In Nederland is net voor de verkiezingen een confidentiële, interne nota van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, NCTV, in handen van de pers geraakt. Gelekte nota’s zijn de spannendste en meest informatieve nota’s die er bestaan. Ze zijn voor interpretatie vatbaar en met verschillende scenario’s in het achterhoofd zoek je naar de redenen waarom een nota werd gelekt naar de pers.
Grapperhaus
Minister van Justitie en Veiligheid, Ferd Grapperhaus, die ook politicus is van de CDA, schreef een brief naar de Tweede Kamerleden, die uiteraard vragen hadden hierover. De minister verzekerde dat het nog geen definitief rapport is, eerder een conceptnota die roteert binnen de verschillende departementen om van gedachten te wisselen. Hij betreurt het ten zeerste, zegt hij, dat de nota op straat is komen te liggen. Maar de analyse is zeer herkenbaar en brengt niets nieuws onder de zon. Het rapport behandelt de sluimerende islamisering in Nederland in de Turkse gemeenschap onder invloed van de Turkse president Erdogan. Ze schrijft over het reële gevaar voor radicalisering, terrorisme, het ultranationalisme en de islamisering. En dat allemaal komende vanuit Turkse hoek.
De auteurs van de 30 pagina’s tellende analyse zijn niet zuinig met begrippen zoals islamiseringsstrategie en salafisme en schrijven over de antiwesterse retoriek van Erdogan. Zo stellen de analisten dat een deel van de Turkse gemeenschap gevoelig is aan die retoriek. Niet te verwonderen eigenlijk omdat Erdogan het merendeel van zijn stemmen haalt bij de Europese Turken. Ook stellen ze vast dat het Turks gemeenschapsleven in Nederland zeer nauw betrokken is met de Turkse politiek. Het gevaar van de radicalisering, het ultranationalisme en de islamisering is zodanig aanwezig en zichtbaar dat men hierover een grondige analyse wil voeren. Maar waarom nu pas, vraagt een mens zich af.
Precedenten
Hoeveel rode vlaggen heeft men nodig om tot het besef te komen dat er een gevaar sluimert in de Turkse diaspora in West-Europa? Hoeveel boeken moet men nog schrijven, hoeveel artikels moet men nog publiceren en hoeveel getuigenissen moet men nog horen om de invloed van het Erdogan-regime en de politieke islam eindelijk te erkennen? Antidemocratische groeperingen groeien meer en meer en organiseren zich beter door de lakse houding van de politici en hun gedoogbeleid. Opposanten van het Erdogan-regime worden niet enkel geviseerd in Turkije. In Nederland zijn Klikturken actief die andersdenkenden aangeven bij de Turkse overheid. Herinner u de zaak van Ebru Umar, een Nederlandse columniste die zich vaak kritisch uitlaat als het gaat over Turkije en de islamisering.
In 2016 werd zij in Turkije gearresteerd omdat ze kritische tweets had verstuurd over Erdogan. Die informatie werd dan netjes doorgespeeld naar de Turkse overheid door Turkse Nederlanders die sympathiseren met het gedachtegoed van Erdogan. Het is niet de eerste keer dat er een diplomatieke rel ontstaat tussen Nederland en Turkije. Het jaar daarop werd een bezoek van een Turkse minister geweigerd die naar aanleiding van een Turks referendum naar Rotterdam zou komen. Daarop ging een andere Turkse minister die zich op dat moment in Duitsland bevond naar Rotterdam om de Turkse menigte toe te spreken. Ook die minister werd netjes de deur gewezen en door een politiekonvooi tot over de Duitse grens begeleid.
Antiwesterse retoriek
De diplomatieke rellen hebben enkel maar de antiwesterse retoriek van Erdogan gevoed die het Westen sinds jaar en dag beschuldigt van racisme en discriminatie. Hij profileert zich op die manier als de leider van de moslims wereldwijd. Dat de Oeigoeren in Turkije de slaap niet meer kunnen vatten omwille van een mogelijke uitlevering aan China in ruil voor coronavaccins is natuurlijk de grootste blinde vlek onder de Turkse Erdogan-adepten in Europa. Het is crimineel om nog op Erdogan te stemmen. Maar de islamofoben, dat zijn de Europeanen volgens Erdogan en zijn aanhang.
Makke schapen
Wat zegt het rapport (dat eigenlijk geen rapport is maar een conceptnota) verder nog? Men spreekt over een ideologische verschuiving in het islamitisch landschap in Turkije die ook zijn invloed heeft in Nederland. Niet onlogisch eigenlijk, als je weet dat Erdogan telkens een oogje sluit voor alles wat naar radicalisering neigt en dit zelfs aanmoedigt: Milli Görüs, de Turkse Moslimbroeders, de ultranationalisten. Het is eveneens ook opmerkelijk dat het ultranationalisme tegenwoordig hand in hand gaat met het islamisme. De Grijze Wolven (extreemrechts en nationalistisch georiënteerd) zijn nu de makke schapen die kuddegewijs alle grillen van Erdogan doorstaan in de hoop de kiesdrempel te overleven tijdens de volgende verkiezingen in Turkije, de moeder der verkiezingen.
In 2023 zal de republiek Turkije honderd jaar bestaan. NCTV begrijpt eindelijk de beweegredenen en de ambitie van Erdogan. Zal de republiek standhouden in 2023 of zal het gemiddelde Turks gezin ontwaken in een land dat het geflirt met de sharia eindelijk heeft bezegeld met een huwelijk in de vorm van een islamitische staat? Ook de digitalisering komt als factor naar voor in de analyse van de NCTV. Die maakt dat de kloof tussen radicale imams in Turkije en de Turkse gemeenschap in Nederland kleiner wordt. Het Turks verenigingsleven opereert efficiënt in Nederland en de politieke islam van Ankara bereikt op die manier alle leden van de Turkse diaspora in Nederland.
