Religieuze extremisten winnen snel aan invloed binnen de moslimgemeenschap in ons land. Paul Van Tigchelt, de directeur van de Belgische terreuranalysedienst OCAD, maakt zich ernstig zorgen over het uitdijende salafisme, een radicale stroming in de islam. Volgens staatssecretaris Theo Francken (N-VA) zijn we er zelfs mee in oorlog. ‘Hun doel is duidelijk: als zij ergens in de meerderheid zijn, dan willen zij hun eigen wetten opleggen.’
‘Het succes van het salafisme heeft vooral te maken met het geld waarover het kan beschikken: miljoenen euro’s uit Saoedi-Arabië, Qatar en Koeweit’
Hoe gevaarlijk het salafisme is, werd eind vorig jaar opnieuw duidelijk toen de Tunesische terrorist Anis Amri, die in december toesloeg in Berlijn, werd begeleid door kopstukken van de radicale islam in Duitsland. Amri liet zich sturen door niet-erkende salafistische moskeeën in Berlijn en door het kopstuk van het salafisme in Duitsland: Abu Walaa. Dat is een schuilnaam van Ahmad Abdulaziz Abdullah, een uit Irak afkomstige haatprediker die zijn gezicht nooit laat zien in zijn propagandavideo’s. Walaa en zijn handlangers stoomden Amri klaar voor de gewapende strijd in Syrië en voor de islamterreur in Europa. Abu Walaa wordt door de Duitse autoriteiten beschouwd als de belangrijkste medestander van de Islamitische Staat (IS) bij onze oosterburen. Ook in België werden en worden jihadisten en Syriëgangers al jarenlang geronseld en geïndoctrineerd door salafistische haatpredikers – volgens de krant Die Welt am Sonntag zou Anis Amri trouwens meerdere keren naar ons land afgereisd zijn.
OCAD-directeur Paul Van Tigchelt wil zijn grote bezorgdheid over het salafisme niet nader toelichten.
Paul Van Tigchelt «Het is een heel gevoelig onderwerp, waarover met de grootste omzichtigheid gecommuniceerd moet worden. We moeten polarisering en stigmatisering vermijden, want dat zou een verkeerd beeld van de zaken geven en contraproductief zijn voor wat we beogen: een inclusieve samenleving. Het is dus beter voor het OCAD om in stilte voort te werken aan dit probleem.»
Johan Leman, voorzitter van het regionaal integratiebureau vzw Foyer in Sint-Jans-Molenbeek, wil wel praten.
Johan Leman «Het jihadistische salafisme, dat geweld en terreur propageert en organiseert, vormt een ernstig gevaar. Niet het minst omdat het hoofdzakelijk in het misdaadmilieu rekruteert. Waar radicaliseren mensen tot de gewelddadige islam? Op straat, rond de moskeeën, op het internet en nog veel meer in de gevangenis. Stuur een crimineel met een moslimachtergrond naar de gevangenis en de kans dat hij er geradicaliseerd weer buitenkomt, is bijzonder groot.»
Achter de islamterreur schuilt een groter gevaar voor de westerse waarden en de manier van samenleven dat nooit de kranten en de journaals haalt: het bekeringssalafisme. Het salafisme is een brede religieuze noemer die een waaier van islamvarianten van de harde, fundamentalistische lijn dekt. Die vormen hebben één ding gemeen: ze beschouwen zichzelf als superieur en ze zijn onverdraagzaam. Hun religieus geïnspireerde afkeer voor alles wat westers en democratisch is, is diep. Ze willen niet leven in een seculiere maatschappij. En velen willen daar ook wat aan doen. Voor hen is het niet voldoende salafist te zijn; alle anderen moeten het ook worden. In zijn boek ‘Islam en radicalisme bij Marokkanen in Brussel’ schrijft politicoloog Bilal Benyaich: ‘De drijfveer van de salafisten is het islamiseren van de maatschappij.’ Maar ze kiezen daarbij niet allemaal voor geweld en terreur. Sommigen gaan voor een tragere en minder opvallende aanpak om hun vorm van de islam dominant te maken: de bekering.
