Iedereen die porno verspreidt zonder strikte leeftijdscontroles kan in Nederland worden gestraft. Met erotiek is het anders. Maar wat is het verschil? Interne documenten laten voor het eerst zien hoe mediawaakhonden seksuele opnames beoordelen.
Porno of Erotiek “Je ziet een vrouw en een man elkaar eerst kussen.”
Het begint als een romantisch verhaal. Maar het is het verhaal van mediawaakhonden die in opdracht van de staat seksuele opnames onderzoeken. Opnames van internet die minderjarigen niet mogen zien en die naar het oordeel van de wetgever maar al te gemakkelijk toegankelijk zijn.
Deze video toont bijvoorbeeld een vrouw en een man die ‘elkaar eerst kussen’. Het kwam op het scherm van het bureau terecht, werd daar eerst onderzocht en vervolgens gearchiveerd. De mediatoezichthouder heeft vastgesteld dat de video de ontwikkeling van kinderen en jongeren kan schaden. En dat komt zeker niet door de kus, maar door wat volgt:
In de volgende scène ligt de man op een bed en geeft de vrouw hem oraal genot. Dit wordt gevolgd door scènes van geslachtsgemeenschap. De primaire geslachtsdelen staan centraal in de video, maar worden overal gecensureerd.
De meeste mensen zouden een video als deze spontaan als porno beschouwen. Maar verre van dat. Deze video is geen porno, maar erotiek. In het dagelijks taalgebruik zijn de termen uitwisselbaar. Maar in het Duitse recht is het verschil tussen porno en erotica een serieuze zaak. Het bepaalt of uploaders een misdrijf begaan of niet.
Porno is een van de strengst gereguleerde inhoud op internet. Ze mogen in Duitsland niet online worden verspreid, behalve met strenge leeftijdscontroles. Exploitanten van pornosites moeten bijvoorbeeld de ID’s van alle bezoekers controleren of hun gezichten scannen om er zeker van te zijn dat ze ouder zijn dan 18 jaar. Als ze dit niet doen, worden ze geconfronteerd met netwerkblokkering. Erotiek daarentegen is veel minder strikt gereguleerd.
Hoewel erotica niet bedoeld is voor de ogen van minderjarigen, hoeft niemand zich hier te legitimeren. Voor erotiek is het voldoende als er op een website een etiket staat dat een jeugdbeschermingsfilter kan lezen. Als volwassenen zonder ouderlijk toezicht online zijn, merken ze daar niets van.
Porno veroorzaakt meer problemen
Nu het internet staat erom bekend dat het wemelt van erotiek en pornografie. “Scènes van geslachtsgemeenschap” en “primaire geslachtsdelen” zijn te vinden in miljoenen en miljoenen video’s. De mediatoezichthouder onderneemt daarom niet alleen actie tegen grote platforms als Pornhub, maar ook tegen individuele artiesten en sekswerkers. Ze uploaden seksuele afbeeldingen naar hun professionele websites, blogs en sociale media-accounts, vaak als teaser voor hun betaalde inhoud of voor seksuele diensten. Ze bouwen online een community op, vergelijkbaar met influencers. Zo vinden ze klanten en verdienen ze hun brood.
Het controleren van de ID’s van alle gebruikers die langskomen, is iets waar maar heel weinig mensen aan denken. Dit maakt het des te belangrijker dat sekswerkers het verschil tussen erotiek en porno kunnen inschatten. Anders riskeren ze aanklachten en boetes. Het Wetboek van Strafrecht vermeldt: :
Iedereen die pornografische inhoud beschikbaar stelt aan een persoon jonger dan achttien jaar […] wordt gestraft met een gevangenisstraf van maximaal één jaar of een geldboete.
Afgelopen winter rapporteerde de mediaregulator minstens 237 Twitter-accounts wegens het verspreiden van pornografie. Het was een ‘bewustmakingscampagne’, zoals de mediaregulator uitlegde. De getroffenen zagen dit meer als ‘censuur’ en afschrikking; we hebben gerapporteerd.
Als ze geen porno en alleen maar erotica hadden geüpload, zouden ze veel problemen bespaard zijn gebleven. Wij van de mediaregulator wilden destijds weten: hoe kun je eigenlijk onderscheid maken tussen deze twee vormen van seksuele inhoud? Waar ligt de grens tussen erotiek en porno? Wat mogen sekswerkers zonder leeftijdscontrole online laten zien als ze hun beroep willen uitoefenen – zonder angst voor aangifte en boete? Is naakt knuffelen al porno?
