Veertig pensioendeskundigen van allerlei pluimage willen dat het kabinet de strenge pensioenspelregels versoepelt. Onder hen bevinden zich economen en oud-bestuurders van pensioenfondsen, maar ook voormalige Rabobank-topman Herman Wijffels en CDA-kopstuk Elco Brinkman. Niet de eersten de besten dus.
In een brief aan de Tweede Kamer noemen zij de rente waarmee pensioenfondsen moeten berekenen of ze op lange termijn aan hun verplichtingen kunnen voldoen te laag. Heel veel fondsen zijn straks gedwongen op hun oudedagsuitkeringen te korten. De veertig prominenten wijzen op de grote beleggingswinsten die de pensioenfondsen boeken. Ze stellen voor die rendementen deels ook te laten meetellen bij de toekomstberekeningen van de fondsen.
Het is niet de eerste keer dat het kabinet een dergelijk advies krijgt. Een paar weken terug kwam ABP-baas Corien Wortmann (ook oud-Europarlementariër) met een soortgelijke oproep. Een aantal politieke partijen pleit trouwens al jaren voor het aanpassen van de rekenrente.
Eigenlijk heeft de Kamer helemaal geen nieuwe aansporingen meer nodig. Vorige maand bond ze het kabinet op het hart alles in het werk te stellen om ‘onnodige’ pensioenkortingen te voorkomen. En minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) zegde toe zijn uiterste best te gaan doen. Net als kort daarop premier Mark Rutte. Ze vertelden er weliswaar niet bij wat ze precies denken te ondernemen, maar hoe zou je pensioenkortingen anders kunnen voorkomen dan door aan de rekenrente te sleutelen? Je kunt de kortingen ook enkele jaren uitstellen, maar dat komt op hetzelfde neer.
Het is overigens niet moeilijk om minstens veertig pensioenexperts te vinden die beweren dat kortingen dringend noodzakelijk zijn. Onlangs nog betoogde president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank dat ieder uitstel uit den boze is. Blijven ingrepen achterwege, dan is er volgens hem straks niet meer genoeg in de pensioenpot voor de jongere generatie. Ook ex-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem vindt dat. En tal van hoogleraren. En Koolmees zelf verkondigde tot voor kort luidkeels iets dergelijks.
Wie er gelijk heeft valt moeilijk te zeggen. Bij pensioenen praat je over de verre toekomst. Ongetwijfeld zullen er de komende decennia legio dingen gebeuren die niemand op dit moment voor mogelijk houdt. Uiterste voorzichtigheid bij lange-termijn-berekeningen lijkt op zich niet onverstandig.
Maar dat is economische logica en die speelt in de pensioendiscussie hoe langer hoe minder een rol. Over minder dan anderhalf jaar zijn er Tweede Kamerverkiezingen, dus is het hoog tijd voor de politieke logica. En die leert dat het ronduit dom is om de pensioenen (of de pensioenopbouw) van miljoenen te verlagen, zeker als er verkiezingen naderen.
Het kabinet heeft beloofd eind november aan de Kamer te laten weten of pensioenkortingen te verijdelen zijn. De druk om die kortingen achterwege te laten neemt nu wel heel erg toe. Je hoeft dan ook niet paranormaal begaafd te zijn om te voorspellen dat er straks aan de rekenrente gemorreld gaat worden.
Het vervelende is dat het kabinet dan precies doet waarop oppositiepartijen als 50PLUS, PVV en SP al zo lang aandringen. Met andere woorden: de pensioenspelregels versoepelen komt neer op toegeven dat Rutte III (net als Rutte II) verkeerd zat. Gelukkig beschikt dit land over een premier die met een stalen gezicht nederlagen weet te verkopen. Denk maar aan hoe hij omging met de dividendbelasting. Of met de vennootschapstaks. Of hoe hij de koppeling van de AOW-leeftijd aan de levensverwachting opeens als ‘te heftig’ en ‘hysterisch’ betitelde.