Een muurschildering in Madrid die vijftien historische vrouwen in de bloemetjes zet, van Frida Kahlo en Lyudmila Pavlichenko, de sluipschutter van het Rode Leger, tot Nina Simone en Rosa Parks is het nieuwste front geworden in een Spaanse cultuuroorlog, onder leiding van de extreemrechtse partij Vox.
Sven Tuytens brengt verslag uit vanuit Madrid.
Buurtbewoners van het district Ciudad Lineal in de Spaanse hoofdstad Madrid trokken tijdens het weekend van 23-24 januari 2021 de straat op om te protesteren nadat het extreemrechtse Vox in de gemeenteraad van Madrid een campagne startte om een bekende muurschildering met vijftien historische vrouwen te laten verwijderen wegens haar “politieke boodschap”.
In 2018 werd de 60 meter lange muurschildering, met de slogan ‘Je bekwaamheid is niet afhankelijk van je geslacht’, in opdracht van de lokale overheid op de muur van een publieke sporthal geschilderd. Andere bekende gezichten in het kunstwerk zijn de tennister Billie Jean King, de burgerrechtenactiviste Angela Davis, de kosmonaute en politica Valentina Tereshovka en de schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie.
Tijdens de week van 18 januari stelden de raadsleden van Vox op een vergadering van de gemeenteraad voor om deze muurschildering te vervangen door “iets dat men sport te maken heeft”.
Het voorstel van Vox behaalde de meerderheid met de steun van de conservatieve Volkspartij (Partido Popular -PP) en het centrumrechtse Ciudadanos (burgers). De gemeenteraad stemde om de gezichten van de vrouwen te overschilderen met portretten van mannelijke en vrouwelijke paralympiërs.
De beslissing leidde zondag 24 januari 2021 tot luidruchtig protest aan het sportcentrum en een online petitie om de muurschildering te redden leverde tegen maandagmiddag bijna 50.000 handtekeningen op.
Uitvinding van ‘feminazis’
Om in de gemeenteraad aan een meerderheid te geraken heeft de regerende minderheidscoalitie Partido Popular-Ciudadanos in Madrid de gedoogsteun van Vox nodig en zit er niet anders kan dan vlijtig meedoen aan de verbeten kruistocht van Vox tegen het feminisme.
Daar moet de Partido Popular overigens niet veel moeite voor doen, want deze week werd tevens bekend gemaakt dat het stadsbestuur – onder het voorwendsel van een structurering – ook de Dienst voor Gelijke Kansen doodleuk afschaft.
Al wil de Partido Popular niet toegeven dat ze onder druk van Vox dit soort beslissingen neemt, desalniettemin volgt ze het negationistische standpunt van Vox dat stelt dat ‘violencia machista’ niet bestaat en niet meer is dan een uitvinding van ‘feminazis’, een term die extreemrechts dolgraag in de mond neemt.
Maar volgens een uitgebreid onderzoek in 2020 naar geweld tegen in vrouwen in Spanje blijkt daarentegen dat meer dan de helft van alle vrouwen die in Spanje leven ooit het slachtoffer werd van een vorm van macho-geweld. (1)
Standpunten van de eerste minister en de burgemeester van Madrid
De socialistische premier Pedro Sánchez sprak zich ook uit over de muurschildering door op vrijdag 22 januari 2021 te tweeten: “De feministische strijd voor gelijkheid heeft een onuitwisbare stempel gedrukt op onze geschiedenis. Het is een strijd die we op alle vlakken zullen blijven voeren totdat we ervoor zorgen dat vrouwen vrij en gelijk kunnen leven.”
De PP-burgemeester van Madrid, José Luis Martínez-Almeida, verwierp de suggestie dat de beslissing om de muurschildering te verwijderen “een aanval op het feminisme” is en zei dat het in feite een bewijs is van de goede werking van de democratie.
“Het besluit om het te verwijderen is net zo democratisch als het besluit om het te schilderen”, zei hij. “Deze muurschildering was er een paar jaar geleden niet en toen nam de gemeenteraad een beslissing tijdens een zitting. Was dat democratisch? Ja. Is het democratisch om nu in te stemmen met het verwijderen ervan? Ja, dat is zo.” (2)
Burgemeester Martínez-Almeida zei dat het redelijk is om paralympiërs te eren – “zowel mannen als vrouwen”, en bekritiseerde Sánchez voor zijn opmerkingen over het verwijderen van de muurschildering en het niet veroordelen van “muurschilderingen die terroristen in Baskenland verheerlijken”.
Kleinzielig denken
Jorge Nuño van het Unlogic-collectief (Twitter @UNLOGICCREW) dat de muurschildering maakte, zei dat het werk gewoon een erkenning is van de prestaties van de 15 vrouwen die erop afgebeeld staan. Nuño heeft moeite om de controverse te begrijpen en vertelde aan de onlinekrant Eldiario.es dat hij niet kon vatten hoe, “midden in een pandemie en na een vreselijke sneeuwstorm, de gemeenteraadsleden debatteren over een muurschildering die al drie jaar op de muur van een sportcentrum hangt”. Hij voegde eraan toe: “Kunst veroorzaakt geen problemen, kleinzielig denken wel.”