‘Johan Leman: ‘Stuur een crimineel met een moslimachtergrond naar de gevangenis en de kans dat hij er geradicaliseerd weer buitenkomt, is bijzonder groot.’
Leman «Het zijn de salafisten die worden gestuurd door groepen als de internationale Moslimbroederschap (die wereldwijd democratieën wil vervangen door een kalifaat onder de sharia, het islamitische recht, red.) en vertegenwoordigers van de regimes in Saoedi-Arabië, Qatar en Koeweit. Hun doel is duidelijk: ‘Als wij ergens in de meerderheid zijn, dan hebben wij ook het recht om daar onze wetten op te leggen.’»
HUMO Maakt hen dat minder gevaarlijk dan de terreursalafisten? Ze wijzen de Europese samenleving en haar waarden af en wakkeren het wij-zij-gevoel aan.
Leman «Niet alle salafisten zijn in oorlog met de hen omringende samenleving. Sommigen keren zich er gewoon van af. Ik ken zelf zulke salafisten. Ik ga zonder problemen met hen aan tafel zitten, ook al bestaat er voor hen maar één bron van alles: de Koran en de Hadith, de overleveringen over het doen en laten van de Profeet. Ze zijn niet gewelddadig, of beweren toch dat ze dat niet zijn. Ik vergelijk hen weleens met de protestantse amish in de Verenigde Staten, mensen die hun eigen gemeenschap inrichten volgens goddelijke regels en zich afwenden van de rest van de wereld. Ze hebben hun eigen paradijs en beschouwen zichzelf als uitverkoren. Het zijn dan ook niet meteen grote bekeerders zoals bijvoorbeeld de Getuigen van Jehovah. Integendeel, ze willen er liever niet te veel extra uitverkorenen bij, om zelf niet uit de boot te vallen.»
‘Als een religieuze overtuiging hele stadswijken gaat domineren, heb je een probleem’
Humo Groepen die zich afkeren van de samenleving en zelfs vijandig staan tegenover de manier van leven en de waarden van die samenleving, is dat een goed idee?
Leman «Ik ben absoluut geen voorstander van groepen die zich afkeren van de maatschappij, maar zolang die klein blijven, kan het weinig kwaad. Dat ligt anders als een religieuze overtuiging hele stadswijken gaat domineren.»
Dat is net wat er gebeurt: het salafisme krijgt steeds meer voet aan de grond in de moslimgemeenschappen in Europa. In 2012 had het toenmalige hoofd van de Staatsveiligheid, Alain Winants, het over een paar duizend salafisten in België. Van hen waren enkele honderden ook militant en hadden er een tiental de stap naar het jihadisme en het geweld gezet. Volgens Bilal Benyaich is niet minder dan één op de tien van de praktiserende soennitische moslims in België een salafist. Dat is ook in het straatbeeld te zien: in meerdere Brusselse wijken kleden, eten en denken de moslims zoals hun radicale geloofsgenoten dat eisen. De salafisten dringen hun normen op in theehuizen, moskeeën, Koranscholen en culturele centra die ze zelf hebben opgericht of waar ze het bestuur hebben overgenomen. Ze hebben contacten in de gevangenissen en in de opvangcentra, waar ze nieuwkomers in ons land naar hun moskeeën en centra leiden. Ze ronselen ook op straat, rond de moskee. Ze schuwen daarbij het geweld niet. In november vorig jaar berichtte de pers in Nederland over salafisten die, in hun poging om een moskee in Amsterdam-West over te nemen, een bejaarde imam neersloegen.
Het succes van het salafisme heeft veel te maken met het geld waarover het kan beschikken: elk jaar worden miljoenen euro’s vanuit het buitenland richting België gepompt door welgestelde financiers, rijke organisaties en de regimes van Saoedi-Arabië, Qatar en Koeweit. Die betalen de opleiding van imams en de inrichting van moskeeën, scholen, gemeenschapscentra en boekenwinkels.
