“De Koning bezit ook geen aandelen van bedrijven die het Predicaat Koninklijk mogen voeren”, zo valt op de website van het Koninklijk Huis te lezen.
Interessant, maar welke aandelen bezit koning Willem-Alexander dan wel en is het redelijk dat het Nederlandse publiek daar inzicht in heeft?
De mededeling dat de koning niet belegt in bedrijven met het Predicaat Koninklijk, suggereert dat Willem-Alexander bijvoorbeeld geen belang zou hebben in Royal Dutch Shell. Maar honderd procent zeker weten we dat niet. De koning is immers niet verplicht inzage te geven in zijn beleggingen.
De vraag hoe de beleggingsportefeuille van de Oranjes in elkaar zit, is al jaren onderwerp van speculatie. Zakenblad Quote schat het totale vermogen van de Oranjes op een kleine miljard euro.
Oranje-kenner Philip Dröge zei eerder tegen Business Insider het volgende over de beleggingen van het vorstenhuis: “Het zijn bijzonder rijke mensen met een grote beleggingsportfolio – het zou ook gek zijn als de koning dat niet zou hebben. Het gaat hoofdzakelijk om vrij verhandelbare aandelen (…). Het geld bevindt zich op verschillende plekken ter wereld en wordt zeer professioneel en actief gecoördineerd.
Het is dus goed mogelijk dat de koning en diens directe familie het beheer van vermogen dat in aandelen is belegd, hebben uitbesteed. Maar dat maakt het niet minder noodzakelijk om transparant te zijn over de samenstelling van de beleggingsportefeuille.
Promoten van het Nederlandse bedrijfsleven
De simpele reden is dat de de koning uit hoofde van zijn functie zeer actief is met het promoten van het Nederlandse bedrijfsleven, zoals het Financieele Dagblad vrijdag schetste.
“Onder Willem-Alexander en Máxima is het onderscheid tussen handelsmissies en staatsbezoeken kleiner geworden. Alle buitenlandse reizen hebben evenveel economische als culturele programmaonderdelen”, schrijft het FD op basis van gesprekken met betrokkenen uit het bedrijfsleven. Dat kunnen innovatieve, jonge bedrijven zijn, maar natuurlijk ook bekende beursgenoteerde multinationals.
Willem-Alexander en Máxima brachten in hun huidige functie bijvoorbeeld een staatsbezoek aan China in 2015, en reisden in 2011 en 2013 met toenmalig koningin Beatrix mee naar Qatar, Oman, Brunei en Singapore. Stuk voor stuk landen waar beursgenoteerde Nederlandse energiebedrijven, baggeraars en financiële instellingen grote belangen hebben.
Geen transparantie over beleggingen
Het zou dus prettig zijn als er op z’n minst eens per jaar een rapportage zou zijn over directe beleggingen van de koning, temeer daar er zowel in de publieke sector als daarbuiten uitgebreide regelgeving bestaat op dit gebied.
Zo geldt bij de benoemingsprocedure van Nederlandse ministers het volgende:
De formateur en de kandidaat bespreken ook of de kandidaat-bewindspersoon zeggenschapsrechten heeft inzake relevante financiële of zakelijke belangen. Boven bepaalde grenzen wordt het bezit van aandelen of risicodragende participaties in ondernemingen beschouwd als mogelijke belangenverstrengeling, evenals het bezit van commercieel geëxploiteerde roerende en onroerende goederen.
Als sprake is van een risico van (schijnbare) belangenverstrengeling, moet de kandidaat-bewindspersoon maatregelen treffen om dit risico weg te nemen.
En voor topfuncties in de ambtenarij geldt:
In het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) staat dat de minister functies kan aanwijzen, waaraan in het bijzonder het risico van financiële belangenverstrengeling of het risico van oneigenlijk gebruik van koersgevoelige informatie kan zijn verbonden. De ambtenaren die deze functies vervullen dienen melding te maken van hun financiële belangen
In de private sector is er ook gedetailleerde regelgeving rond beleggingsinformatie om marktmisbruik te voorkomen.
