Waarom Nederlandse asielcentra vol zitten?. Er zijn te weinig woningen voor Nederlanders dus al helemaal niet voor immigranten.
De Nederlandse immigratiedienst is wanhopig. Het aantal asielaanvragen is het afgelopen jaar bijna verdubbeld, tot 4.200 in maart en 3.200 in april. Er zitten momenteel 40.000 asielzoekers in opvangcentra, tegenover 26.000 een jaar geleden.
Er zijn genoeg verhalen over de gevolgen: asielzoekers slapen op vloeren en in tenten, lokale overheden zorgen voor noodopvang. ( Hier een goede uit de Volkskrant .)
Er is minder analyse van de oorzaken geweest. Ik keek naar de cijfers en sprak met experts voor Wynia’s Week . Het volledige verhaal in het Nederlands vind je hier . Wat volgt is een samenvatting in het Engels.
Geen Oekraïners
Mijn eerste gedachte was dat de stijging veroorzaakt moet worden door de oorlog in Oekraïne. Het blijkt dat Oekraïners niet in de cijfers zijn opgenomen. Ze hoeven namelijk geen asiel aan te vragen. Oekraïners hebben al het recht om twee jaar in de EU te blijven.
Oekraïners concurreren met andere immigranten voor huisvesting. Er zijn zeker 60.000 Oekraïense vluchtelingen in Nederland. Er is een woningnood van 279.000 .
Huizentekort
Dat is een van de redenen waarom vluchtelingencentra overcapaciteit zijn. Ze hebben zo’n 30.000 vaste plaatsen. 10.000 asielzoekers slapen in noodopvang.
Van die 40.000 hebben er 14.000 asiel gekregen, maar wachten ze op een vaste plek om te wonen. De helft wacht al drie maanden of langer.
De rijksoverheid heeft gemeenten opgedragen meer woningen te zoeken, waardoor andere groepen die voorrang hebben op volkshuisvesting – psychiatrische patiënten, jonge ouders en ouders met een laag inkomen, uitkeringsgerechtigden – langer zullen moeten wachten.
Jan Latten, voormalig hoofddemograaf van Nederland en momenteel hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, vertelde me dat de overheid symptomen behandelt, maar niet de oorzaak. “Er is geen greep op toekomstige aantallen [immigranten] waarmee rekening kan worden gehouden,” zei hij.
Latten pleit al lang voor Nederland om demografische doelen te stellen om grip te krijgen op zowel het migratie- als het huisvestingsbeleid.
Onvoorspelbaar
Asielzoekers zijn niet de grootste groep immigranten. Nederland neemt meer gezinsmigranten, buitenlandse studenten en seizoenarbeiders op. Maar die immigranten zullen ofwel bij hun familie wonen of huisvesting krijgen van een school of werkgever.
Ook de aantallen asielzoekers zijn minder voorspelbaar. Als gevolg van de oorlog in Syrië piekte het aantal aanvragen in 2015 op 60.000. (Gezinsmigratie nam in de daaropvolgende jaren toe toen Syriërs kinderen en echtgenoten meebrachten.) Het aantal bereikte vorig jaar bijna 40.000. De grootste groep kwam nog steeds uit Syrië, gevolgd door Afghanistan. Maar Algerije, Marokko, Nigeria en Turkije – voor de meesten veilige landen – stuurden ook duizenden mensen.
Op basis van de cijfers van dit jaar tot nu toe – immigratieambtenaren verwerkten in april 15.000 aanvragen in vergelijking met 8.000 een jaar eerder – lijkt het erop dat het totaal het record van 2015 zal evenaren.
Weggedraaid
Tussen 80 en 90 procent van de asielzoekers uit Afghanistan, Syrië en Turkije krijgt asiel. De eerste twee vanwege het geweld in die landen, de derde als het Koerden zijn of critici van president Recep Tayyip Erdoğan.
Algerijnen, Marokkanen en Nigerianen worden daarentegen bijna altijd afgewezen.
Dat betekent niet dat ze vertrekken. Ze kunnen in beroep gaan tegen de beslissing, en zelfs als ze een tweede keer worden afgewezen, kunnen ze illegaal in Nederland blijven. Schattingen zijn tienduizenden doen. Hoewel het aantal waarschijnlijk lager is dan twintig jaar geleden. De handhaving is verbeterd.
Nederland is aantrekkelijk
De EU als geheel krijgt meer asielzoekers uit Colombia, Irak en Venezuela. Waarom proberen relatief meer immigranten uit veilige landen Nederland?
Salvatore Nicolosi, doceert Europees recht aan de Universiteit Utrecht, vermoedt dat economie een rol speelt. Zelfs laaggeschoolde banen in Nederland worden redelijk goed betaald.
Hij wees me er ook op dat Nederland grote Marokkaans- en Turks-Nederlandse gemeenschappen heeft, waardoor het voor Marokkanen en Turken, die nog geen Nederlands spreken, gemakkelijker is om hier een bestaan op te bouwen.
Stap naar burgerschap
Latten gaf nog een reden: asiel is bijna altijd een opstap naar burgerschap.
Andere landen maken onderscheid tussen asielzoekers (op de vlucht voor vervolging) en vluchtelingen (van oorlog). Nederland niet.
Als een asielzoeker eenmaal een verblijfsvergunning heeft gekregen, wordt deze zelden ingetrokken. Het kan zijn als ze een misdaad plegen. Maar weinig immigranten worden gedeporteerd. Landen van herkomst zijn terughoudend om criminelen terug te nemen. Marokko weigert notoir iemand terug te nemen die elders een status heeft aangevraagd.
In de meeste EU-landen, waaronder Nederland, kunnen ingezetenen na vijf jaar het staatsburgerschap aanvragen. Denemarken is strenger en vereist acht jaar verblijf.