Bij de reguliere media heerst vooral verwarring over wat ‘koopkracht‘ is. Zo probeerde de verslaggeefster van RTL ons wijs te maken dat onze koopkracht daalt als onze koelkast stuk gaat, of als we gaan scheiden. Een kijk op ‘koopkracht‘ die slechts verwarring sticht. Als je koelkast kapot gaat, gebruik je je koopkracht om een nieuwe te kopen. Als je gaat scheiden, gebruik je een deel van je koopkracht om dat te faciliteren. Of je een koelkast nodig hebt, en of je gaat scheiden, of bij elkaar blijft, zijn individuele beslissingen, of beslissingen ‘in overleg‘ met de partner. Het is geen vorm van belasting, behoudens de onvermijdelijke ‘BTW‘ en ‘opslagen‘ die de ‘Staat‘ koppelt aan het product of de dienst.
‘Koopkracht‘ is wat je overhoudt van je inkomen, na aftrek van belasting. Belasting is al het geld dat direct, of indirect wegvloeit naar de ‘Staat‘, zonder dat je daarin een keuze hebt. Die belasting heeft een weelde aan namen om de hoogte van het bedrag dat wordt afgenomen te maskeren. Premies, accijnzen, ‘eigen bijdrage‘, ‘BTW‘, ‘BPM‘ en noem maar op. Naast belastingen, die ‘blind‘ worden geheven op goederen en diensten, die daardoor onnodig duurder worden, zijn er de ‘diensten‘ waarvan de ‘Staat‘ bij wet heeft vastgelegd dat u ze moet afnemen. Het overgrote gedeelte van die belastingen is onzichtbaar, en met de verplichte diensten zijn we zo vertrouwd, dat we ze niet eens meer herkennen als een overdracht van ‘koopkracht‘ aan de ‘Staat‘. Dat resulteert in een Babylonische spraakverwarring op het moment waarop ‘koopkracht‘ ter tafel komt.
In de Wiki-definitie die ik als link meegaf in de aanhef, komt dat tot uitdrukking door het gebruik van ‘onder andere‘, voordat men tot de kern van de zaak komt. Inkomen, min belastingen, min waardevermindering van het geld, is ‘koopkracht‘. Waarbij we nu in rap tempo opschuiven in de richting van ‘waardevermeerdering‘ van het geld in de ‘oude sok‘ door de introductie van ‘negatieve rente’. Maar dat is voor u, de consument, de burger, niet weggelegd. Dat heeft alleen betrekking op de ‘koopkracht‘ van de ‘Staat‘ en de banken. Zelfs als u binnenkort gelokt wordt met een hypothecaire lening met een ‘negatieve rente‘, zoals recent in Denemarken, is dat zeker niet voor iedereen weggelegd, en kunt u er vergif op innemen dat u via de ‘kosten‘ die erbij komen alsnog gestript wordt. Maar of u een hypotheek neemt, of niet, is uw eigen keuze, en de lasten draagt u vanuit uw ‘koopkracht‘.
De grote verstorende factor in dit redelijk overzichtelijke beeld, is ‘subsidie‘. Net als met belasting is er een weelde aan prachtige namen voor bedacht, die maskeren dat de ‘Staat‘ geld afpakt van de één, en daarmee de ander betaalt. Als een museum wereldkundig maakt dat men de term ‘Gouden Eeuw‘ laat vallen, dan is daar gesubsidieerd over vergaderd, en een persbericht opgesteld, waarna men op uw en mijn kosten tekst en uitleg geeft over die beslissing, ook als er inkomsten zijn uit betaald bezoek. Voor de bestuurders van dat museum is dit de ‘Gouden Eeuw‘. Zakken vol ‘gratis‘ geld. En dat geldt voor tal van Nederlanders, in de meest uiteenlopende beroepen, ook als men werkzaam is voor een, in naam, private onderneming, die echter nagenoeg geheel afhankelijk is van overheidsopdrachten.
‘Belastingaftrek‘ wordt door sommigen gezien als een vorm van subsidie, maar dat is in de kern een onjuiste aanduiding. De lagere belasting betekent dat je meer overhoudt van je eigen geld. Tenzij dat inkomen al wordt betaald door de ‘Staat‘. De spelregels liggen vast in de wet, en zijn onderdeel van het ‘Sociale Contract’. Uitgangspunt in een functionerende democratie is dat het individu voor dat deel van zijn/haar eigen inkomsten beter kan bepalen wat nuttig en nodig is, dan de ‘Staat‘. Stimulering van het ‘eigen woningbezit‘, bijvoorbeeld, was ooit een ‘Gouden Greep‘. Beleidsmakers trokken de conclusie uit wat ze zagen, dat huurders minder goed voor hun woning zorgden dan eigenaren, en dat de ‘vertaalslag‘ via ‘corporaties‘ zorgde voor prijsopdrijving.