Zeker als het over beleggen gaat, wil je toch graag weten of iemand mogelijk vanuit een bepaald belang handelt… of schrijft. Als financieel journalist beleg ik bijvoorbeeld niet in individuele aandelen, bezit ik geen bitcoins of andere cryptomunten en heb ik voor m’n pensioen geld belegd in indexfondsen van aanbieder Vanguard die de MSCI Wereldindex volgen.
Als de koning een beleggingsportefeuille heeft waar toevallig aandelen Shell, ABN Amro of TomTom in zitten, is dat op zich geen probleem. Maar meld dat graag even.
Dit zijn de 10 rijkste leden van Europese vorstenhuizen – met prinses Beatrix in de top 5
Koninklijke families zijn rijk, zo veel is duidelijk. Maar de ene koninklijke is natuurlijk rijker dan de andere.
Zo stelt het naar schatting ruim 400 miljoen euro tellende fortuin van de Britse koningin Elizabeth maar bitter weinig voor in vergelijking met wat sommige van haar collega’s op de bank hebben.
Koningin Elizabeth is wereldwijd weliswaar de bekendste koningin, zeker na de succesvolle Netflix-serie The Crown, maar de rijkste is ze allerminst.
Die kwalificatie is voorbehouden aan die koninklijke families met een nettowaarde die in de miljarden loopt, zoals prins Albert II van Monaco.
Bekijk hieronder de ranking van het netto vermogen van de tien rijkste Europese vorstenhuizen. Mind you: het netto vermogen (dus verrekend met schulden) is lastig te schatten – niet alleen zijn sommige families wat terughoudend in het verstrekken van financiële informatie, soms worden staatstoelagen tot het persoonlijke fortuin gerekend
10. Koning Filip van België
Netto vermogen: 10,8 miljoen euro
Er is maar weinig bekend over de nettowaarde van koning Filip, maar in 2013 claimde de monarchie 10,8 miljoen euro waard te zijn.
Op Belgiës zogeheten civiele lijst staan alle uitgaven die koning Filip direct ontvangt, en dat was in 2013 ruwweg dat bedrag. En dat is exclusief aanvullende ondersteunende diensten die door de Belgische staat betaald worden.
Belgisch koninklijk vastgoed is ofwel staatseigendom of het wordt beheerd door de Koninklijke Schenking, een financieel onafhankelijk en autonoom publiek instituut. Eigendom van de instelling kan nooit verkocht worden.
9. Koning Felipe VI van Spanje
Netto vermogen: 16,7 miljoen euro
In 2015 sneed de koning van Spanje flink in het eigen vlees en bracht hij zijn salaris met 20 procent terug naar 223.380 euro vanwege de economische crisis. De koninklijke familie heeft acht koninklijke paleizen, vijf landhuizen en tien kloosters en abdijen. In 2015 kostte het koningshuis de Spaanse schatkist 16,7 miljoen euro.
8. Koning Harald V van Noorwegen
Netto vermogen: 25 miljoen euro
Koning Harald V betaalt niet alleen geen vermogensbelasting, de Noorse monarchie kost de staat in totaal 60 miljoen euro per jaar. In 2017 wees de Noorse regering het koningshuis om en nabij de 27 miljoen euro toe, en 12 miljoen voor de persoonlijke uitgaven van de koning en de koningin. En daarmee is het Noorse koningshuis goed voor een achtste plaats in de ranglijst.
7. Koningin Margrethe II van Denemarken
Netto vermogen: 33,4 miljoen euro
Sinds 1972 zwaait koningin Margrethe II de scepter over Denemarken. Naar verluidt toucheert de Deense koninklijke familie jaarlijks 1o miljoen dollar voor activiteiten van de koningin, het koninklijke huishouden en privé-uitgaven.
6. Koning Carl XVI Gustaf van Zweden
Netto vermogen: 58,4 miljoen euro
Koning Carl XVI Gustaf ontving in 2015 5,8 miljoen euro voor officiële taken. Datzelfde jaar ontving de administratie van het Paleis een zelfde bedrag.
Het geschatte netto vermogen van de koninklijke familie is inclusief het zomerpaleis Solliden aan de Oostzee.
