ed’ noemde. Achteraf bleek dat over die ogenschijnlijk spontane ontmoeting was nagedacht. Wie Mabel beter kent, weet dat ze nooit zomaar iets doet. Ze heeft een fijne antenne voor het benaderen van de juiste personen op het goede moment. Van Thijn was op zijn hoede toen ze hem voorstelde aan haar vriend Mohammed Sacirbegovic, beter bekend als Mo Sacirbey, minister van Buitenlandse Zaken van Bosnië. Als hoofd van zijn inspecterende missie namens de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) luisterde Van Thijn welwillend naar wat zijn gesprekspartners te melden hadden, zonder de schijn op zich te laden dat hij te beïnvloeden was. Contacten met vertegenwoordigers van politieke partijen lagen in kruitvat Bosnië uiterst gevoelig.
‘Ik vond Mabel imponerend door de manier waarop ze zichzelf presenteerde. Ze straalde veel dynamiek en eruditie uit’, vertelt hij. ‘We hebben de eerste avond in Sarajevo met haar en haar gezelschap doorgebracht. Sacirbey was heel prominent aanwezig. Daarna heb ik het contact bewust afgehouden tot na de verkiezingen. Ik was daar als neutraal waarnemer. Mabel en Mo bepleitten de zaak van de Bosnische moslims en stonden pal achter president Izetbegovic. Ik begreep dat wel, maar hoewel hun standpunt mijn sympathie had, kon ik het op dat moment niet ondersteunen. De moslims zaten in een underdogpositie tegenover de Serviërs en later ook de Kroaten, die tot de tanden toe gewapend waren.’
Pas nadat de verkiezingswaarneming was afgerond, kon Ed van Thijn vriendschap sluiten met Mabel Wisse Smit en haar Bosnische metgezel.
Kameleontisch beeld
Er is een kameleontisch beeld ontstaan van Mabel als een vrouw van de wereld die aanzien in kringen van machts- en gezagsdragers verwierf, maar na werktijd de frivole levensstijl van een gangstermeisje zou huldigen. Haar keurige Gooise komaf stond contacten met de onderwereld in elk geval niet in de weg, zoals aanstaand echtgenoot prins Johan Friso oktober vorig jaar in een brief aan premier Balkenende opbiechtte. Ze had ‘gedurende drie maanden in 1989 regelmatig contact’ met de crimineel Klaas Bruinsma, die ze ‘in het daaropvolgende anderhalf jaar’ met ‘enige regelmaat’ bleef zien. Zes keer bracht ze de nacht door aan boord van het luxemotorjacht Neeltje Jacoba dat eigendom was van de drugsmiljonair. Toen bleek dat het jonge paar de regering in eerste instantie te luchthartig had geïnformeerd over deze ‘oppervlakkige contacten’, werd besloten om het huwelijk niet ter goedkeuring aan het parlement voor te leggen.
De Rotterdammer Arne Klunder is nog steeds van mening dat hij met Bruinsma werd verward. Ook Ottolien Lels, een vriendin van Mabel in die tijd, die publiekelijk bekende dat zij, Ottolien, tot aan zijn gewelddadige dood een relatie met de drugsbaron had, blijft bij dit verhaal. Klunder was lid van de Rotterdamsche Zeil- en Roeivereeniging, Mabel zat bij de iets chiquere Koninklijke Zeil- en Roeivereeniging in Muiden. Ze leerden elkaar kennen bij grote wedstrijden. Nadat in het voorjaar van 1989 iets moois tussen hen was opgebloeid, sliepen ze een paar keer in de kajuit van de Neeltje Jacoba. Bij evenementen liet Bruinsma de bemanning van zijn zeiljacht Amsterdamned aan boord van het motorschip overnachten. ‘Doordat ik meevoer op de Amsterdamned, had ik op een bepaald moment intensief contact met Bruinsma’, zegt Klunder. ‘In het zeilcircuit stond hij beslist niet bekend als zware misdadiger, zoals hij achteraf werd afgeschilderd. Hij had ook een hartelijke en zacht-aardige kant. Waar hij precies zijn geld mee verdiende, wisten we niet. Dat hoorden we later pas.’
Met Mabel was het altijd lachen, weet Klunder. Dat ontwapenende, dat haar later zo geknipt maakte voor de caritas, zat er toen al in. In 1989 studeerde ze nog economie en politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Haar toekomstplannen waren nog weinig concreet, al straalde ze de ambitie uit om het ver te brengen in het leven. Ze hield toen al een adresboekje bij van mensen die bij het verwezenlijken van een droomcarrière van belang konden zijn.