‘De salafistische imam Ahmed Salam leidt vanuit Utrecht een netwerk met vertakkingen tot in Antwerpen en Mechelen.’
Nepuniversiteit
Tientallen jaren heeft de overheid de salafisten in ons land hun gang laten gaan. Vandaag zijn ze actief in talloze naadloos in elkaar overlopende netwerken in het hele land. Eén van de belangrijkste vertegenwoordigers van het politieke salafisme in Brussel is de Turk Mustafa Dönmez.
Leman «Mustafa Dönmez is een instrument van de Turkse islambeweging Milli Görüs. Dat zijn Turkse Moslimbroeders die ijveren voor een samenleving die de sharia naleeft. Necmettin Erbakan, de stichter van Milli Görüs, zocht jaren geleden al toenadering tot oliestaten als Saoedi-Arabië, Qatar en Koeweit omdat hij Turkije uit de Westerse invloedssfeer wilde losweken.»
Mustafa Dönmez zou diploma’s islamologie behaald hebben aan de Université Catholique de Louvain-la-Neuve en aan een universiteit in het Turkse Bursa. Hij heeft lesgegeven in het Franstalige middelbare onderwijs, maar vandaag is hij vooral actief in niet-erkende universiteiten in ons land die bachelor- en masterdiploma’s uitreiken, zonder dat ze daar de toelating voor hebben van de overheid.
‘De Faculté des Sciences Islamiques de Bruxelles is een vzw die pretendeert een universiteit te zijn, maar ze beschikt over geen enkele erkenning van de Belgische overheid.’
Mustafa Dönmez verspreidt zijn salafistische visie onder meer via Brusselse vzw’s die gespecialiseerd zijn in religieus onderwijs. In 2007 richtte hij in de Grensstraat in Sint-Joost-ten-Node de Faculté des Sciences Islamiques de Bruxelles op, een vzw die pretendeert een universiteit te zijn, maar die over geen enkele erkenning van de Belgische overheid beschikt. In 2013 begon hij op hetzelfde adres met de Université Européenne de Bruxelles (UEB), een vzw die zichzelf in de statuten voorstelt als een universiteit en die taallessen en religieus onderwijs op master- en doctorniveau verzorgt. Maar ook de UEB is geen universiteit naar Belgisch recht. Ook nauw betrokken is Nedim Bahçekapili, een Nederlander van Turkse afkomst die rector is van de Islamitische Universiteit Europa (IUE) in Rotterdam. De UEB noemt zichzelf trouwens een filiaal van de IUE. Maar die Nederlandse instelling, die cursussen islamitische theologie aanbiedt – het collegegeld bedraagt 1.200 tot 1.500 euro per jaar – beschikt evenmin over een erkenning als universiteit. De IUE heeft ook een afdeling in Gent: de Islamitische Faculteit van Europa (IFE), waar je een opleiding kunt volgen om islamleraar of imam te worden. Ook de IFE biedt bachelor- en masterdiploma’s aan.
Eind december vorig jaar werden drie bestuurders van de IUE gearresteerd op verdenking van miljoenenfraude en witwaspraktijken. De speurders lieten beslag leggen op een huis, auto’s, cash geld en sieraden. De Nederlandse Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD), de tegenhanger van onze BBI, verdenkt de bestuurders ervan te hebben geknoeid met de kwitanties die de instelling uitschrijft voor giften van donateurs. Die kwitanties werden verkocht voor een fractie van het bedrag dat erop vermeld stond, waarna de kopers voor een prikje een stevige belastingaftrek konden realiseren. Bovendien werden de kwitanties niet of niet volledig in de administratie verwerkt, zodat de bestuurders ook van witwassen worden verdacht. De IUE doet het onderzoek van de FIOD af als een typisch geval van islamofobie.
‘Abdelkader Dahmichi van het Centre Islamique et Culturel de Belgique in het Brusselse Jubelpark presenteert zichzelf als specialist in islamitische duiveluitdrijving.’