Wat het complex maakt, is dat het geheel aan ‘eigen woningbezit‘ van grote invloed is op het ‘GDP‘ (of ‘BNP‘), wat de ‘Staat‘ weer kan gebruiken om tegen gunstige rente geld te lenen op de ‘kapitaalmarkt‘. Zo kwam die korting op de belastingafdracht via een omweg, mét rente, terug bij de ‘Staat‘. Maar sinds de ‘kapitaalmarkt‘ is opgehangen aan de geldpers van de Centrale Banken, ziet de ‘Staat‘ een mooie ‘Win-Win‘-mogelijkheid door de belastingkorting op het eigen huis te schrappen, zonder dat het hen pijn doet. ‘Win-Win‘ betekent hier dat de ‘Staat‘ alle winst in eigen zak steekt, terwijl de ‘koopkracht‘ van de burger wordt geërodeerd via oplopende belastingdruk, en het korten op ‘uitgesteld inkomen‘, oftewel pensioen. Maar omdat die belastingkorting op dit moment toch al niet veel voorstelt, door de kunstmatig laag gehouden rente, voelt de burger dat niet als een serieuze aanslag op zijn of haar ‘koopkracht‘. Sterker nog, door die lage rente krijgt men het gevoel dat men meer te besteden heeft, maar dat is nu juist het ‘Grote Bedrog‘. Die hypotheek, en de bijbehorende rente, zijn persoonlijke keuzes, en de lasten verminderen de koopkracht niet, omdat ze uit die koopkracht worden betaald. Net zomin als een daling in de prijzen van koelkasten invloed heeft op uw koopkracht.
Dat voelt onwerkelijk aan, omdat in de praktijk de burger bij ‘koopkracht‘ meer denkt aan zijn of haar ‘beleving‘, dan aan het rekenkundige sommetje. Daarom werkt men bij ministeries en adviesbureaus veel liever met ‘mandjes‘ spullen die u nodig heeft om in leven te blijven, waarvan de stijging, of daling, van het prijsniveau wordt bekeken, om vervolgens te concluderen dat u meer of minder ‘overhoudt‘. Dat is in alle opzichten ‘balletje-balletje‘, ook al omdat men het ‘mandje‘ niet constant houdt, en veel zaken er niet in zitten. Zoals de producenten zo nu en dan ook een plakje van hun product minder in hun voorverpakte, en voor de consument herkenbare koopwaar stopt. Zo hoeven ze de prijs niet te verhogen, om toch meer winst te kunnen maken.
Voordat u nu denkt iemand voor u te hebben die pleit voor het schrappen van alle belastingen, en een eind aan alle subsidie, zodat onze ‘koopkracht‘ stijgt, omdat we meer overhouden van ons inkomen, wil ik dat graag even nuanceren. Veel van wat de ‘Staat‘ van ons geld betaalt is nuttig, of zelfs noodzakelijk. En kan, in alle redelijkheid, ook niet anders tot stand worden gebracht. Waar bij mij de pijn zit, is niet dat we zitten opgescheept met een ‘Staat‘, maar dat men het ‘boekhoudkundig‘ opzettelijk verwarrende maakt, ook door pseudo ‘privatiseringen‘, zodat niemand nog het overzicht heeft over de geldstromen. In mijn bijdrage waarin ik de vraag stelde of ‘alles elektrisch‘ realiseerbaar is, benadrukte ik dat het tot grootschalige nationalisatie moet leiden, om absoluut zeker te zijn van de stroomopwekking, en -distributie. Kort daarna lees ik dat ‘Tennet‘ wellicht verkocht gaat worden om kapitaal op te halen voor de nodige investeringen. Nee! Dat is spelen met vuur! Zeg gewoon eerlijk: ‘Het kost ‘X’-miljard, en daarom gaan wij de belastingdruk verder opvoeren‘. Of, alternatief: ‘Dat geld halen we weg bij ‘Gouden Eeuw’-vergaderaars en andere prietpraat-verkopers.‘
Als gevolg van de moedwillige verstoring van de ‘kapitaalmarkt‘ leven we in extreem gevaarlijke tijden, waarin de bomen tot in de Hemel lijken te groeien. Waar ik hier op mijn blog, en anderen met een meer ‘down-to-earth‘ benadering van ‘koopkracht‘ op wijzen, is dat die ogenschijnlijke gulle ‘Staat‘ niks cadeau doet. Het zijn allemaal sigaren uit eigen doos. De ‘Staat‘ doet alsof ze weinig kan doen voor de gepensioneerden, die volgend jaar gekort gaan worden, ondanks uitpuilende ‘fondsen‘, maar het is gewoon een vorm van belasting, die wordt gefaciliteerd door de defacto nationalisatie van de ‘kaptiaalmarkt‘ na 2008.
U krijgt pas weer ‘koopkracht‘ op het moment dat de transparantie in de boekhouding is hersteld, en alle wetten weer in gelijke mate gelden voor alle burgers, waarbij die wetten in klare taal gesteld zijn, en eenduidig, zonder corruptie via conflicterende wetgeving. Wanneer dat is? Nooit meer, zo valt te vrezen. Daarvoor zijn er teveel mensen die van dit systeem ‘vreten‘. Dat de wérkelijke ‘koopkracht‘ jaar in, jaar uit, tegenvalt vergeleken bij de verwachtingen van de ‘bureaus‘ die de ‘koopkrachtplaatjes‘ leveren, is logisch binnen deze constellatie van profiteurs. Het is de wortel aan het eind van de stok die u harder doet lopen, en ervoor zorgt dat u goed gemutst voor u uit blijft staren. Zou u een bril opzetten waardoor u wat verder in de toekomst kon kijken, voorbij die wortel, dan zag u het somber in. En nogmaals, het is geen ‘complot‘, of iets wat ‘ze‘ ons aandoen. Het is een systeem dat we als samenleving hebben geconstrueerd, en als samenleving verantwoording voor dragen. Maar dat betekent nog niet dat u het zicht op wat ‘koopkracht‘ is uit het oog moet verliezen.