De al dan niet vermeende liefdesrelatie met de in 1991 vermoorde Klaas Bruinsma creëerde een sfeer waarin de makers van tv-programma’s als Jiskefet of Kopspijkers de naam Mabel Wisse Smit maar hoefden uit te spreken om gegniffel in de huiskamers te ontlokken.
Ed van Thijn vergaderde in oktober vorig jaar met de International Crisis Group (ICG) in New York toen Peter R. de Vries de spraakmakende televisie-uitzending met Charlie da Silva maakte. De vroegere lijfwacht van Bruinsma verklaarde dat hij zich Mabel zeer goed herinnerde uit de tijd waarin ze ‘die wijf’ was van zijn baas. Het nieuws ging snel de wereld rond. In New York reageerden de kopstukken van de aan George Soros gelieerde International Crisis Group geschokt op de berichten uit Nederland. Ze kenden Mabel niet alleen als directeur van zijn Open Society Institute in Brussel, ze woonde ook altijd, meestal samen met Soros, de ICG-vergaderingen bij. Deze ene keer was ze er niet. ‘Ik moest ze uitleggen om welke beschuldigingen het ging en wie meneer Bruinsma was’, zegt Van Thijn. ‘Ze hadden werkelijk geen idee.’
Het klasje
Ze werd in 1968 geboren als Mabel Los. Haar vader verdronk toen ze negen jaar oud was. Haar moeder hertrouwde drie jaar later met Peter Wisse Smit, directeur van de Rabobank in Blaricum. Mabel en haar zus Nicoline namen de achternaam over van hun stiefvader, die vier jaar geleden overleed. Haar moeder Flos Wisse Smit-Kooman werd vorig jaar vanwege uiteenlopende maatschappelijke verdiensten geridderd in de Orde van Oranje Nassau: ‘Begeleiding van de hockeyjeugd, vrijwilligerswerk op een lagere school, collectewerk voor het Wilhelminafonds en zorg voor Oorlogsgraven.’ Mabel werd kennelijk door ma ge-inspireerd. Als leerlinge aan het Gemeentelijk Gymnasium in Hilversum stak ze tijd in het jeugdbestuur van de Hilversumsche Mixed Hockey Club en in de jongerenorganisatie van de VVD. Haar leraren omschrijven haar als een meisje dat later ‘mooie dingen’ wilde gaan doen. Ze had het er altijd over dat ze naar ‘het klasje’ wilde.
Daarmee bedoelde ze het diplomatenklasje. Na haar schoolexamen in 1986 bleef ze het liberale gedachtegoed uitdragen. Mabel studeerde bij de rode professor Duco Hellema cum laude af op haar doctoraalscriptie De financiering van vredesoperaties onder auspiciën van de Verenigde Naties. Haar stages liep ze begin jaren negentig bij ABN Amro in Barcelona, bij het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag, bij Shell in Maleisië en bij de Verenigde Naties in New York. Daar ontmoette ze Mo Sacirbey, de man met wie ze jarenlang for better or worse zou optrekken. In 1992, kort na het uitbreken van de oorlog in Bosnië, werd de in Sarajevo geboren maar tot Amerikaan genaturaliseerde advocaat gevraagd om de Bosnische belangen te behartigen als speciaal gezant bij de Verenigde Naties. President Alija Izetbegovic was bevriend met Mo’s vader en had hem persoonlijk voor de functie gevraagd. Later werd Sacirbey benoemd tot minister van Buitenlandse Zaken van het land in oorlog. Dat hij was getrouwd en twaalf jaar ouder was dan Mabel vormde tussen 1993 en eind 1996 geen obstakel voor een romantische relatie waar Mo noch Mabel geheimzinnig over deden. Samen zetten ze zich in voor steun aan het geteisterde Bosnië.
De Amsterdamse advocaat Phon van den Biesen raakte elf jaar geleden via de Amerikaanse hoogleraar Francis Boyle betrokken bij de zaak die Bosnië bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag had aangespannen tegen het agressieve Servië en Montenegro. Bij de eerste zitting in het Vredespaleis kwam hij Mo Sacirbey tegen, die in het gezelschap van Mabel verkeerde. Al snel had de raadsman intensief en veelvuldig contact met de flamboyante Sacirbey die, zoals dat in juridisch jargon heet, optrad als agent namens de Bosnische regering. Ze raakten bevriend. Mabel was bereid om al haar kwaliteiten aan te wenden om het ideaal van haar vriend te verdedigen. Zolang het wapenembargo tegen Bosnië voortduurde, konden de aangevallen moslims niet terugvechten tegen de Serviërs en de Kroaten. De internationale gemeenschap die het drama op de Balkan tot dan toe machteloos had aangezien, moest met informatie worden bestookt. In Amerika was voor deze lobby de Action Council for Peace on the Balkans opgericht met een aanbevelingscomité waarin klinkende namen van oud-politici. Op 16 februari 1994 werd in Amsterdam een Europese afdeling opgericht. Het idee kwam van Sacirbey, Mabel voerde het uit.