Hoe de Université Européenne de Bruxelles wordt gefinancierd, is niet vast te stellen: de vzw dient geen jaarverslagen in, ook al is dat wettelijk verplicht. Maar waar het geld vandaan komt, is geen groot mysterie. Vier medeoprichters van de UEB komen uit de oliestaat Koeweit. Samen met hen heeft Dönmez ook de Association Culturelle de Bienveillance gesticht. Die vzw, die net als de UEB gevestigd is in de Grensstraat 100, houdt zich bezig met opvoeding, menslievendheid en fondsenwerving. Daarnaast hebben de Koeweiti’s de bvba Société Européenne de Ressources Humaines opgericht. Met die holding, die gehuisvest is in de Paviljoenstraat 4, kopen ze in ons land vastgoed.
Op het adres van Dönmez’ vzw’s is ook het Belgische filiaal van Al Haramain ondergebracht. Dat is een Saoedische liefdadigheidsorganisatie waarvan de Amerikaanse zender CBS in 2014 uitbracht dat het ingezamelde geld niet volledig naar arme moslims ging, maar ook door Al Qaeda werd gebruikt om aanslagen te plegen.
De UEB heeft nooit een geheim gemaakt van haar nauwe banden met de islamitische regimes op het Arabische schiereiland. Docenten van de King Saud University uit Saoedi-Arabië worden als gastspreker uitgenodigd. Zij propageren het wahabisme, de Saoedische variant van het salafisme en de staatsreligie in Saoedi-Arabië. Een paar jaar geleden kreeg zelfs de Saoedische haatprediker Mohamed Al-Arifi er het woord. Al-Arifi wordt ervan beschuldigd een ideologie te verspreiden die nauwelijks verschilt van die van IS en daarom mag hij Groot-Brittannië en Zwitserland niet meer binnen. Maar in België is hij welkom. In ons land werkt hij samen met haatpredikers als de Antwerpse salafist Mohamed Chadlioui.
Ook in Brussel beschikt Mustafa Dönmez over invloedrijke medestanders. De Faculté des Sciences Islamiques de Bruxelles richtte hij op samen met zijn neef Ibrahim Dönmez, PS-gemeenteraadslid in Schaarbeek. Ibrahim Dönmez, die volgens het Belgisch Staatsblad ondervoorzitter van de raad van bestuur van de Faculté is, is een goede bekende van de vroegere PS-burgemeester van Molenbeek Philippe Moureaux, jarenlang één van de machtigste Franstalige socialisten. Moureaux liet zich geregeld uitnodigen op debatten georganiseerd door Ibrahim Dönmez en leek er geen enkele moeite mee te hebben dat een socialistische mandataris mee een salafistische universiteit uitbaat. Via een persverantwoordelijke van de PS laat Ibrahim Dönmez weten dat hij jaren geleden al ontslag heeft genomen bij de Faculté en dat die vzw ondertussen is opgedoekt. Maar in het Belgisch Staatsblad vinden we daar geen enkele aanwijzing voor, meer nog: de Faculté bestaat nog altijd. Mustafa Dönmez van zijn kant heeft niet gereageerd op verzoeken van Humo voor een gesprek.
