Welkom bij de Belastingdienst
Met interesse heb ik afgelopen week het toeslagendrama gevolgd in de diverse media. Zowel op TV als online. Pas nu kwam naar voren hoe groot de persoonlijke impact was van een totaal mislukt (politiek) toeslagen-project. Het toeslagensysteem zou en moest bij de Belastingdienst worden neergelegd. Volgens politiek Den Haag was deze instantie technisch gezien het meest geschikt om de inkomensafhankelijke toeslagen uit te betalen. Uitkeren is natuurlijk een hele andere tak van sport voor een overheidsdienst die alleen uitblonk in heffen en innen. Alles is welkom, zo riepen de managers bij de Belastingdienst in koor. Dat betekende een nieuw kantoor, nieuw personeel, nieuwe managers en gaandeweg de uitvoering nog wat meer personeel er bij omdat veel zaken toch wat complexer bleken dan oorspronkelijk was gedacht.
Reorganisatie
Wat echter over het hoofd werd gezien was de reeds ingezette reorganisatie. De Belastingdienst moest net als andere overheidsinstellingen verder automatiseren en nog meer gebruik maken van het internet. Het doel was om uiteindelijk het personeelsbestand te reduceren en een groot aantal kantoren te sluiten. Vanwege de automatisering kon veel werk centraal worden neergelegd. Belastingplichtigen en toeslaggerechtigden kunnen via internet bijna al hun zaken regelen. Van voor-ingevulde-aangiften inkomstenbelasting tot vroegtijdig toegestuurde toeslagbeschikkingen aan toe. Dat er geen kantoren op korte afstand bereikbaar waren was geen hinder. Er bestonden toch ouderenbonden, vakbonden, maatschappelijk werkers, belastingconsulenten en diverse administratiekantoren waar burgers terecht konden. Soms gratis, soms tegen betaling. En er was nog een gratis Belastingtelefoon. We leven in de 21ste eeuw, een tijdvak waarin we contacten met de overheid digitaal regelen.
Te complex
Wat echter door het Ministerie van Financiën en het Belastingdienstmanagement totaal niet werd onderkend was de complexiteit van het toeslagensysteem. Er werd volledig vertrouwd op de zelfredzaamheid van de samenleving die eventueel terecht kon op www.belastingdienst.nl . Of een uurtje hangen aan de lijn bij de Belastingtelefoon. Gaandeweg werd na de invoering van de toeslagen in 2006 duidelijk dat er nogal wat schortte aan het systeem. De voorschot-uitbetalingen werden bij de helft van de 9 miljoen huishoudens gevolgd door terugvorderingen. Deze kwamen meestal pas 2 jaar na afloop van het betreffende kalenderjaar. Eerst moest namelijk het inkomen definitief zijn vastgesteld via de aangifte inkomstenbelasting. Of via de verzamelde inkomensgegevens van werkgevers en uitkerende instanties. Een beste klus voor de Belastingdienst maar vooral voor de toeslagaanvrager die het geschatte inkomen vaak moest herberekenen als er wijzigingen optraden in het inkomen of de gezinssituatie.
Fouten en fraude
Wanneer men te laat reageerde met het doorgeven van wijzigingen kon dat een flinke terugvordering tot gevolg hebben. Met name bij de kinderopvangtoeslag had zoiets vergaande financiële consequenties. De vele betalingsregelingen brachten jonge gezinnen in betalingsproblemen. Zelfs echtscheidingen en aangestelde bewindvoerders die als curator moesten optreden bij sommige gezinnen. Ik heb een tijdje als screener meegedraaid bij de voedselbank en zag bij het merendeel van de klanten flinke toeslagbedragen voorbij komen die men moest terug betalen. In mijn werkzame periode bij de Belastingdienst werd mij duidelijk dat er veel misging bij het aanvragen van toeslagen. Maar ook bij het terugvorderen. De Belastingdienst was erg op z’n hoede omdat er behalve foutieve aanvragen ook frauduleuze aanvragen werden ingediend. Ach ja, de gelegenheid maakt de dief. Bij de terugvorderingen bleven behoorlijke bedragen oninbaar.
Teveel afstand
Om te voorkomen dat toeslagen onjuist werden uitgekeerd was extra controle gewenst. Omdat ooit teveel toeslagengeld ver over de grens terecht kwam bij personen die zich Nederlands belastinggeld onrechtmatig toe eigenden werd de dienst genoodzaakt stringente controle toe te passen. Bij de kinderopvangtoeslag, waar maandelijks hoge bedragen werden uitgekeerd, kreeg die controle een ongewenst effect. De onderzoeken bleken exorbitant en betalingen werden vroegtijdig stopgezet. Toen pas werd duidelijk hoever de Belastingdienst verwijderd was van hun “klanten.” Of is slachtoffers een betere benaming. Door de centralisering en het sluiten van kantoren bleken de wachttijden bij de Belastingtelefoon te lang voor de gedupeerden met een baan. Een bezoekje bij een kantoor in de buurt was voor velen geen optie. Een bezwaarschrift schrijven was niet voor iedereen weggelegd. Een afspraak met een advieskantoor bracht de nodige kosten met zich mee, enzovoorts, enzovoorts.