De antwoorden bleven vaag. We hebben geleerd dat het afhangt van het individuele geval. “Porno is porno”, zei de beste jeugdbeschermer van Duitsland Marc Jan Eumann op mysterieuze wijze. De voormalige SPD-politicus is voorzitter van de Commissie voor Jeugdmediabescherming.
Interne documenten zorgen voor transparantie
Om het vage onderscheid tussen erotica en porno te doorgronden, hebben we interne documenten opgevraagd. We vertrouwden op de Freedom of Information Act (IFG), die autoriteiten verplicht documenten openbaar te maken. De Staatsmedia-autoriteit van Noordrijn-Westfalen (NRW) stuurde ons vervolgens tegen betaling enkele honderden pagina’s over gevallen van erotische en pornografische inhoud, met andere woorden een voorbeeld.
Als u de documenten in het origineel wilt lezen, hoeft u geen identiteitsbewijs te tonen. Er zijn daar geen pornografische afbeeldingen, alleen beschrijvingen. De mediawaakhonden hebben hier in eigen woorden vastgelegd wat administratief relevant is voor het afgebeelde zuigen, likken en neuken. Bijvoorbeeld: “Alle geslachtsdelen zijn volledig zichtbaar.”
Voor het eerst geven de documenten gedetailleerd inzicht in hoe mediawaakhonden in Duitsland seksuele opnames beoordelen en in lades leggen. We hebben in totaal 174 voorbeeldgevallen onderzocht, waaruit blijkt dat er eenvoudige patronen kunnen worden geïdentificeerd in de vraag welke opnames alleen erotisch zijn en welke al pornografisch zijn. Dit betekent dat er meer transparantie mogelijk zou zijn – ook voor mensen die zelf seksuele afbeeldingen op internet willen verspreiden. Dergelijke opnames behoren immers tot de meest geraadpleegde inhoud op internet.
In reactie op ons onderzoek roepen deskundigen op tot politieke consequenties: zij zien de noodzaak van een inhaalslag op het gebied van mediatoezicht en zwakke punten in het strafrecht. Het gaat ook over welke rol seksualiteit en seksuele zelfbeschikking op internet zouden moeten spelen; daarover later meer.
Brieven aan mensen die in de problemen komen
De documenten die we hebben onderzocht zijn brieven aan mensen die momenteel in de problemen zitten. Simpel gezegd schrijft de mediaregulator hen: Ze verspreidden seksuele inhoud en beschermden deze niet goed genoeg tegen de blik van jongeren. Dat is precies wat ze nu moeten veranderen. In het geval van porno zouden ze bijvoorbeeld identiteitsbewijzen moeten controleren; In het geval van erotica: laat een stempel achter voor jeugdbeschermingsprogramma’s. Ook moeten zij administratiekosten betalen, vaak enkele honderden euro’s.
In de brieven beschrijven de mediawaakhonden de aangeklaagde beelden en video’s. Ze noteren ook waar ze hebben geklikt en welke tekst daar stond. Bijvoorbeeld:
Pad:
Op de startpagina van het aanbod staan voorbeeldafbeeldingen van video’s met beschrijvende teksten. De afbeelding onder de titel: “Sex in Public” laat het volgende zien:Afbeelding:
Je ziet een vrouw op een landweg staan. Ze draagt een kort rokje en tilt haar topje op om haar borsten te laten zien. Onder de foto kun je ook het volgende lezen:Tekst:
“Laten we eens kijken wie mij ophaalt en doorlaat ;)”
Het mediatoezicht rechtvaardigt of de inhoud onder pornografie valt, dat wil zeggen “volgens § 184 StGB de criteria ontwikkeld door de jurisprudentie pornografisch beoordelen”. Of er wordt uitgelegd of de inhoud onder erotiek valt, dat wil zeggen ‘ontwikkelingsstoornissen voor kinderen en jongeren’ onder de 16 of onder de 18 jaar.
Dat laatste is het geval bij de vrouw op de landweg. De mediaregulator heeft ontdekt: Jouw verlangen om gesleept te worden kan de ontwikkeling van jongeren onder de 18 jaar schaden.