Gescheiden zwemmen
Mustafa Dönmez is ook voorzitter van de raad van bestuur van de vzw Centre d’Education et Culturel de la Jeunesse (CECJ), eveneens gevestigd aan de Grensstraat. De CECJ is een Koranschool waar kinderen, van wie de meisjes vaak al gesluierd rondlopen, Arabische les krijgen en de Koran uit het hoofd moeten leren. Die vzw heeft Dönmez opgericht samen met Mustapha Kastit, een Marokkaan die tot imam werd opgeleid in Saoedi-Arabië. Hij wordt door politicoloog Bilal Benyaich een ‘overtuigde salafist’ genoemd. Kastit is ook medewerker van het Centre Islamique et Culturel de Belgique (CICB), een amalgaam van salafistische organisaties en scholen die verbonden zijn aan de Grote Moskee in het Brusselse Jubelpark. Het CICB is in handen van het Saoedische World Supreme Council of Mosques en dus van het Saoedische koningshuis. Dat financiert het CICB al sinds de jaren 70 met als enige doel het salafisme dominant te maken in de Belgische islam. Jarenlang heeft de vzw geen jaarrekeningen ingediend. Pas toen de ontbinding van de vzw werd geëist wegens het niet naleven van de Belgische wetgeving, werden de jaarverslagen voor 2013, 2014 en 2015 ingediend. Daaruit bleek dat de vzw draaide op niet nader gespecificeerde giften, die in 2015 meer dan 1 miljoen euro bedroegen. Waar dat geld vandaan komt, ligt voor de hand. In de vzw zitten mensen als de Saoedische ambassadeur in België en Abdulrahman al Zaid, een lid van de Saoedische Muslim World League. Die organisatie financiert wereldwijd de bouw van moskeeën en deelt korans uit om niet-gelovigen tot de islam te bekeren. De Muslim World League beweert alle geweld te verwerpen en de dialoog met andere culturen te willen bevorderen, maar in de VS wordt de organisatie al vele jaren van nabij in de gaten gehouden door de overheid wegens haar banden met islamistische terreurgroepen als Al Qaeda.. In België werd de Saoedische directeur van het CICB, Khalid Abrili, in 2012 gedwongen ontslag te nemen en het land te verlaten omdat hij in zijn preken had opgeroepen tot haat en geweld tegen andersdenkenden.
Aan de Fabrieksstraat 56-58 in Brussel bestiert Mustapha Kastit zijn eigen salafistische vereniging Al Imam Al Bokhari, een vzw die lessen Arabisch en Korankennis organiseert voor volwassenen. Op dat adres bevindt zich ook de vzw Marhaban, die kinderen Arabisch leert en onderwijst in de Koran. De vzw is opgericht en wordt geleid door Salima Sofiane, een moslima uit het Franse Metz. En sinds april 2016 wordt ze gesubsidieerd door de gemeente Molenbeek. De vzw organiseert eveneens gescheiden zwemactiviteiten voor vrouwen en kinderen. Begin 2016 leidde dat tot ophef toen bleek dat Sofiane Plopsaqua in De Panne had afgehuurd en had geëist dat er alleen vrouwelijk personeel aanwezig zou zijn.
Eén van de islamleraars van de vzw Al Imam Al Bokhari is David ‘Daoud’ Van Beveren, een salafistische bekeerling. In 1997 richtte Van Beveren de vzw Jardin des Jeunes op aan de Poincarélaan 47 in Brussel. De Jardin des Jeunes is een zeer actieve organisatie die zich bezighoudt met de ‘spirituele opvoeding en reconstructie van de persoonlijkheid van de moslim door middel van intensieve seminaries, dynamische workshops en interactieve ontmoetingen’. De vzw nodigt geregeld sprekers uit, zoals de Malinees Mohamed Minta, een islamitische fundamentalist die in Frankrijk aan het hoofd stond van een moskee in Vaulx-en-Velin. Die werd onder anderen bezocht door de in 1995 door Franse gendarmes neergeschoten Algerijnse terrorist Khaled Kelkal.
Medeoprichter van de Jardin des Jeunes is de Brusselse bekeerling Xavier Meert, die in 2012 werd veroordeeld tot 9 jaar gevangenis wegens foltering met de dood tot gevolg. Meert, die zichzelf als een getalenteerd exorcist beschouwt, had zich in 2004 in Brussel aan een duiveluitdrijving gewaagd. Twee maanden lang had hij een vrouw van 24 jaar uitgehongerd, geslagen, in hete en koude baden gedwongen en haar hoofd onder water gehouden tot de behandeling haar fataal werd. In de kranten werden die praktijken ‘een hoogmis van achterlijkheid en kwaadaardigheid’ genoemd.