Financieel leed
Het kostenplaatje ging een belangrijke factor spelen. Bij een gezin met kinderen waar beide ouders werken en de kinderen naar de opvang gaan heeft het gedoe met foute terugvorderingen veel meer impact dan menigeen denkt. In de gezinsdrukte met opgroeiende kinderen heb je je hoofd wel ergens anders naar staan. Als men te laat ontdekt dat toeslagen fout lopen, of onterecht niet of wel uitbetaald worden, dan duurt het maanden voordat de boel recht getrokken is. Intussen bleek dat de Belastingdienst door weggevloeid personeel de achterstanden niet kon weg werken en de ellende werd alleen maar groter bij veel gezinnen. Heel Nederland weet nu hoeveel financieel leed hiermee veroorzaakt is. Kortom, een politiek debacle waardoor een overheidsdienst in diskrediet is gebracht.
Angstig management
Het duurde te lang voordat de problemen bij de Belastingdienst zijn opgelost en dat de toeslagenmisère politieke aandacht kreeg. Nu is het al te laat en zitten een behoorlijk aantal gezinnen in financiële nood. Het is ook jammer dat de interne commentaren van medewerkers over het slecht functionerend toeslagensysteem niet de aandacht kregen bij het hogere management van de Belastingdienst. Had het te maken met de angst van het management dat het systeem moest verdwijnen ten koste van 1000(?) medewerkers en 100(?)managers? En dat een andere instantie, die dichter bij de burgers staat, het krijgt toebedeeld?
Zelfredzaamheid is vooringenomenheid overheid
Het zou m.i. beter zijn om subsidieregelingen neer te leggen bij de Gemeenten. Ook al zijn ze inkomensafhankelijk. Iedere gemeente heeft een aantal balies waar mensen met vragen en problemen terecht kunnen. De grootschaligheid bij de Belastingdienst met nog slechts een paar kantoren heeft als groot nadeel de slechte bereikbaarheid voor de burger. Het inzetten van de overheid op zelfredzaamheid bij de burger is te hoog gegrepen en werkt niet. Vooral niet als men voortdurend op z’n hoede moet zijn i.v.m. inkomenswijzigingen of verandering in persoonlijke omstandigheden. Het laten rondtollen van miljarden in het toeslagencircuit heeft onbedoeld veel werk opgeleverd voor medewerkers in de schuldhulpverlening en ook bij de vrijwilligers van de voedselbank.
Hervormen
De politiek moet haast maken met de hervorming van een systeem waarvan de samenleving onrustig wordt. Veel gemeenten komen geld tekort en gaan volgend jaar hun heffingen verhogen. Het zou goed zijn het begrotingsoverschot van het Rijk neer te leggen bij de gemeenten plus daarbij de vele miljarden aan toeslagen. Een beter menswaardig subsidiesysteem bedenken met de mogelijkheid om de toeslagmiljarden deels neer te leggen bij de sociale huursector, de zorgverzekeraars en de kinderopvang. Zorgpremies, huren en kosten kinderopvang omlaag. Inkomensafhankelijke bijdragen werken fraude in de hand.
Meer belastinggeld naar gemeenten
Sociale inkomenspolitiek kan de politiek bedrijven met de inkomstenbelastingtarieven en de vele heffingskortingen die verwerkt zijn in de inkomstenbelasting. Bezuinig op de EU-bijdragen en hevel de EU-verspillingen over naar de gemeenten. Gemeenten staan dichter bij hun burgers dan bijvoorbeeld het Europese Parlement(EP) met zijn 751 parlementariërs. Een gemeentebestuur wordt veel sneller afgerekend op een fout beleid dan de almachtige EU met zijn EP. Onze regering met zijn ambtelijke ministeries hechten meer belang aan afdrachten aan de EU dan naar de gemeenten. Het is bizar dat we volgend jaar 8 miljard gaan bijdragen aan de EU terwijl veel Gemeenten kampen met tekorten. Ik zie met lede ogen aan dat veel belastinggeld wordt verkwist aan schimmige Europese projecten. Is het EU-project nu echt belangrijker dan de begrotingstekorten van onze gemeenten?