87 keer porno, 87 keer erotiek
Voor onze vergelijking hebben we 87 erotische en 87 pornografische< documenten a i= 4> representaties verzameld. Voor de mediaregulator omvat ‘representatie’ niet alleen afbeeldingen en video’s, maar ook teksten. Dit betekent dat woorden ook pornografisch kunnen zijn; of ze kunnen ertoe bijdragen dat een representatie pornografisch is. Voor onze vergelijking hebben we gevallen geselecteerd waarin afbeeldingen en video’s op de voorgrond staan. Er komen duidelijke patronen naar voren.
Alle 87 onderzochte gevallen van pornografie voldoen aan ten minste een van de volgende drie criteria:
- Penis en/of vulva worden onbedekt en duidelijk gestimuleerd (67 van de 87 gevallen)
- penis in erectie is onbedekt en duidelijk zichtbaar (62 van 87 gevallen)
- Vulva wordt blootgelegd en duidelijk zichtbaar, bijvoorbeeld door verspreiding (37 van 87 gevallen)
In de meeste erotische gevallen (79 van de 87) wordt echter aan geen van deze criteria voldaan. Op deze opnames zijn bijvoorbeeld poses te zien, geslachtsdelen bedekt met ondergoed of duiden ze alleen op stimulatie. Acht gevallen van erotiek zijn buitengewoon: hier zijn volgens de fotobeschrijving vulva’s of de stimulatie van vulva’s zichtbaar.
De beoordeling van dit monster kan slechts een ruwe indruk geven. We konden de foto’s en video’s immers niet zelf zien, alleen de officiële beschrijvingen. We negeerden ook de andere context voor de vergelijking. De gevallen in de documenten zijn voornamelijk afkomstig van websites die seksuele inhoud of diensten vertonen. In andere contexten, zoals schilderijen of films, kan de slinger tussen erotiek en pornografie anders heen en weer slingeren.
Vertrouw niet op automatisering
Advocaat Stephan Dreyer legt ons in een interview uit hoe belangrijk context is. Hij doet onderzoek naar mediarecht en mediabeheer aan het Leibniz Instituut voor Mediaonderzoek (Hans Bredows Instituut). Wij presenteerden hem onze resultaten. Dreyer waarschuwt dat je niet kunt vertrouwen op automatismen – zoals “penis in erectie = pornografie” of “geen penetratie = geen pornografie”. Wat porno inhoudt, is ‘ontwikkeld door decennia van jurisprudentie’.
Dus wanneer is een porno een porno? Dreyer benadrukt drie criteria. Eén daarvan is, simpel gezegd, dat porno bedoeld is om mensen seksueel op te winden. Dreyer schrijft: De ‘uitbeelding’ is ‘in zijn algemene oriëntatie gericht op het stimuleren van de seksuele drift’.
Nog een criterium: porno vertelt geen verhaal. Dreyer schrijft: Seksualiteit wordt ‘los van elke menselijke, persoonlijke en sociale referentie weergegeven’, waarbij ‘de hoofdrolspelers alleen verschijnen als verwisselbare seksuele objecten.’
Een derde criterium: porno is dichtbij. Dreyer schrijft: De afbeeldingen leken “zeer opdringerig of aanstootgevend”, bijvoorbeeld vanwege de “focus op geslachtsdelen of penetratie”.
Algemene criteria voor Porno en Erotiek kunnen ook gebruikt, vindt u op de website voor mediatoezicht. Veel hiervan komt overeen met de heersende juridische opinie, zoals Dreyer deze beschrijft. Sommige details zijn echter irritant. Volgens mediatoezicht kan de ‘dominantie van kreunende geluiden’ of een ‘grof vocabulaire’ er bijvoorbeeld ook een factor in zijn dat een afbeelding als pornografisch wordt beschouwd.
Dit betekent: als actoren de drempel van strafrechtelijke aansprakelijkheid niet willen overschrijden, moeten ze zo stil mogelijk copuleren en zich op een beslist feitelijke manier uitdrukken.
Tot zover de theorie. In de praktijk moeten mediawaakhonden concrete beslissingen nemen, zoals blijkt uit de 174 door ons onderzochte zaken. Hoe dicht moet de camera bij een vulva komen voordat deze “sterk opdringerig” is in focus? Op welke manieren moeten mensen seks met elkaar hebben, zodat ze niet ‘verwisselbare seksuele objecten lijken’?
