Na een storm van protest blijkt de Super League een doodgeboren kind. Dat protest stond in schril contrast met het gebrek aan kritische geluiden dat volgde op de berichtgeving over het nieuwe, exuberante contract dat Kevin De Bruyne recent afsloot met Manchester City, een van de stichtende leden van die Super League. Hij zou naar verluidt een slordige €80.000 per dag gaan verdienen.
Dat is op het eerste zicht verklaarbaar. Sommige voetballers verdienen weliswaar steeds meer dan hun collega’s, maar daartoe wordt het voetbalspel niet veranderd. Met de Super League, daarentegen, wilden bepaalde voetbalclubs de bestaande regels veranderen. Dit om zichzelf financieel te bevoordelen ten koste van andere clubs. Toch staan beide gegevens absoluut niet los van elkaar.
‘De vrije markt’: een illusie
Sommigen verwijzen, wat het contract van De Bruyne betreft, naar de zogenaamde ‘vrije markt’. Als de trouwe fans van Manchester City de uitbetaling van een dergelijk monsterloon mogelijk maken, wie zijn wij dan om een en ander met de vinger te wijzen?
Nochtans is die ‘vrije markt’ een illusie. ‘Markten’ zijn namelijk steevast aan allerlei regels gebonden. Je kunt het begrip niet meer weren uit onze taal. Maar je kunt het om die reden wel tussen aanhalingstekens plaatsen.
Het is zelfs de eerste van 23 kapitalistische mythes die Cambridge-econoom Ha-Joon Chang ontmaskert in zijn 23 Dingen die ze je niet vertellen over het kapitalisme. Probeer maar eens je schoonmoeder, of een kilo heroïne, te koop aan te bieden op eBay. Je zal snel begrijpen wat hij met het woord ‘mythe’ bedoelt.
Het is wel zo dat de invoering van nieuwe regels of beperkingen vaak gepaard gaat met protest. Chang verwijst in dit verband onder meer naar wetgeving (1816) over kinderarbeid. Of nog het verbod op slavernij. Dat lokte in de Verenigde Staten zelfs een burgeroorlog uit. Eens de nieuwe regels ingeburgerd zijn, heerst echter snel weer de illusie van de ‘vrije markt’.
Tegen de ‘vrije markt’?
Wat me terugbrengt bij de Super League. Waarom zouden rijke clubs eigenlijk niet onder zich mogen uitmaken om een aparte en goeddeels gesloten competitie te vormen? Zoals de Amerikaanse NBA-competitie (basketbal). Volgens een geheim document van de Super League gaven deze clubs hun fans zodoende trouwens enkel ‘wat ze willen‘ (al bleken veel van die fans het daar niet mee eens). Is een dergelijk verbod bijgevolg niet in strijd met de ‘vrije markt’?
Ja, maar dat is dus geen goed argument. Indien we met zijn allen, om wat voor redenen ook, concluderen dat een halfgesloten competitie met vermogende voetbalclubs nadelig is voor het Europese voetbal, dan moet dat soort competitie verboden worden. Leeds-trainer Marcelo Bielsa wees er in dit verband op dat de rijken in hun zoektocht naar winst de rest vergeten. ‘De rijken worden rijker en de zwakken worden armer. Dit is in het algemeen niet goed voor de voetbalsport.’
Salary caps
Om een vergelijkbare reden zou je ook paal en perk kunnen stellen aan de belachelijk hoge lonen die mensen als Kevin De Bruyne uitgekeerd krijgen. Zelfs de NBA werkt met zogenaamde salary caps. De bedoeling is om zodoende een zeker evenwicht en competitieve balans te bewaren tussen de verschillende clubs in die competitie. Anders worden vermogende clubs steeds rijker of machtiger. Ze kunnen immers de beste spelers aan zich binden.
Het is het soort evenwicht dat steeds meer zoek is in de Europese voetbalcompetitie. En ei zo na mondde het nu dus uit in een halfgesloten competitie van clubs met een enorme omzet. Daardoor zouden ze er, dankzij nog hogere lonen, nog beter in slagen om topvoetballers als De Bruyne aan zich te binden.
Financiële problemen
Ze verwezen, paradoxaal genoeg, naar financiële moeilijkheden waarmee ze geconfronteerd worden. Die zouden de oprichting van de Super League noodzakelijk maken. Tja, wie €80.000 per dag uitbetaalt aan zijn spelers, moet inderdaad steeds meer inkomsten genereren. Het is een straatje zonder einde.
Dit is, zoals de Telegraph opmerkt, ook de reden waarom de Britse Vysyble, een onderneming gespecialiseerd in financiële dienstverlening, in 2016 al voorspelde dat een Amerikaans model met gesloten competities bijna onvermijdelijk was. Er is te weinig toezicht. Daardoor zijn alle topclubs gedwongen mee te doen aan een ‘spending arms race’. Met zich opstapelende verliezen tot gevolg.
Frappant, in dit verband, is dat het Abramovitsj’ Chelsea was dat het eerst de handdoek in de ring gooide. De club heeft geen financiële moeilijkheden. Eigenlijk had ze geen zin in de Super League. Ze voelde zich echter onder druk gezet door andere Engelse topclubs die het nieuwe geld wél nodig hebben.
Beteugel de ‘vrije markt’
Een van de maatregelen die genomen zouden kunnen worden om voetbalclubs tegen zichzelf te beschermen en een competitieve balans te bewaren, is dat er maximumlonen ingevoerd worden voor voetballers. Daarnaast zou de UEFA — die zich in dezen natuurlijk gedraagt als de spreekwoordelijke pot die de ketel verwijt dat hij zwart ziet — ook een groter deel van haar enorme winsten kunnen uitkeren aan minderbedeelde voetbalclubs.
Zodoende zou het voetbal ook het goede voorbeeld geven aan de samenleving in het algemeen. Want ook daar leidt een ontsporende ‘vrije markt’ natuurlijk tot een steeds grotere kloof tussen rijk en arm (al valt dat in een land als België nog mee). Iets waar zelfs de superrijken zelf niet wel bij varen.