OPINIE Nederland gaat volgens de media gebukt onder te lage dekkingsgraden van zogenaamd slecht presterende pensioenfondsen. ‘Hoe zit dit in andere landen’ vroeg iemand zich af. Eerst bekijken we even de dekkingsgraden. Daarna de prestaties van de fondsen. Dit ingezonden artikel is geschreven door Wilma Berkhout (Helmond, oud-belastinginspecteur) en Frits Schuurman (Waalre, voormalig hoofd arbeidsvoorwaarden van de gemeente Eindhoven).
Dekkingsgraden van pensioenfondsen worden berekend met een ‘rekenrente’ en moeten vijf jaar lang boven 104,2 procent uitkomen. Anders dreigt korting op pensioenen. Belangrijke fondsen zitten nu op circa 95 procent. Het lijkt alsof er meer verplichtingen zijn dan er aan vermogens in huis is. De kortingsbui komt steeds dichter bij.
Duitsland gebruikt voor toekomstige pensioenlasten een rekenrente van 3,2 procent, België zit op 2,7 procent. In Nederland moeten pensioenfondsen zich aan een zogenaamde variabele marktrente houden. Die was 1,4 procent op 1 januari en was nog maar 0,8 procent op 1 juli van dit jaar. Hoe kan dat?
Minister Wouter Koolmees houdt zich niet aan artikel 126 van de Pensioenwet. En ook niet aan artikel 13 van de Europese pensioenrichtlijn (IORP II). Volgens die voorschriften moeten pensioenfondsen hun toekomstige uitgaven berekenen met behulp van marktwaardering en rendementen op beleggingen. Koolmees laat – net als zijn voorgangers – in plaats daarvan een risicovrije marktrente/swaprente toepassen. Behalve bij berekening van pensioenpremie sinds 2015. Daarbij wordt wel marktwaardering toegepast en rekening gehouden met rendementen tussen 5 en 7 premie. Bij 3,2 procent rekenrente zou de dekkingsgraad bij het ABP omhoog gaan van 95,3 naar bijna 158 procent.
De rekenrente die Nederland voor berekening van de pensioenpremie gebruikt – en die dus wel aan de eisen voldoet – ligt tussen 2,5 en 2,8 procent. Bij 2,5 procent hoort een actuele dekkingsgraad van 140 procent.
Schuld
Koolmees reageert niet op signalen over overtreding van Nederlandse en Europese voorschriften. Tegen beter weten in legt hij de schuld ergens anders. Hij denkt blijkbaar weg te kunnen komen met zijn aanpak en ondervindt steun in brede kring. Dat is kennelijk nogal gemakkelijk. Staatsbladen zijn tamelijk onbekend en het Tractatenblad van de Europese Unie krijgt vrijwel niemand onder ogen. Landen als Duitsland en België houden zich waarschijnlijk wel aan Europese richtlijnen.
En nu de prestaties. Die zijn slecht volgens de landelijke politiek en de landelijke media. De pensioenvermogens zijn meer dan verdubbeld sinds de situatie van net voor de verliezen in 2008. De stijging bedraagt meer dan 800 miljard euro. Dat groeibedrag is te vergelijken met meer dan 2,4 miljoen huizen van ruim 3 ton. Meer dan het aantal woningen in onze vier grote steden bij elkaar. Echt veel als we denken aan onze bijna 75-jarige woningnood waarin een productie van 75.000 woningen per jaar niet eens wordt gehaald.
Smoesjes
Daarbij moet de bevolking van president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank geloven dat de pensioenfondsen zich ‘niet van de uitholling’ in 2008 hebben hersteld. ‘Knot verkoopt smoesjes over pensioenen‘ stond op 8 februari 2018 op ed.nl. De smoesjes zijn door niemand weersproken maar Koolmees maakt wel dankbaar gebruik van deze leugen.
De winst van het ABP van 40 miljard euro over de eerste zeven maanden van 2019 was niet zo gek veel lager dan het verlies van 43,5 miljard in 2008. Door manipulatie met 0,8 procent rekenrente wordt op dit moment een achterstand van meer dan 10 miljard euro aan bevroren pensioengeld aan ABP-gepensioneerden onthouden. Voor alle gepensioneerden gaat het om een veelvoud van dit bedrag.
Roelof Jan Mulder schreef over ‘pensioenroof en diefstal’ in het ED van 24 augustus. Wij vinden verduistering een goede term. Daar moet een eind aan komen. Wat hier gebeurt is strafbaar. Motorclubs kunnen worden tegengehouden. Dat moet ook gebeuren met foute leden van het ontvangstcomité van de Gouden Koets. Dit volgt uit artikel 1 van onze Grondwet.