Misschien wil jij nu – met nieuwe specialistische kennis – je geluk beproeven met onze interactieve quiz? Handhaaf zelf het Staatsverdrag inzake de bescherming van minderjarigen in de media en maak onderscheid tussen erotiek en porno .
De pornowet afschaffen?
Paulita Pappel is een pornoactrice, regisseur en producer. Met de vereniging Free Speech Coalition Europe vertegenwoordigt zij de belangen van haar branche. We hebben haar de resultaten van onze evaluatie voorgelegd en om een beoordeling gevraagd.
Pappel vindt de grens tussen erotiek en porno ‘vaag’, ‘subjectief’ en ‘sociaal geconstrueerd’, schrijft ze. Volgens Pappel is het criminaliseren van pornografie via het Wetboek van Strafrecht niet langer passend. Hierachter zit censuur waar de samenleving over moet nadenken. Het feit dat volwassenen zich moeten identificeren met een identiteitsbewijs voordat ze een pornosite bezoeken, is een “aanval op hun seksuele zelfbeschikking”. Pappel eist: “We moeten deze richtlijnen voortdurend in twijfel trekken en herzien als we in sociale vooruitgang geloven.”
Advocaat Stephan Dreyer bekritiseert ook dat de term porno vaag is, hij spreekt van “onbepaaldheid”. En dat is ‘constitutioneel gezien niet onproblematisch’, legt hij uit, vooral als het gaat om de eis van zekerheid. Dit begrip moet kort worden uitgelegd: Het vereiste van zekerheid is een belangrijk beginsel in de rechtsstaat. Er staat: Regels moeten duidelijk genoeg zijn, zodat mensen zelfs weten wat er van hen wordt verwacht.
Dit is precies waar het probleem ligt met de term pornografie. Dreyer waarschuwt: Vooral als makers fetisj-acts vertonen of artistieke eisen nastreven, kunnen ze niet met zekerheid bepalen of hun afbeeldingen pornografisch zijn of niet.
Hoort de pornoparagraaf dus in de prullenbak? Dreyer neemt hierover geen eigen standpunt in. Of pornografie nodig is in het strafrecht is vooral een politieke beslissing, schrijft hij. En dit is “op zijn best gebaseerd op het sociale perspectief van de meerderheid”.
Hoe dan ook zou de pornoparagraaf in het Wetboek van Strafrecht niet nodig zijn voor de bescherming van de jeugdmedia, zoals blijkt uit de uitleg van Dreyer: “Vanuit het perspectief van de jeugdbescherming kan een verbod op distributie of toegang worden gehandhaafd ongeacht een bepaling in het Wetboek van Strafrecht. Criminele code; Bij inhoud die relevant is voor de bescherming van minderjarigen zouden aanbieders – zoals nu het geval is – verplicht zijn om toegangsbarrières tot hun aanbod op te werpen.” Dit betekent: Zelfs zonder een pornoparagraaf in het strafrecht zouden minderjarigen dit niet mogen doen. zie porno.
De freelance wetenschapper Madita Oeming onderzoekt en publiceert over pornografie vanuit een cultureel-wetenschappelijk perspectief. Ze schrijft ons met het oog op onze evaluatie: De hele pornografiewetgeving is achterhaald en moet worden hervormd. “Naar mijn mening is het niveau van erectie waarbij een penis schadelijk wordt voor jonge mensen niet het gesprek dat we nu dringend moeten voeren.” In plaats van dingen te verbieden, zouden de middelen veel effectiever kunnen worden geïnvesteerd in seksuele voorlichting. een>
Suggestie: “Praktische voorbeelden openbaar maken”
Voor een hervorming van het pornografisch strafrecht, zoals Pappel en Oeming suggereren, zou een politiek momentum nodig zijn. Maar daar is momenteel weinig bewijs voor; De sociale taboes zijn maar al te krachtig. Jessica Euler van de vereniging Actie voor Kinder- en Jeugdbescherming weet hiervan. Ze geeft workshops voor ouders en onderwijsprofessionals, onder meer over seksuele voorlichting. In het Interview met netzpolitik.org legt ze uit hoe groot de remmingen zijn: Zelfs het uitspreken van woorden als “penis” en “vulva” is voor veel ouders een probleem en docenten is nog steeds een probleem. Net als Oeming en Pappel ziet Euler een bijzondere behoefte aan actie op het gebied van seksuele voorlichting voor kinderen, jongeren – en volwassenen.
