We leven in een vrij land en iedereen mag zijn mening vrij uiten – het kan niet vaak genoeg worden gezegd. Maar maatschappijkritiek wordt schimmig als iemand niet met een open vizier ten strijde trekt, maar kiest voor een alter ego of een pseudoniem.
NRC Handelsblad heeft onthuld dat Pepijn van Houwelingen schuilgaat achter de auteur Vossius van het boek Oneigentijds (2010, uitgeverij Aspekt). Het dampt daarin van discriminatie van minderheden, seksisme en verheerlijking van geweld. Europa is verzwakt door het mekkeren over mensenrechten als vrijheid en gelijkheid en het Derde Rijk heeft de voorkeur boven onze verweekte samenleving onder leiding van een hypocriete, incestueuze politieke elite. De oplossing voor het verraad van het hard werkende volk is, behalve geweld, directe democratie en burgerparticipatie via bijvoorbeeld een referendum.
Jarenlang taalde niemand naar deze fascistoïde roman. Nu duidelijk is geworden wie de auteur is, ligt dit anders. Van Houwelingen werkt bij het Sociaal en Cultureel Planbureau, waar hij onderzoek doet naar burgerparticipatie. Dat vergt objectiviteit. Daarnaast is hij een van de initiatiefnemers van het Oekraïne-referendum. Eerder kwam er al een aap uit de mouw: Oekraïne kon hem geen bal schelen, het referendum was een middel om de EU aan te tasten. Hij meldde ook de leden van de Tweede Kamer niet te vertrouwen, zij behoren allemaal tot dezelfde elitaire kliek. Bij deze nieuwe aap verdedigt Van Houwelingen zich op Facebook met het argument dat zijn schrijverschap los staat van zijn eigen opvattingen. Het is ideeënkunst. ‘Reve, Hermans, Céline, De Sade – allen hebben hun personages van alles en nog wat laten beweren, doen, denken… uiteraard vallen die personages niet samen met de auteur. In mijn geval is dat zeker niet zo. Daarom schrijf ik ook altijd onder pseudoniem.’
Maar de SCP-onderzoeker weet donders goed dat hij een spelletje speelt met de grenzen tussen fictie en werkelijkheid. Vossius is de geradicaliseerde versie van de latere activist Van Houwelingen die als bestuurslid van het Burgercomité bovendien het referendum heeft misbruikt voor een agenda die overeenkomt met de radicale standpunten van Vossius. Die vermenging blijft in de vrije ruimte van fantasie hangen. Maar met het wegvallen van het masker van de auteur is het vertrouwen in de politieke intenties van Van Houwelingen wel aangetast.
Het vertroebelen van perspectief, methodiek en identiteit in dienst van maatschappijkritiek speelt op een andere manier bij Maarten Zeegers, auteur van het non-fictieboek Ik was een van hen: drie jaar undercover onder moslims. Hij deed zich voor als een bekeerde moslim in de Haagse wijk Transvaal om zo te kunnen doordringen tot een voor niet-moslims gesloten gemeenschap. Dat leverde kritiek op: je verstoppen achter een valse identiteit is laf en buiten proportie, want het impliceert een grove maatschappelijke misstand die alleen maar zo blootgelegd kan worden. Toch heeft Zeegers een interessante zedenschets van binnenuit opgetekend. Zijn methode is functioneel, net zoals Günter Walraff vermomd als Turkse gastarbeider ooit deed in Ganz unten.
Waarom voelen beide boeken ongemakkelijk? Vanwege de vorm of de inhoud? Dat is het punt: ze vallen in een vaag niemandsland. Van Houwelingen alias Vossius opereert met een dubbele agenda. Van incognito Zeegers moet je maar aannemen dat het allemaal waar is. Dat voedt wantrouwen. Maar het geeft ook aan dat een politiek ongewenste inhoud lastig te rijmen is met een open vizier.