Aan de Nieuwe Herengracht betrok de prille European Action Council een zolderverdiepinkje boven het advocatenkantoor van Van den Biesen. Mabel legde een ongekende werkdrift en flair aan de dag. Van den Biesen, bestuurslid van de stichting, stond versteld van de voortvarendheid waarmee Mabel het kantoor uit de grond stampte. ‘In het begin zat Mabel daar alleen, later kwamen er mensen bij. Er verscheen een wekelijkse nieuwsbrief met feiten over Bosnië en de oorlog. Daartoe had ze razendsnel een heel netwerk opgezet van vertegenwoordigers van de VN en de EU ter plekke, maatschappelijke organisaties en onderzoekscommissies. Een sterke karaktertrek van haar is dat ze op iedereen afstapt. In betrekkelijk korte tijd komt ze veel te weten, ze kan dingen to the point uitzoeken en goed onthouden.’
Ze stapte rond op schoenen met halfhoge hakken, ze droeg mantelpakjes en gebruikte make-up. Eigenlijk zag ze er meer uit als een dame uit het bedrijfsleven dan als een activiste. Een beetje ijdel was ze ook. ‘Met kerst en oudjaar verzond ze wenskaarten met een afbeelding van zichzelf in bevallige houding’, vertelt Willem Houwen, begin jaren negentig verbonden aan het Amsterdamse cultureel centrum De Balie. Hij herinnert zich ook hoe Mabel vol trots vertelde dat ‘de Aga Kahn’ en ‘Baroness Thatcher’ waren toegetreden tot het comité van aanbeveling van haar Action Council. ‘Mabel kickte op haar contacten met belangrijke mensen. In het linksige milieu van De Balie was dat zeer ongebruikelijk. Door de oorlog op de Balkan ontstonden netwerken die niet eerder mogelijk waren: linkse actiegroepen gingen samenwerken met aanhangers van de Atlantische gedachte.’
Eigen grenzen
Vanuit standplaats Amsterdam vloog ze de wereld over. In gezelschap van Mo Sacirbey pendelde ze tussen New York, Brussel, Sarajevo en Amsterdam. Mient Jan Faber was erbij toen ze in Brussel een bijeenkomst belegde waarvoor onder anderen de Belgische oud-premier Leo Tindemans was uitgenodigd. Er werd gepleit voor de opheffing van het wapenembargo tegen Bosnië. De moslims moesten zich kunnen verdedigen tegen Servische aanvallen. Toen Faber aan Mabel vroeg of er ‘een kern van waarheid’ zat in het gerucht dat ze zich met wapenhandel bezig zou houden, antwoordde ze resoluut: ‘Nee, ik kijk wel uit. Zo zit ik niet in elkaar.’ Sacirbey gaf naderhand toe dat hij wél wapens voor zijn land had georganiseerd. ‘Het is de vraag of hij haar dat toen verteld heeft’, peinst Faber hardop. ‘Mabel trok haar eigen grenzen. Ze wist heel goed wat wel en wat niet kon.’
Advocaat Phon van den Biesen moet denken aan de keer dat hij Mo Sacirbey en Mabel Wisse Smit vergezelde naar een deftige werklunch in het gebouw van de Pakistaanse ambassade in Den Haag. De ambassadeur was namelijk lid van de conferentie van islamitische landen waar Sacirbey steun voor de Bosnische zaak zocht en kreeg. Rondom de met gouden bestek gedekte tafel zaten vijfentwintig mannen, maar daar liet Mabel zich volgens Van den Biesen niet door afschrikken. ‘Ze aarzelde niet om het woord te nemen in een voorname omgeving waar ze bijna niemand kende en verkondigde allerlei meningen over Bosnië. De heren reageerden daar in eerste instantie buitengewoon verstoord op. Ze hadden het idee dat Mabel een secretaresse of zo was. Maar ze raakten al snel geïnteresseerd in wat ze te melden had.’