5. Beatrix, Prinses der Nederlanden
Netto vermogen: 167 tot 250 miljoen euro
Prinses Beatrix deed in 2013 weliswaar afstand van de troon, ze blijft wel één van de meest prominente Oranjes van het Nederlandse vorstenhuis. De prinses ontvangt jaarlijks een salaris van 510.000 euro. Haar zoon koning Willem-Alexander ontvangt dit jaar een salaris van 902.000 euro. Let wel: dat is belastingvrij. Zijn echtgenote koningin Máxima krijgt beduidend minder en moet het met 358.000 euro doen.
Naast hun belastingvrije uitkering vangt het drietal ook onkostenvergoedingen. Willem-Alexander ontvangt 4,75 miljoen euro, Máxima 618.000 euro en Beatrix 1,5 miljoen euro. Het koningshuis staat in totaal voor 42,3 miljoen euro in de boeken voor 2018.
Veel bronnen stellen dat het vermogen van de Oranjes veel hoger ligt dankzij aandelen, waaronder in Royal Dutch Shell, maar daarover bestaat geen zekerheid. Weliswaar voert Shell het predicaat Koninklijk, maar dat zegt niets over de relatie dat een bedrijf heeft met de koning.
Het privé-vermogen van het koningshuis wordt door Quote geschat op 950 miljoen euro. De schatting hierboven van pakweg een kwart miljard euro komt van de Britse site Royal Central.
4. Koningin Elizabeth II van England
Netto vermogen: 418 tot 500 miljoen euro
Kunst, vastgoed en investeringen, dat vormt de nettowaarde van het Britse vorstenhuis.
Veel van die waarde is afkomstig uit het Kroondomein, waar Buckingham Palace en de kroonjuwelen onder vallen. Dit behoort echter toe aan de Britse staat. Wat ze dan weer wél heeft: Balmoral Castle en Sandringham Palace.
Koningin Elizabeth heeft een geschat privé-vermogen van 442,6 miljoen euro, aldus Forbes. In 2016 ontving de koningin 48,4 miljoen euro van de Britse belastingbetaler, daarnaast genoot ze nog een slordige 16,7 miljoen aan inkomsten uit vastgoedverhuur.
3. Prins Albert II van Monaco
Netto vermogen: 830 miljoen euro
Prins Albert II van Monaco bezit naar verluidt een kwart van het land dat hij bestuurt, het huis van zijn moedert Grace Kelly dat hij in 2016 kocht voor een slordige 630 duizend euro, een verzameling antieke auto’s, aandelen in het resort Société des Bains de Mer in Monte Carlo en (jawel, ze bestaan nog) een zeer prijzige postzegelverzameling.
Waar doet de man het van? In 2015 gaf Monaco 43,4 miljoen euro uit aan het vorstenhuis.
2. Groothertog Henri van Luxemburg
Netto vermogen: 3,3 miljard euro
De groothertogelijke familie van Luxemburg ontvangt geen salaris, maar krijgt sinds 1948 jaarlijks 271.356 toegeschoven om allerlei functies te vervullen. Voor 2017 stond er in de Luxemburgse begroting 10 miljoen euro gereserveerd voor het huishouden van de groothertog. Eigenaarschap, administratie, controle en inkomsten uit het privé-fortuin van het vorstenhuis zijn exclusief voor de groothertog weggelegd in de Luxemburgse begroting.
1. Prins Hans Adam II van Liechtenstein
Netto vermogen: 4,1 miljard euro
Prins Hans Adam II van Liechtenstein doet onbetaald werk en krijgt geen salaris. Wel ontvangt hij een onkostenvergoeding van 226.100 euro.
An sich een bescheiden, zo niet magertjes, bedrag in vergelijking met Hans’ collega’s elders in Europa, maar het vorstenhuis is goed voor 4,1 miljard euro. En dat niet in de laatste plaats dankzij LGT Group, de private bank van het vorstenhuis, en de investeringen van de Prins van Liechtenstein Stichting. Deze laatste gaat over het vastgoed, wijn en bosbeheer.