De mainstream media hebben het allemaal over Trump (en uiteraard niet op een positieve manier) die adviseert de “Brexit-rekening” niet te betalen. Maar wat is dat eigenlijk: de Brexit-rekening, en waarom zouden (volgens de Amerikaanse president) de Britten dat niet hoeven te betalen? Kortom: heeft Trump gelijk of niet?
We lazen gisteren op de site van De Telegraaf o.a. het volgende:
Trump adviseert Britten om rekening voor Brexit niet te betalen
…
Trump raadt de Britten ook aan om te weigeren de rekening voor de scheiding te betalen. Brussel wil een vergoeding van 39 miljard pond (44 miljard euro) van het Verenigd Koninkrijk. „Een enorm bedrag”, aldus Trump.
Bij het lezen van de term “Brexit-rekening” zou je zeggen dat er voor de Britten nog een “schuld” openstaat bij de Europese Unie, ter grootte van maar liefst 44 miljard euro.
Eerst even de technische kant van het verhaal: schulden kunnen ontstaan bij een ruilhandel, een wederzijdse deal, waarbij de één iets presteert en de ander een tegenperstatie moet leveren. Simpelste voorbeeld: u koopt iets in de winkel, krijgt van de winkelier het artikel maar u moet er wel voor betalen. Of u leent geld van de bank, hebt dan een schuld aan die financiële instelling want zij willen het aan u uitgeleende geld wel terug, plus een vergoeding van u voor het gebruik van dat geld, U heeft dan dus een contractuele verplichting (zonder kredietovereenkomst geen geld) om de schulden af te lossen.
Een schuld is dus, formeel gezien, het resultaat van de niet-gelijktijdigheid van een uitwisselingsrelatie. De uitwisseling van b.v. goederen zijn geregeld. A levert zijn diensten, B heeft schulden bij A wat betreft de overeengekomen vergoeding.
Om te zien ofde bewering dat het VK een schuld heeft uitstaan bij de EU moeten we een paar feiten weten.
De £ 39 miljard maakt deel uit van de Withdrawal-Agreement, waarover de EU onderhandelde met Theresa May en met niemand anders. De 39 miljard pond is in het Verenigd Koninkrijk bekend als de echtscheidingsrekening (Divorce-Bill).
De £ 39 miljard bestaat uit betalingen die het Verenigd Koninkrijk moet overmaken aan de EU tot aan het einde van 2020, en het betreft de contributie en betalingen op vermeende aangegane verplichtingen.
De Withdrawal-Agreement heeft – ondanks drie pogingen – geen meerderheid gekregen in het Britse Lagerhuis, en heeft dus in principe geen enkele waarde – het is een suggestie van onderhandelaar Theresa May.
De reden waarom een land dat in 2020 niet langer in de EU zal zijn, bijdragen aan de EU blijft betalen, is het zevenjarenplan dat de EU, zoals socialistische systemen in het algemeen doen, in 2013 heeft aangenomen. Daarin hebben de lidstaten overeenstemming bereikt over het bedrag van hun jaarlijkse bijdragen aan de EU voor de periode van 2014 tot 2020.
De Britse goedkeuring, toen afgegeven onder het bewind van destijds-premier David Cameron, kwam op een moment dat niemand wist dat het Verenigd Koninkrijk in 2016 zou stemmen voor een BREXIT, met maar liefst 1,3 miljoen stemmen. De overeenkomst werd gesloten op voorwaarde dat het VK in 2020 nog steeds lid zou zijn van de EU.
Als het aan de Britse kiezers en de Brexiteers ligt, gebeurt dat niet – ondanks alle pogingen van Brussel, de huidige heersende Britse politici en continentaal Europa om de Brexit te ondermijnen en het toch proberen te voorkómen.
Dit roept de vraag op of een land dat het lidmaatschap van de EU heeft opgezegd, op grond van internationale verdragen kan worden verplicht om bijdragen te blijven betalen aan de EU, zònder deelname en zònder het voordeel te genieten van deze bijdragen.
Het antwoord dat de Financial-Affairs Sub-Committee van de House of Lords in 2017 al heeft gegeven, is duidelijk:
However, the strictly legal position of the UK on this issue appears to be strong. Article 50 provides for a ‘guillotine’ after two years if a withdrawal agreement is not reached unless all Member States, including the UK, agree to extend negotiations. Although there are competing interpretations, we conclude that if agreement is not reached, all EU law—including provisions concerning ongoing financial contributions and machinery for adjudication—will cease to apply, and the UK would be subject to no enforceable obligation to make any financial contribution at all.