Déjà-vu
Ook zou men nauwe banden onderhouden met de Turkse politieke partijen en ik kon het niet nalaten om een lange zucht te slaken: niet van opluchting maar door een dèja entendu, dèja vu-gevoel. Vooral Turks Nederlandse jongeren zouden meer en meer het salafisme opzoeken. Antiwesterse en antisemitische boodschappen zouden via Facebookberichten verspreiding vinden. De verheerlijking van het jihadisme en het martelaarschap zou dagelijkse kost zijn onder die jongeren.
Maar gelukkig hebben we al een conceptnota die die rode vlaggen netjes heeft geklasseerd. Radicalisering gebeurt actief en is alomtegenwoordig, maar Nederland reageert voorzichtig om een diplomatieke escalatie te voorkomen. De auteurs van het rapport zijn zich er gelukkig wel van bewust dat als men de buitenlandse religieuze inmenging verder gedoogt, de Nederlandse democratie onder druk komt te staan.
Steun aan de jihad
Verder brengt het rapport de terroristische aanslag in 2019 op een tram in Utrecht in verband met de islamiseringsstrategie van Erdogan. De tramschutter zou gelieerd zijn aan de Kaplanbeweging: gevaarlijk, radicaal en religieus. Zo heeft Erdogan zijn religieuze gekken graag. De Kaplanbeweging werd jaren geleden in Duitsland verboden, terwijl ze op dit moment nog vrij kan opereren in Nederland.
Daarnaast volgt een beschrijving hoe Erdogan in Turkije aan de macht is gekomen, door te infiltreren in sterke overheidsorganen die het seculiere karakter van het land bewaakten. Ook toont de analyse aan hoe Erdogan verschillende religieuze ideologieën in Turkije vrijheid gaf om te opereren waardoor ze meer sympathisanten aantrokken. Er heerst een soort van missie- en zendingsdrang in Turkije maar ook in Europa met als doel: de oprichting van één theocratie met de sharia als bestuursvorm.
In 2015 berichtte de beroemde hoofdredacteur en journalist van de Turkse krant Cumhuriyet, Can Dündar, over steun aan bepaalde jihadistische groeperingen in Syrië vanuit Turkije in de vorm van wapens. Hij is samen met zijn gezin weggevlucht naar Duitsland en is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 27 jaar in Turkije omdat Erdogan en persvrijheid niet samengaan. En ook die informatie hebben de analisten opgenomen in hun analyse zonder de naam van Dündar te noemen.
Wat is het doel van dit rapport?
Het besluit is dat de opkomst van het Turks salafisme de Nederlandse democratie onder druk gaat zetten en een gevaar vormt voor de Nederlandse samenleving. Het zou kunnen dat Turken onderling ideologisch zouden clashen met elkaar, maar dat zou ook een probleem kunnen vormen tussen Turkse Nederlanders en autochtone Nederlanders. Turks ultranationalisme in combinatie met de politieke islam zou de nationale veiligheid van Nederland kunnen destabiliseren. Al bij al schrijft het rapport niks nieuws. De vraag is hoe de politiek dit verder gaat behandelen en waarvoor het moet dienen. Vanuit Ankara is alvast weinig reactie gekomen. Het lijkt me dat ook Turkije niet onder de indruk is van een rapport waarin staat wat Turkse journalisten en opposanten al jaren schreeuwen.
Tweede Kamerlid en politica voor VVD, Dilan Yesilgöz-Zegerius had verschillende vragen die ze in een schriftelijke nota heeft bezorgd aan het kabinet van Grapperhaus. Op haar Twitter-tijdlijn maakte ze enkele bedenkingen over het rapport: ‘Als deze analyse klopt is ze zorgelijk, maar de elementen zijn helaas niet nieuw. Het is de reden dat de VVD terroristische groeperingen verbiedt, weekendscholen wil aanpakken, geldstromen uit onvrije landen wil verbieden en die salafistische invloed zo verder wil beperken. Want daar is in ons land geen plek voor.’
‘Het is een gevaar voor onze nationale veiligheid, vergiftigt onze kinderen en is een magneet voor geld en beïnvloeding vanuit Turkije. De relatie met Turkije is belangrijk, maar we hebben in het verleden vaker laten zien dat onze eigen nationale veiligheid voor gaat. We hebben vaker ruzie gemaakt en als het moet, doen we het weer. Ik heb veel vragen en wil onder meer van het kabinet weten of de Kaplan-groep ook in ons land verboden kan worden.’
Een kwestie van moed
Minister Grapperhaus hoopt tegen de zomer van dit jaar een definitieve analyse te kunnen presenteren over de ontwikkelingen binnen de Turkse gemeenschap in Nederland. De vraag is wat er gaat gebeuren na de Tweede Kamer-verkiezingen in maart. Yesilgöz-Zegerius is alvast strijdvaardig en duldt geen gedoogbeleid meer. Nederland is wakker geworden van een diepe winterslaap, zo blijkt. Een gedegen doorlichting van de Turkse gemeenschap in België mag dan ook niet te lang op zich laten wachten, want ook hier is die buitenlandse inmenging reëel en niet zonder gevaar.
Als we willen verhinderen dat de propagandamachine van Erdogan in 2023 het Belgisch grondgebied bereikt, dan moeten we nu in actie schieten. Minister Van Quickenborne wacht een moeilijke taak om onze democratie en samenleving te beschermen. Daarbij zal een moedige, kordate aanpak tegen de antiwesterse retoriek van Erdogan en het Turks salafisme op termijn een investering zijn in de werkelijke integratie van de Turkse gemeenschap in België.