Verschillende media rapporteren dat ‘als er vandaag verkiezingen zouden zijn’, de partij van Thierry Baudet ook in de ‘Tweede Kamer’ de grootste zou zijn. Zinloze informatie, tenzij je Freek de Jonge of Prem Radhakishun heet. Dan slaap je niet meer. En dat geldt ogenschijnlijk voor nagenoeg het volledige ‘BN-Circus’. Ze zijn het onderling consequent hartgrondig met elkaar oneens over de meest futiele kwesties, maar ze doen het in hun broek voor Thierry. Wat die verwende stalpaarden niet lijken te beseffen, is dat het vee dat buiten de warme stal moet overwinteren er een aanbeveling in ziet om juist op Thierry te stemmen.
Maar er zijn vandaag geen verkiezingen voor de ‘Tweede Kamer’. En de eerstvolgende verkiezingen zijn die voor het ‘Europese Parlement’, in mei. Nou is dat ‘Europese Parlement’ niet veel meer dan een decorstuk. Een ‘werkgelegenheidsproject’ voor uitgerangeerde nationale politieke coryfeeën en op riante ‘onkostenvergoedingen’ jagende types die tot de ‘manager-klasse’ behoren. Maar deze komende ronde wordt het ‘erop, of eronder’ voor ‘Europa’. Waarbij twee groeperingen strijden om het recht de doodsteek toe te mogen brengen. De ‘Pro-Europa’ fanatici, en de ‘Anti-Europa’ fanatici. Tot welke groep Thierry behoort leek tot voor kort volkomen helder, gezien zijn innige band met het Franse ‘Front National’, en liefde voor de ‘Brexit’.
Weliswaar lijkt het erop dat die ‘Volkse’-anti-Europa beweging, met haar hang naar extreem nationalisme en etnische zuiverheid, aan het draaien is richting mijn eigen ‘Pro-Europa’-standpunt, waarin economische samenwerking, en zelfs ver gaande integratie, mét een ‘gezamenlijke munt’, en een fatsoenlijk sociaal vangnet, bij gelijktijdige bestrijding van misbruik, herkenbare ‘buitengrenzen’ die dan ook bewaakt worden, en respect voor elementaire mensenrechten centraal staan, maar ik vertrouw het (nog) niet. Wat ik echter ook wantrouw, is de nu dominante ‘Pro-Europa’-sekte die zich consequent prostitueert voor ‘Washington’, en haar op expansie gerichte ‘NAVO-macht’, waarbij ‘Europa’ wordt ingericht als ‘frontlijn’.
Dat het ‘Europese Parlement’ een figurant is, zonder macht, is mij al sinds de installatie van die ‘pinautomaat-voor-politici’ een doorn in het oog. Niets ondergraaft het vertrouwen van de burger in de bestuurlijke organen meer, dan een geldverslindende poppenkast. En niet slechts omdat het een aanfluiting is voor een land, of groep landen, die zich erop beroepen ‘democratisch’ te zijn. Maar meer nog omdat het totale gebrek aan verantwoordelijkheid er voor zorgt dat de figuranten zich niet geremd voelen om de meest extreme ‘voorstellen’ te steunen. Het is geen parlement, maar een ‘Actiegroep’, die het ‘vuile werk’ opknapt van Soros en andere geraffineerde ‘power-players’ die bulken van het door speculatie en manipulatie verkregen geld, voor wie het een ‘zero-sum-game’ is, op weg naar nóg meer rijkdom-zonder-arbeid.
Bij verschillende leidende politici in Europa zie ik wel enige beweging, weg van de afgrond. Terug naar een zakelijke ‘Europese Unie’, met een solide veiligheidsbeleid. Maar vooralsnog lijkt het erop dat ze elkaar niet kunnen bereiken, omdat ze in het verleden zelf zo ijverig hebben meegewerkt aan het verbreden en dieper maken van de kloof tussen ‘Pro’ en ‘Anti’, door elkaar te verketteren op niks af, en ieder begin van een inhoudelijke discussie te mijden als de ‘Ziekte’. Niet voor het eerst wijs ik nog maar eens op de dodelijke vergiftigingsverschijnselen die dat in de Verenigde Staten en het Verenigde Koninkrijk heeft opgeleverd, waar het ‘politieke bedrijf’ is verworden tot een slangenkuil die louter nachtmerries voedt, en niet de magen van hongerige medemensen.
Waar het er even op leek dat Macron zich zou kunnen ontwikkelen tot ‘bruggenbouwer’, vóór de ‘Gele Hesjes‘, ook dit weekend weer goed voor een flinke rel, en nadat Merkel inzag dat ze zich in de nesten had gewerkt met haar ‘Wir Schaffen Das’, had ik nog goede hoop dat we het mee zouden gaan maken dat zij een klap op de tafel zouden geven. ‘Genoeg!’ Maar waar ze zien dat ‘Europa’ kwetsbaar is, blijft de reflex van politici om naar ‘Rusland’ en ‘China’ te wijzen, en machteloze tranen te plengen over de chaos in ‘Washington’ en ‘Londen’. Zonder een ‘klinkende naam’ in de ‘Europese Politiek’ die over zijn of haar schaduw heen stapt, en de querulanten en kleuters de oren wast, zie ik niet hoe we een economische en humanitaire implosie kunnen vermijden. Dat is geen ‘doemdenken’, maar realisme. Het is geen ‘gelopen race’. Maar er moet nu wel wat gebeuren.