Als het om het probleem van het verschil tussen porno en erotica gaat, heeft Pappel ook een pragmatische tussenoplossing voor ogen: betere ondersteuning voor iedereen die seksuele content wil uploaden. Een hervorming van het strafrecht zou niet nodig zijn. Want wat het mediatoezicht momenteel niet te bieden heeft, zijn heldere beelden of beeldbeschrijvingen die sekswerkers als directe leidraad kunnen gebruiken. Uit onze evaluatie is gebleken dat er voldoende voorbeelden zijn van toegestane erotische afbeeldingen.
Gezien het feit dat leken steeds meer struikelen over het onderscheid tussen porno en erotica, schrijft advocaat Dreyer ons: Dit zou een “sterke indicatie kunnen zijn dat toezichthoudende autoriteiten worden opgeroepen om hun juridische opvattingen en besluitvormingsnormen transparant te maken.” Dat doen ze ook in hun eigen belang, vooral om mensen die zich aan de richtlijnen willen houden te beschermen tegen onnodige procedures.
Er kunnen geen harde criteria zijn, zoals de verklaring van Dreyer laat zien: “Duitse rechters oordelen altijd onafhankelijk, dus eventuele checklists leiden uiteindelijk nog steeds niet tot sluitende rechtszekerheid”, schrijft Dreyer. Maar “met een grote disclaimer” zou de mediaregulator zijn criteria en praktijkvoorbeelden zeker als dienst kunnen vrijgeven.
Ook zou een online assistent denkbaar zijn, waarbij acteurs een “ruwe voorlopige beoordeling” kunnen krijgen voordat ze een opname uploaden. De assistent kan automatisch opvragen wat er getoond moet worden en in welke context. Volgens Dreyer zou dit de onzekerheid kunnen verzachten en het bewustzijn van de criteria van pornografie kunnen vergroten.
Ter vergelijking: voor een ander onderwerp heeft de mediaregulator al een makkelijk te begrijpen gids opgesteld – als “oriëntatiehulpmiddel ”. Daar kunnen influencers kleurrijke tabellen gebruiken om erachter te komen hoe ze advertenties correct kunnen labelen.
Wij vroegen de mediatoezichthouder of dergelijke suggesties daar gehoor kregen. Het korte antwoord: nee.
Het mediatoezicht acht het niet nodig actie te ondernemen
De mediaregulator is van mening dat hij de criteria al “heel transparant heeft uitgelegd”, legt een woordvoerder uit in reactie op ons verzoek. Hij verwijst naar de algemene formuleringen van de Commissie voor Jeugdmediabescherming. Naar onze mening “is het niet nuttig om dit te illustreren met praktijkvoorbeelden.”
De spreker wijst er tevens op dat actoren advies kunnen inwinnen bij hun jeugdbeschermingsfunctionarissen. Volgens de wet moet iedereen die erotiek en porno op internet aanbiedt, zo’n vertegenwoordiger hebben . Dit zijn juridische professionals, zoals advocaten, die een maandelijks vast tarief voor hun diensten in rekening brengen.
Het probleem: zelfs jeugdbeschermingsfunctionarissen kunnen nauwelijks meer doen dan de soms vage wetten lezen en interpreteren. Advocaat Jan Lennart Müller van het IT-advocatenkantoor München schrijft hierover op de website van zijn kantoor: De differentiatie van seksuele inhoud kan “in individuele gevallen aanzienlijke problemen veroorzaken” . In het belang van de rechtszekerheid is het nodig de gedeeltelijk vloeiende grenzen te specificeren. Advocaat Marko Dörre, die als jeugdbeschermingsfunctionaris voor pornosites werkt, ziet het ook: toen we het hem vroegen, bekritiseerde hij de KJM-criteria als “niet erg behulpzaam”; de rechtsonzekerheid is “significant”.
Toch ziet de mediatoezichthouder hier geen noodzaak tot actie. In plaats daarvan heeft het een ‘latere toezichthoudende functie’, zoals de woordvoerder uitlegt. Dit betekent dat de autoriteiten ingrijpen als iemand iets verkeerd heeft gedaan. Maar het staat niet op de agenda om mensen vooraf beter voor te lichten. Op deze manier zou het mediatoezicht in de toekomst voldoende druk moeten blijven als mediawaakhonden “scènes van geslachtsgemeenschap” archiveren en daarvoor enkele honderden euro’s in rekening brengen.