Meert liet zich bijstaan door een collega-exorcist, de ongeletterde Marokkaan Abdelkrim Aznagui (65), alias sjeik Abou Chayma. De man kreeg drie jaar met uitstel omdat hij niet in België was op het moment waarop het slachtoffer stierf. Toen Aznagui jaren eerder in België arriveerde, ging hij eerst aan de slag als schrijnwerker. Daarna werd hij elektricien en hersteller van gokautomaten, tot hij de islam ontdekte. Aznagui werd werkloos en begon bij te klussen als exorcist, Koranspecialist en haatprediker.
Aznagui is vandaag een veelgevraagd spreker in België, Nederland en Frankrijk. In zijn lezingen verkettert hij de democratie en de rechtsstaat. Hij doet de stemplicht af als haram – onrein en verboden – en keurt het afranselen van vrouwen goed, op voorwaarde dat men de vrouw niet in het gezicht slaat en er geen sporen achterblijven. Aznagui noemt IS wel een ketterse organisatie, niet omdat ze mensen vermoordt, maar omdat er onder de slachtoffers ook moslims zijn.
‘Leerlingen krijgen te horen dat ze nooit criminele moslims mogen aangeven bij de politie, want dat zou verraad aan de islam zijn’
Verboden films
Een andere medewerker van het Centre Islamique et Culturel de Belgique is de Marokkaan Abdelkader Dahmichi. Op zijn Facebookpagina biedt hij zichzelf aan als een specialist van de ‘authentieke islamitische roqya (duiveluitdrijving, red.), behandeling van hekserij, djinns en het kwade oog door middel van de Koran en de geneeskunde van de profeet’. Daarnaast organiseert hij reizen naar Mekka. Dahmichi is goed bevriend met Brahim Achargui, de Antwerpse medewerker van de Nederlandse salafistische familie Salam. Die familie, met aan het hoofd imam Ahmed Salam, leidt via de Stichting alFitrah in Utrecht een omstreden moskee en een Koranschool. In Tilburg controleert ze de Islamitische Stichting voor Opvoeding en Overdracht van Kennis, een moskee, scholen, liefdadigheidsinstellingen als de SOS-Stichting en de tv-stations Sunnah TV en Sadaqah TV. Ze is in de afgelopen vijftien jaar al meermaals in opspraak gekomen wegens de zeer extreme opvattingen die haar organisaties verspreiden, en omdat het geld dat ze inzamelen naar jihadistische organisaties in Syrië zou gaan.
In 2015 publiceerde de Nederlandse krant NRC een reeks artikels waarin ze de moskee ervan beschuldigt ‘een kweekvijver voor jihadisme’ te zijn die moslims opdraagt ‘afschuw te hebben van ongelovigen’ en probeert te voorkomen dat kinderen op de basisschool naar muziek luisteren of naar films kijken. Eind vorig jaar meldde het weekblad Elsevier dat leerlingen in de alFitrah-moskee in Utrecht werd onderwezen dat ze nooit ‘criminele moslims’ mogen aangeven bij de politie, of het nu gaat om drugstrafikanten, bankovervallers, straatrovers of vrouwenhandelaars, want dat zou verraad aan de islam zijn.
In 2013 richtte Suhayb Salam, één van de zonen van de familie, samen met zijn vrouw en Brahim Achargui de vzw alFitrah op in Antwerpen, en in Mechelen de Stichting SOS samen met ene Amgar Lofti. In de statuten van de vzw staat als doel onder meer ‘het bestrijden van extremisme dat leidt tot radicalisering en disrespect tegen andersdenkenden, en van losbandigheid bij islamjongeren’.
In 2016 nam Achargui ontslag als lid van de raad van bestuur van de vzw alFitrah, maar in Borgerhout begon hij met de vzw Centrum voor Educatie en Maatschappelijke Interactie, uitgerekend met Amgar Lofti, de Mechelse kennis van Salam. Daar geeft hij les in de Koran aan jongens tussen 9 en 14 jaar. Onder professionele begeleiding memoriseren zij de Koran volgens de regels van de tajweed, de door Allah verplichte uitspraak van de Koran, want er is maar één toegelaten manier om de Koran te lezen.
Waarom alleen over extremistische moslims ?