Momenteel staat de Amerikaanse president Donald Trump, die in november van dit jaar herkozen wil worden, onder enorme druk. De splitsing in de Amerikaanse samenleving en onder de elite is niet alleen duidelijk in de huidige Black Lives Matter-protesten, maar ook in het Amerikaanse buitenlandse beleid.
Terwijl Trump bijvoorbeeld van plan is de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Afrika te verminderen, zijn de leden van zijn eigen Republikeinse partij in de Amerikaanse Senaat hier tegen. De plannen van Trump voor de terugtrekking van troepen uit Afghanistan worden even diep betwist, zelfs door zijn eigen partij. Tegelijkertijd wordt de oprichting van Amerikaanse bases in Libië besproken. De oppositie tegen de terugtrekkingsplannen van Trump heeft allemaal dezelfde redenen: de vermeende noodzaak om Rusland tegen te gaan.
De voormalige vertrouweling van Trump, zijn ex-beveiligingsadviseur John Bolton, is ook een van de nee-zeggers. In zijn nieuwe, schandalige boek portretteert hij Trump als een dwaas die wordt gemanipuleerd door de tegenstanders van de VS, met name Moskou en Peking.
In debatten over het buitenlands beleid in Washington lijkt de Libische agenda momenteel te domineren. Amerikaanse strategen worden gedreven door de bezorgdheid dat het belangrijke Middellandse Zeegebied verloren zou kunnen gaan – voor Rusland. Deze discussie heeft nu zelfs een extra, binnenlandse politieke component.
Een paar dagen geleden, op 17 juni, heeft de Amerikaanse senaat een resolutie ingediend over het opleggen van sancties tegen Russische particuliere en militaire veiligheidsbedrijven en tegen Yevgeny Prigozhin, een zakenman die naar verluidt met hen is geassocieerd [ S.Res.624 ]. Ze worden door de Amerikanen ervan verdacht betrokken te zijn geweest bij het conflict in Libië aan de zijde van generaal Khalifa Haftar. De initiatiefnemers van de Amerikaanse resolutie zijn de Republikeinse senator Marco Rubio (neo-conservatieve havik en een voormalige rivaal van Trump in de nominatie-aanloop van 2016) en democraat Chris Coons.
Met name de beschuldigingen tegen Prigozhin wegens vermeende onlineactiviteiten via het Internet Research Agency (IRA) staan centraal in de resolutie. Dergelijke beschuldigingen speelden al een grote rol in de campagne van de democraat tegen Trump en de vermeende Russische invloed op de Amerikaanse presidentsverkiezingen.
Op 11 juni werd ook een vrijwel identieke resolutie van het Amerikaanse Congres aangenomen tegen de Russische zakenman [ H.Res.996 ]. Het beschuldigt hem van betrokkenheid bij activiteiten die een “bedreiging vormen voor de nationale belangen en veiligheid van de Verenigde Staten en hun bondgenoten en partners”.
In beide resoluties van de VS staan de “misdaden” vermeld die zouden zijn gepleegd door een Russische onderdaan die sinds het begin van de jaren 2000 nauwe persoonlijke banden onderhoudt met de Russische president Vladimir Poetin. Tegelijkertijd citeert de tekst van de resolutie van de Senaat goedkeurend John Bolton.
Op 19 mei publiceerde het Amerikaanse ministerie van Justitie ook een nieuwe versie van het Mueller-rapport – het onderzoeksrapport over de vermeende inmenging van Rusland in de Amerikaanse verkiezingen 2016 aan de zijde van Donald Trump. Het onderzoek is meer dan een jaar geleden afgerond. Speciaal adviseur Robert Mueller, naar wie het rapport is vernoemd, heeft nooit bewijs gevonden van “collusie” tussen Rusland en Trump. In een steeds verhitte Amerikaanse verkiezingscampagne besloten pro-democratische activisten van het Electronic Privacy Information Center en ‘journalisten’ van BuzzFeed News het Amerikaanse publiek eraan te herinneren hoe de Russen hadden ‘ingegrepen’ nadat ze een andere versie van het rapport hadden verkregen door uitgegeven door een rechtbank.
Prigozhin heeft sindsdien ontdekt dat zijn naam met veel enthousiasme werd gebruikt in de strijd van het Amerikaanse establishment tegen Trump. In een brief aan congresleden en senatoren van de VS beschuldigde hij de VS ervan hegemoniale ambities te hebben en de nationale belangen van andere staten te negeren. Zelfs voor zijn eigen volk toont het Amerikaanse establishment geen respect, zei Prigozhin in zijn brief.
‘Ik ben ervan overtuigd dat het Amerikaanse volk hun eigen presidenten kiest. Maar recentelijk heeft die keuze niet voldaan aan de zakelijke elite, de ‘diepe staat’, merkte Prigozhin op. ‘Bedrijfselites in de Verenigde Staten proberen marionettenpresidenten aan het hoofd van de staat te krijgen, aangezien de belangrijkste taak van deze elites is om een biljoen van de Amerikaanse begroting te stelen en tegelijkertijd hun eigen financiële belangen in het buitenland te promoten, die ze de nationale belangen van noemen de Verenigde Staten”.
Volgens Prigozhin, die zichzelf in deze brief een ‘Russische patriot’ noemt, is het onderzoek van Robert Mueller naar de Amerikaanse president Trump ‘een van de meest beschamende processen in de Verenigde Staten’.
De brief schrijft de schuld voor het afkoelen van de betrekkingen tussen Washington en Moskou toe aan het Amerikaanse establishment. Inderdaad, president Trump is, ondanks zijn vaak strijdlustige retoriek, een ongemak geworden voor de ‘diepe staat’, een obstakel voor de bescherming van de Amerikaanse hegemonie in termen van buitenlands beleid. Daarom wordt hij actief aangevallen met zowel de interne kwesties (burgeroorlog, vermeend politiegeweld) als de externe kwestie (de Russische factor in de overwinning van Trump).
In het buitenlands beleid is deze focus vooral duidelijk in het Libische oorlogstheater. Trump was nooit geïnteresseerd in deelname aan het Libische conflict. Nu proberen ze hem te dwingen dit te doen met een dubbele strategie: enerzijds worden beschuldigingen hergebruikt dat hij in 2016 president wordt met “Russische hulp” – hier verwijst het etablissement naar Prigozhin zelf – en aan de andere kant hand, een “Russisch gevaar” wordt opgeroepen in Libië.
Trump kon zich daardoor gedwongen voelen in te grijpen in Libië. Maar Prigozhin is er zeker van dat dit nauwelijks is wat het electoraat van de Amerikaanse president wil.