Ofwel:
De strikt juridische positie van het VK op dit punt lijkt echter sterk te zijn. Artikel 50 voorziet in een “guillotine” na twee jaar indien een terugtrekkingsovereenkomst niet wordt bereikt, tenzij alle lidstaten, inclusief het VK, overeenkomen de onderhandelingen te verlengen. Hoewel er concurrerende interpretaties zijn, concluderen we dat als geen overeenstemming wordt bereikt, alle EU-wetgeving, inclusief bepalingen betreffende lopende financiële bijdragen en beoordelingsinstrumenten, niet meer van toepassing zal zijn en het VK geen uitvoerbare verplichting zal hebben om wat voor financiële bijdrage dan ook te leveren.
Een harde Brexit, een exit uit de EU zonder een uittredingsverdrag, betekent daarom geen wettelijke verplichting voor het Verenigd Koninkrijk om bijdragen aan de EU-zevenjarige begroting te blijven betalen. De Lords staan erom bekend dat ze altijd proberen de negatieve gevolgen van een rechtspositie te overwegen. In het onderhavige geval luidt dit als volgt:
This would be undesirable for the remaining Member States, who would have to decide how to plug the hole in the budget created by the UK’s exit without any kind of transition. It would also damage the prospects of reaching friendly agreement on other issues. Nonetheless, the ultimate possibility of the UK walking away from negotiations without incurring financial commitments provides an important context.
Ofwel:
Dit zou onwenselijk zijn voor de overige lidstaten, die zouden moeten beslissen hoe ze het gat in het budget dat is gecreëerd door de exit van het VK, zonder enige vorm van overgang kunnen dichten. Het zou ook de kansen schaden om een vriendelijke overeenstemming te bereiken over andere kwesties. Niettemin biedt het de ultieme mogelijkheid dat het VK de onderhandelingstafel verlaat zonder financiële verplichtingen aan te gaan, een belangrijke context.
Het argument dat het VK de 39 miljard pond betaalt, die de EU goed kan gebruiken als gevolg van een verwachte recessie, verwijst naar een duidelijk rendement, een vrijhandelsovereenkomst of iets dergelijks – wat als een vriendelijke overeenkomst kan worden beschouwd, na de Brexit. Helaas heeft Theresa May het boekwerk “Onderhandelingen voor dummies” niet gelezen of begreep ze het niet en gaf ze zich over aan de grillen van de EU. Daarom moest ze ook ontslag nemen.
Samenvattend:
Het Verenigd Koninkrijk heeft onder Brits recht geen schulden uitstaan bij de Europese Unie. Het is ook niet mogelijk om schulden zonder tegenprestatie van de EU te hebben. De toezegging om de EU-begroting met 13 miljard euro per jaar te verhogen, werd genomen toen niets bekend was over een eventuele Brexit. De verbintenis van de kant van de Britten is ook gebaseerd op een tegenprestatie van de zijde van de EU: deelname aan politieke beslissingen en teruggave van een deel van de middelen aan Britse projecten.
Wie dus beweert dat het Verenigd Koninkrijk schulden heeft uitstaan bij de EU, ofwel een “Brexit-rekening”, moet daarbij óók aangeven dat de Europese Unie ook schulden heeft tegenover het Verenigd Koninkrijk.
Gezien het feit dat de vermeende schulden zou moeten bestaan voor een periode waarin het VK niet langer lid is van de EU, zou een dergelijke bewering een grote grap zijn. Wat doet vermoeden dat de suggestie dat de Britten de Europese Unie “nog vele miljarden schuldig zijn” opzettelijk als zodanig wordt weergegeven (in de mainstream media) om te suggereren dat het VK achter loopt met zijn betalingen aan Brussel. Dat is niet het geval. Met elke dag dat de Brexit vertraging oploopt, gooien de Britse belastingbetalers geld over de schutting van de Brusselse verspillingseconomie.
Alleen een harde Brexit zou een einde maken aan de betalingen aan Brussel, een horror-scenario voor de technocraten in Brussel, omdat de bereidheid om zuinig en met minder geld om te moeten gaan, is er daar niet.
Bovenstaand voorbeeld is er één van vele, die aantonen dat de mainstream media allang niet meer objectieve berichtgeving verzorgen. De Europese Unie is de hemel op aarde, en de regeringsleiders (afgezien van de “extreem-rechtse” populisten) zijn stuk voor stuk doodeerlijk. Merkel wordt bijkans op een voetstuk geplaatst, kritiek op linkse politiek wordt niet geleverd en als dat onoverkomelijk is, snel onder het tapijt geveegd. Het is één tsunami van propaganda, manipulatie en misleiding.
De alternatieve media worden beschuldigd van “fake news”, maar juist de gevestigde media maken zich er schuldig aan…. of niet, maar in dat geval worden zaken gewoon doodgezwegen.
Al iets gelezen over de stelselmatige moorden op blanke boeren in Afrika? Onderbouwde kritiek op de klimaathoax? Het geweld, begaan door illegale migranten (en vooral: de slachtoffers daarvan), die na verloop van tijd gewoon de status “legaal” krijgen?
De NPO als staatsomroep is wat dat betreft het meest bekende voorbeeld, en dan vooral het NOS-journaal (link hier).