In september 1995, op de avond die voorafging aan Amerikaanse bombardementen op Servische stellingen in Bosnië, schoven Sacirbey en zijn Mabel in Parijs aan bij een diner ten huize van de ambassadeur van de Verenigde Staten. Onder de genodigden bevonden zich de Bosnische president Izetbe- govic, NAVO-generaal Wesley Clark en niet te vergeten de diplomaat Richard Holbrooke, die drie maanden later in Dayton, Ohio, het vredesakkoord tussen de strijdende partijen in ex-Joego-slavië zou bewerkstelligen. Dat Mabel Wisse Smit daarna aanwezig was bij de onderhandelingen op de luchtmachtbasis van Dayton, zal de afgunst hebben gewekt van andere niet-gouvernementele organisaties die zich voor vrede op de Balkan inzetten. Want wie was die dame, de minnares van Mohammed Sacirbey, nu helemaal? Nadat de vrede was getekend, voelde Sacirbey er niets voor zijn ministerschap voort te zetten. Omdat hij niet naar Bosnië wilde verhuizen, werd hij weer Bosnisch gezant bij de Verenigde Naties in New York.
Voor het European Action Council for Peace in the Balkans in Amsterdam viel minder te doen nadat het wapengekletter was verstomd. Maar Mabel Wisse Smit had alweer een ander goed doel ontdekt. Met haar studievriendin en Action Council-medewerkster Willemijn Verloop richtte ze de Nederlandse tak van War Child op. De van oorsprong Britse organisatie helpt kinderen in oorlogsgebieden. ‘Hiervoor is geld nodig. Veel geld’, schreef bestuurslid Mabel Wisse Smit in een van haar befaamde bedelbrieven. Voor honderd gulden per persoon konden genodigden op een dinsdagavond deelnemen aan een liefdadigheidsdiner in het trendy Amsterdamse restaurant de Supperclub. ‘Mohammed Sacirbey, de Bosnische minister van Buitenlandse Zaken, en verschillende Nederlandse politici zullen deze avond aanwezig zijn’, beloofde Mabel in haar brief. De laatste alinea bevatte natuurlijk weer een rits namen van prominenten, want het was de afzender allang duidelijk dat de hand makkelijker van de knip gaat als beroemdheden meedoen: ‘Namens de beschermheren van War Child, David Bowie, Brian Eno, Brent Hansen, Thom Stoppard, Juliet Stevenson en Thom Hoffman alvast hartelijk dank voor uw steun!’
George Soros, de Amerikaanse miljardair met het grote hart, financier van democratiseringsprocessen in Oost-Europa, zat in het netwerk van Mabel Wisse Smit vanaf het moment dat ze zich voor Bosnië begon te interesseren. Aryeh Neier, tweede man in Soros’ Open Society Institute (OSI), was immers bestuurslid van de European Action Council for Peace in the Balkans. Zodra er sprake van was dat de OSI zou worden uitgebreid met een Europees kantoor in Brussel, dook de naam van Mabel op als degene die geknipt was om dit filiaal te leiden. Omdat haar werk in Amsterdam er in 1997 op zat, was er niets dat een benoeming in de weg stond. Eind 1996 was er een einde gekomen aan de relatie met Sacirbey; daarna zagen ze elkaar nog incidenteel, maar niet meer als geliefden. Met de diplomatieke carrière van de Bosnische gezant bij de Verenigde Naties ging het bergafwaarts. Het einde van de oorlog viel samen met politieke veranderingen in zijn land. De Stranka Demokratske Akcije, de moslimpartij van president Izetbegovic, raakte verwikkeld in diverse corruptieschandalen. De president trok zich in 2000 om gezondheidsredenen terug uit de politiek en overleed een halfjaar geleden na een ziekbed. Mo Sacirbey werd vorig jaar in New York gearresteerd. Volgens de nieuwe machthebbers in Bosnië-Herzegovina was hij verantwoordelijk voor het verdwijnen van twee en een half miljoen dollar. Sindsdien zit hij achter de tralies van het Metropolitan Correction Center, in afwachting van zijn uitlevering. Zijn Nederlandse vrienden Niek Biegman, Phon van den Biesen en Ed van Thijn zijn overtuigd van zijn onschuld. Mo is geen ladenlichter. Mabel stuurde e-mails naar advocaten en leden van de rechterlijke macht in New York. Ze schreef dat ze er graag aan wil bijdragen dat haar ex-vriend een eerlijk proces krijgt.
