Theo Hiddema ontpopte zich afgelopen jaar als een warm pleitbezorger van de boerenstand in Nederland. Dat kwam niet uit de lucht vallen: hij is de zoon van een boer. Die boer en een van diens zoon (niet Theo) waren lid van de NSB. Hiddema toonde in een interview in 2018 met Nieuwe Revu veel begrip voor zijn ‘foute’ vader en broer. Boeren hadden het toen, net als nu, niet makkelijk. “Als ik boer was geweest in die tijd, had ik me misschien ook kunnen laten overhalen tot een NSB-lidmaatschap. Wat de NSB later typeert als een stelletje landverraders en Jodenvervolgers, daar was binnen de Friese agrarische gemeenschap helemaal geen sprake van. Het was enkel boerenbelang. De politieke ideeën over ras en geloof speelden totaal geen rol.”
Hiddema over het NSB-lidmaatschap van zijn vader en broer: ‘Als ik boer was geweest in die tijd, had ik me misschien ook kunnen laten overhalen tot een NSB-lidmaatschap. Wat de NSB later typeert als een stelletje landverraders en Jodenvervolgers, daar was binnen de Friese agrarische gemeenschap helemaal geen sprake van. Het was enkel boerenbelang. De politieke ideeën over ras en geloof speelden totaal geen rol.’
Het echte gevaar, zegt Hiddema in datzelfde interview komt van een andere kant. Inderdaad: van de Islam. “‘Moslims ondergraven de democratie”. Dan kun je beter bij de NSB.
Hiddema over Volkert van der Graaf: ‘Ik had momenten van compassie voor hem. Dat vreugdeloze gezicht van hem, dan denk je: wat ben je toch een zielenpoot, met je starre Zeeuwse heilige overtuiging van je eigen gelijk. Ik voelde meer rancune naar de types die Pim Fortuyn slachtrijp hebben gemaakt dan naar Volkert van der Graaf.’
Hiddema over moslims en democratie: ‘Wij vinden dat je nu geen ongebreidelde immigratie moet hebben, omdat je te veel mensen uit moslimlanden krijgt. Dat ondergraaft het democratisch welbevinden van een volk. Als je dan nu massaal mensen gaat importeren die totaal geen democratische historie van verdraagzaamheid naar afwijkende culturen of geloven hebben, dan gaat het mis.’
Hiddema over integratie van islamieten: ‘Al die integratiecursussen, hou maar op. Ieder moet zijn eigen weg bevechten. Integratie tussen de lakens. Toen de gastarbeiders uit de Europese landen kwamen, werden die verwelkomd door de handenwrijvende Nederlandse vrouwen. Die gingen niet naar cursusjes, die meiden maakten ze hier wegwijs. Daar voltrok zich de integratie tussen de lakens en dat is het enige dat helpt om hier wortel te schieten. Maar bij islamieten werkt dat niet! Er ligt daar een culturele en religieuze blokkade in de weg, die belemmert het natuurlijke integratieproces zonder hulpverlening.’
Hij werd op 1 april 1944 geboren in het achterlijkste dorp van de achterlijkste provincie van het achterlijke Nederland, en dit dorp in Friesland heet Westdongeradeel of iets wat erop lijkt. Z’n vader, Sjoerd Hiddema, een voddenraper met kapsones, was net als de veel oudere broer van Theo Hiddema lid van de NSB. Dat was in de oorlog de foutste collaboratieclub in het foute Nederland.
Het was de taak van Hiddema’s vader en broer om Duitse soldaten die in hun reet waren geschoten door de geallieerden in het geheim over te brengen naar de anuskliniek in Groningen. Eerst verzorgde de moeder van Hiddema, in het NSB-milieu bekend als ‘tante Sjaan’, de wond van de slachtoffers door hun aars te reinigen met boorzuur. Ze werd daarvoor door de Duitsers beloond met het Teutoonse Kruis en bevorderd tot Hauptsturmbannführer.
De ouders van Hiddema hadden het zo druk met het plezieren van de moffen dat Hiddema z’n jeugd doorbracht in pleeggezinnen en kostscholen. Daar werd hij uitgelachen, bespuwd, bespot, gepest en in de beek geduwd. Ondanks alles ging hij studeren en werd hij advocaat. Eerst liep hij stage bij de beroemde pleiter Max Moszkowicz, die z’n roem pas vergaarde toen een van z’n zoons, een dikkerd met een gezicht als een gerimpelde voederbiet, een bij voorbaat mislukte relatie kreeg met Eva Jinek.
Hiddema zette zo nu en dan de rechtszaal op stelten door z’n broek te laten zakken en te slingeren met z’n kleine penis
Hiddema opende op den duur niet één eigen praktijk, maar twee, in Amsterdam en Maastricht. Hij viel op door een paar geruchtmakende zaken, onder andere als verdediger van Florrie Rost van Tonningen, die erom bekendstond dat ze Hitler een leuke gozer vond, Goebbels een aantrekkelijke kerel, Göring een sympathieke vent en de Holocaust een Joodse bijeenkomst die uit de hand gelopen was.
De strafpleiter verdedigde ook de Bende van Venlo, die niet alleen in Venlo diamanten, goud, drugs, prostituees en varkenskoteletten illegaal verkocht. Indien de koper niet meteen cash betaalde, werd hij door de knieën geschoten, ondergedompeld in een bad vol vochtige koeienmest en de oren afgesneden met een roestig broodmes. Ter verdediging van deze bende zei Hiddema onder meer dat het broodmes helemáál niet roestig was.
Hiddema zette zo nu en dan de rechtszaal op stelten door onnozele uitspraken, het laten van luide boeren en scheten, te rochelen richting officier van justitie of door z’n broek te laten zakken en te slingeren met z’n kleine penis. Hij stopte met advocaatje spelen en ging de politiek in. Hij was supporter van Wilders, maar een nog grotere fan van Thierry Baudet achter wie hij tweede man werd van Forum voor Democratie. Als Kamerlid zat hij de hele tijd in slaap te vallen, sluimerend van z’n stoel te glijden of dromend van in de reet geschoten nazi’s te knikkebollen. Politieke ideeën heeft hij nooit gehad en zal hij nooit hebben.