Een nieuwe wet heeft tot doel de pers in Europa te beschermen tegen afluisteren. Terwijl de EU-lidstaten hun ontwerp afzwakten met blanco uitzonderingen, wil het Europees Parlement zich ertegen verdedigen. In Brussel dreigt een dispuut over persvrijh
EU – Als journalisten hun bronnen niet kunnen beschermen, komt de persvrijheid in gevaar. Gevallen van staatssurveillance in Hongarije en Griekenland zorgen dan ook voor verontwaardiging: daar lieten de regeringsautoriteiten mobiele telefoons van journalisten hacken, daarbij verwijzend naar de bescherming van de “nationale veiligheid”. Het redactiegeheim blijft op de baan.
Om een einde te maken aan dergelijke surveillancemaatregelen tegen journalistiek werk, heeft de Europese Commissie de Europese Freedom of the Media Act voorgesteld. Deze verordening is bedoeld om een Europese norm voor bronbeveiliging te creëren; het zou het gebruik van staatstrojans tegen journalisten grotendeels moeten verbieden. De Raad van de EU-staten heeft deze beschermende bepalingen in zijn ontwerp echter afgezwakt met een blanco uitzondering voor “nationale veiligheid”.
Kamerleden tegen algemene vrijstelling voor ‘nationale veiligheid’
Het Europees Parlement verzet zich daar nu tegen. Leden van de Binnenlandse Commissie (LIBE) roepen in een partijoverschrijdend ontwerp op tot brede beschermingsmaatregelen voor journalisten. Ze willen het in beslag nemen of hacken van apparaten niet volledig verbieden. Dergelijke maatregelen mogen echter alleen onder gerechtelijk toezicht worden gelast in onderzoeken naar ernstige misdrijven – en dan alleen wanneer andere onderzoeksmogelijkheden zijn uitgeput.
EP-leden eisten dat surveillance niet mag leiden tot openbaarmaking van journalistieke bronnen. Het ontwerp van de leden van het Europees Parlement voorziet uitdrukkelijk niet in een uitzondering voor “nationale veiligheid”, zoals gewenst door de Raad.
“We geven het een strikt kader”, zegt EP-lid Daniel Freund. De Duitse Groenen onderhandelden voor zijn parlementaire fractie over de compromistekst, die netzpolitik.org samen met Investigate Europe integraal zal publiceren . Freund is van mening dat als het parlement zijn versie doorzet, het misbruik van staatstrojans door regeringen, zoals in Hongarije, door Europese rechtbanken kan worden gestopt. “We verbieden het gebruik van spyware tegen de journalistiek zelf.”
Birgit Sippel, lid van de SPD, benadrukte dat een uitzondering voor de nationale veiligheid, zoals gewenst door de Raad, “met kracht moet worden verworpen”. “Het verbod op het gebruik van spyware en de bescherming van versleutelde communicatie zijn essentiële hoekstenen van het standpunt dat het EU-Parlement onvermoeibaar zal verdedigen in de onderhandelingen met de Raad.”
Gevallen als Hongarije en Spanje ‘onaanvaardbaar’
Ook een open brief die medio juni door 65 grondrechten- en journalistieke organisaties is gepubliceerd, waarschuwt voor een blanco uitzondering . Het gebruik van trojans zoals Pegasus in Hongarije en Spanje of Predator in Griekenland is “eenvoudig onaanvaardbaar in democratische samenlevingen”, schreven de ngo’s aan de Raad van EU-Staten.
De commissie interne zaken in het EU-parlement stemt naar verwachting al aanstaande dinsdag over de tekst die door de leden van het Europees Parlement is voorgesteld. Als de commissie zoals verwacht groen licht geeft, komt de tekst hoogstwaarschijnlijk terecht in de versie van de wettekst die de plenaire vergadering van het Europees Parlement vervolgens zal aannemen.
Dit betekent echter dat een geschil met de EU-landen onvermijdelijk is. Want in de daaropvolgende trialoog onderhandelt het EU-parlement samen met de EU-commissie en de Raad over de definitieve tekst van de wet. In de Raad drongen Frankrijk, maar ook Duitsland en andere landen achter gesloten deuren aan op uitzonderingen voor “nationale veiligheid”.
Bovendien verzwakt de ontwerptekst van de Raad het algemene verbod van het oorspronkelijke voorstel op het monitoren en vasthouden van journalisten en het in beslag nemen van apparatuur en documenten om bronnen te identificeren. De standpunten van de parlementariërs en het parlement staan daarmee bijna diametraal tegenover elkaar – sterke bescherming voor journalisten enerzijds, blanco uitzonderingen anderzijds.
Het is op dit moment onduidelijk of de onderhandelingen over de Mediavrijheidswet voor de EU-verkiezingen in juni 2024 afgerond zullen zijn. Daarna zijn er andere meerderheden in het parlement. Daarnaast zal Hongarije vanaf juli 2024 het voorzitterschap van de Raad overnemen en daarmee de leidende rol in de onderhandelingen over nieuwe wetten. Wil een akkoord over de Mediavrijheidswet slagen, dan is tijd van essentieel belang.