Rectificatie
Het burgerprotest en de petitie deed het stadsbestuur twee dagen later terugkrabbelen. De vice-burgemeester van Madrid, Begoña Villacís (Ciudadanos), legde in een plenaire zitting van de gemeenteraad uit dat “sektarisme niet met meer sektarisme wordt uitgewist” maar verduidelijkte zeker niet van de muurschildering te houden: “Noem het een rectificatie, het kan me niet schelen: het maakt me niet bang. Ik geef er de voorkeur aan om de muurschildering te houden en andere muurschilderingen te laten schilderen”, zei Villacís.
Nog op de zwarte lijst
De partij Vox is in Madrid niet aan haar proefstuk toe in haar ijver om muurschilderingen, standbeelden en gedenkplaten van progressieve bekendheden te laten verdwijnen.
In 2020 kreeg Vox, eveneens met de steun van de Partido Popular en Ciudadanos, het voor mekaar om een meerderheid van de stemmen te behalen voor het verwijderen van de straatnamen die verwijzen naar twee socialistische politici van de Tweede Spaanse Republiek: de Avenida Francisco Largo Caballero (president) en de Bulevar de Indalecio Prieto, (minister). Bovendien wil Vox eveneens de standbeelden van beide politici aan het regeringscomplex Nuevos Ministerios in het centrum van de hoofdstad laten weghalen.
In november 2020 werd een gedenkplaat ter ere van Francisco Largo Caballero in Madrid verwijderd en de volgende op de zwarte lijst van Vox was die aan het huis waar Indalecio Prieto Tuero woonde. Die gedenkplaat werd in 2004 geïnstalleerd door het vorige stadsbestuur, onder leiding van burgemeester Ana Botella (partido Popular).
Zij had toen geen problemen met de tekst op de plaat: “In dit huis woonde van 1929 tot 1938 de journalist en socialistische volksvertegenwoordiger Indalecio Prieto Tuero, minister van de Tweede Republiek en drijvende kracht achter de stadsplanning in Madrid in zijn hoedanigheid als hoofd van de Openbare Werken”.
Twee weken na de stemming over de straatnamen werd het standbeeld van Largo Caballero aan Nuevos Ministerios door onbekenden beklad met de woorden ‘Asesino’ (moordenaar) en ‘Rojos no’ (Roden, neen). Eerder al werd ook het beeld van Indalecio Prieto Tuero met rode verf beklad.
Het is zeker niet uitgesloten dat extreemrechtse militanten die sinds 2018 niet eens van het bestaan van de muurschilderingen afwisten, binnenkort ook met potten rode verf naar het sportcentrum in Ciudad Lineal afzakken om zelf al met de vernieling van het werk te starten.
Afrekening met de linkse coalitieregering
Voor Vox is de cultuuroorlog een afrekening met de nationale coalitieregering van de sociaal-democratische PSOE en de linkse Unidas-Podemos en de Wet waarmee Spanje het verleden en met name de herinnering aan de Burgeroorlog eens en voor altijd wil regelen. Dat deed de regering-Sánchez door de uit 2007 stammende ‘Wet van het Historisch Geheugen’ van de regering-Zapatero (2004-2011) aan te passen.
Deze wet van voormalige socialistische premier José Luis Rodríguez Zapatero had als doel hommages aan de dictatuur onder Franco op openbare plaatsen zoals straatnamen of monumenten te verwijderen. Na de regering-Zapatero volgde de rechtse regering van Mariano Rajoy (Partido Popular regering) en werd er nagenoeg niets gedaan met deze ‘Ley de Memoria Histórica de España’.
Als alle straatnamen van franquisten moeten verdwijnen, dan ook die van de politici van de Tweede Republiek, zo redeneert men bij Vox. Maar wat extreemrechts niet wil begrijpen is dat de Prieto Tuero en Largo Caballero deel uitmaakten van een democratisch verkozen regering, terwijl de franquistische rebellen met geweld aan de macht zijn gekomen.
—–
(1) Meer dan de helft van de Spaanse vrouwen ouder dan zestien hebben af te rekenen gehad met machogeweld.
(2) Almeida, sobre el mural feminista que el Ayuntamiento va a borrar a propuesta de Vox: “Tan democrático es decidir ponerlo como decidir quitarlo”.(Almeida over de feministische muurschilderingen die het stadsbestuur op voorstel van Vox wil laten verwijderen: het is even democratisch om te beslissen ze aan te brengen als om te beslissen ze te laten verwijderen.’ )
(3) De Tweede Spaanse Republiek (1931-1939) leidde na een electorale overwinning van republikeinen en socialisten tot de val van de monarchie. In 1936 begon de Spaanse Burgeroorlog, na een poging tot staatsgreep tegen deze regering door militair opperbevelhebber Francisco Franco, die uiteindelijk toch de democratisch verkozen regering ten val bracht in 1939 en zijn dictatuur instelde die tot 1975 standhield. Vox is openlijk voorstander van de dictatuur van Franco.