Prins Johan Friso
Toen D66-kamerlid Lousewies van der Laan (D66) nog als woordvoerster voor Europees commissaris Hans van den Broek in Brussel werkte en Mabel Wisse Smit nog nooit had ontmoet, werd ze al met Mabel verward. ‘Het is voorgekomen dat mensen mij vroegen of ik iets voor Soros wilde meenemen, en aan Mabel werd gevraagd een boodschap aan Van den Broek over te brengen’, zegt ze. ‘We lijken natuurlijk op elkaar. We zijn alletwee jong, blond, komen uit Nederland, werkten voor mannen met een grote naam en hielden ons bezig met Oost-Europa. Geen wonder dat het meteen klikte toen we elkaar eindelijk op een receptie in Brussel tegenkwamen.’
Lousewies van der Laan verkeert op vriendschappelijke voet met diverse leden van het Koninklijk Huis, maar ze heeft zich voorgenomen daar niets over te zeggen. Ze houdt het gesprek graag zakelijk. Laat anderen maar vertellen hoe Mabel door haar vriendin Laurentien Brinkhorst werd voorgesteld aan prins Johan Friso. Dat was op een feestje in 2000, een paar maanden voordat Laurentien met prins Constantijn ging trouwen. De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) kon op 14 februari 2001 met een gerust hart dat potsierlijke communiqué wereldkundig maken waarin officieel werd ontkend dat prins Friso homoseksueel was. Hij trok in die tijd al intensief met Mabel op, al zou de RVD pas vijf maanden later bevestigen dat hier sprake was van een ‘vriendschap’. Toen Mabel in oktober 2002 bij de uitvaart van prins Claus met de familie mocht afdalen in de koninklijke grafkelder, was dat de eerste publieke aanwijzing voor wederzijdse liefde in een gevorderd stadium. Bij de verloving prees koningin Beatrix vorig jaar ‘de heel natuurlijke wijze’ waarop Mabel haar plaats in de familie had veroverd.
Mabels positie binnen de Soros-hiërarchie is gestegen tot de hoogste regionen. Behalve in het Open Society Institute – ze verwisselde standplaats Brussel onlangs voor Londen, waar Friso als investment banker werkte – is ze ook belangrijk binnen de International Crisis Group. Daan Evers, binnenkort Nederlands ambassadeur bij de OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa) in Wenen, is zeer te spreken over Soros en Mabel. ‘Hun club, die zich inzet voor democratie, mensenrechten, onafhankelijke media en rechters, kan soms meer dan wij of de Ver-enigde Naties. Vooral de informatierapporten van het Open Society Institute over Oost-Europese landen en voormalige sovjetstaten zijn erg goed.’
Evers heeft regelmatig e-mailcontact met Mabel. De goede samenwerking maakte bijvoorbeeld de rozenrevolutie in Georgië mede mogelijk, in januari van dit jaar. OVSE en OSI keken nauwkeurig toe bij de verkiezingen die de toenmalige president Sjevardnadze organiseerde. Evers en Mabel regelden dat Soros’ organisatie hiervoor extra geld en mensen ter beschikking stelde. De inspecteurs signaleerden frauduleuze praktijken. De verkiezingen moesten over. Het gevolg was dat Sjevardnadze het veld moest ruimen. Met het aantreden van de nieuwe president Michail Saakasjvili en zijn Zeeuwse echtgenote Sandra Roelofs heeft eindelijk de democratie zijn intrede gedaan in Georgië. Mabel kent Saakasjvili trouwens goed, zegt Evers. ‘Nee, je kunt Mabel niet omschrijven als een stille kracht. Het is een kordate, energieke tante, die je qua networking niets hoeft te vertellen. Onder alle commotie en toestanden heeft ze haar hoofd koel gehouden, haar werk gewoon laten doorgaan. Dat vond ik goed. We hopen dan ook dat Mabel door blijft functioneren, want dat doet ze goed en effectief.’
Mabel Wisse Smit zelf is ook helemaal niet van plan om straks als mevrouw Van Oranje-Nassau thuis te gaan zitten, vertellen haar vrienden. Ze heeft zich inmiddels al weer nieuwe doelen gesteld. Vanuit de Londense dependance van Soros zal ze haar aandacht vooral richten op campagnes en projecten voor aidsbestrijding in Centraal-Azië en Afrika. Phon van den Biesen en Ed van Thijn denken dat in de toekomst een zeer hoge positie bij de Verenigde Naties wel het minste is wat binnen het bereik van de aanstaande bruid zal komen.