De integratie van migranten op de arbeidsmarkt in Duitsland en EU is jammerlijk mislukt. Omdat slechts 43 procent van de asielzoekers die sinds 2014 naar Duitsland zijn gekomen, geregistreerd staat in een baan die relevant is voor de sociale zekerheid. Het meeste van de rest komt voor rekening van de belastingbetaler.
Een van de aandachtspunten van de integratietop van dit jaar , die vrijwel een paar dagen geleden plaatsvond, was het bevorderen van de werkgelegenheid voor migranten in Duitsland. Actuele cijfers van het Federaal Arbeidsbureau laten zien dat hier veel gebeurt. In oktober 2020 (recentere gegevens zijn niet beschikbaar) in Duitsland was het percentage buitenlanders dat onderworpen was aan sociale zekerheidsbijdragen slechts 52,7 procent, terwijl het aandeel vrouwen met slechts 36,8 procent aanzienlijk lager was dan dat van mannen (63,2 procent). Bij vluchtelingen, rekening houdend met mini- en deeltijdbanen, lag het cijfer zelfs beduidend lager met 43 procent. Daarentegen had 63,2 procent van de Duitsers die konden werken, lonen en salarissen.
De situatie is eveneens somber in andere Europese landen: in België heeft slechts 52 procent van de niet-Europese immigranten tussen de 20 en 64 jaar een baan. Daarna volgt Frankrijk met 55 procent en Nederland met 60 procent. De meeste werkzoekenden in deze landen zijn migranten uit islamitische landen. In Duitsland heeft bijna de helft van de werklozen een migratieachtergrond. Als je de groep top-ups toevoegt, d.w.z. mensen die een baan hebben maar niet genoeg verdienen om de kost te verdienen en daarom financiële hulp van de staat nodig hebben, is het cijfer ruim 50 procent. Daarentegen is het aandeel van deze groep in de totale bevolking in Duitsland slechts ongeveer 26 procent.
Als je je alleen richt op inzetbare mensen met een buitenlands staatsburgerschap, dan was hun werkloosheidscijfer in oktober vorig jaar 14,9 procent – drie keer meer dan het geval was onder de Duitse bevolking. De situatie is bijzonder dramatisch voor immigranten uit oorlogs- en crisisgebieden, van wie de meesten vluchtelingen zijn. In deze groep was de werkloosheid 36,5 procent. Sterker nog, namelijk 56,7 procent kreeg een uitkering volgens SGB II (Hartz IV). In het geval van buitenlanders als geheel was dat “slechts” 19,2 procent. Op basis van herkomst waren Syriërs met 18,2 procent verantwoordelijk voor de meeste buitenlandse werkloosheid, gevolgd door Turken (16,8 procent) en Polen (5,8 procent).
Een belangrijke reden voor de onvoldoende integratie van buitenlanders op de arbeidsmarkt is het gemiddeld lage opleidingsniveau: 47 procent van alle inzetbare mensen zonder beroepskwalificatie heeft een immigratiegeschiedenis. Vooral voor degenen die hun diploma in hun land van herkomst hebben behaald, voldoen de meegebrachte kwalificaties vaak niet aan de eisen van werkgevers in Duitsland. Dat geldt overigens ook voor wetenschappers. Een advocaat die uit Syrië is gevlucht en als advocaat in Damascus heeft gewerkt, zal bijvoorbeeld nauwelijks zijn weg vinden in het Duitse rechtssysteem. Daarnaast is er een gebrek aan of onvoldoende kennis van de Duitse taal, wat vooral belangrijk is voor werknemers in hooggekwalificeerde banen om hun beroep in dit land te kunnen uitoefenen. Denk aan doktoren
Ambtenaren bestrijden de bovengenoemde cijfers graag met het argument dat immigranten een belangrijke bijdrage leveren aan de economische kracht van Duitsland, niet in de laatste plaats vanwege het feit dat het aantal vreemdelingen dat onderworpen is aan sociale zekerheidsbijdragen tussen 2005 en 2020 met meer dan 140 procent is gestegen.is gestegen tot 4,2 miljoen mensen. Maar deze puur kwantitatieve overweging schiet tekort. De vraag moet veeleer ook worden gesteld welke specifieke beroepsactiviteiten migranten uitoefenen en welk inkomen ze daarbij behalen. Uit arbeidsmarktonderzoek is bekend dat immigranten een onevenredig hoge frequentie van onzekere, slecht betaalde banen hebben. De belastingen en heffingen die op deze manier worden gegenereerd en die worden betaald aan de belastingdienst en de sociale verzekeringsinstellingen, zijn doorgaans niet voldoende om de kosten te dekken die de werknemer veroorzaakt voor de gemeenschap, bijvoorbeeld door de medeverzekering van zijn gezinsleden in de wettelijke ziektekostenverzekering. Het economisch evenwicht is negatief, vooral voor vluchtelingen, die de afgelopen jaren in groten getale naar Duitsland zijn gekomen, voornamelijk uit derdewereldlanden.
De bekende econoom Bernd Raffelhüschen schat dat elk van deze migranten de Duitse belastingbetalers en premiebetalers in de loop van hun leven zo’n 450.000 euro meer gaat kosten dan ze aan het systeem betalen. Volgens de huidige stand van zaken resulteert dit in totale kosten van 312 miljard euro. Maar zo blijft het niet, want de ongecontroleerde immigratie naar Duitsland gaat door – ondanks Corona. In 2020 ontvingen we meer dan 120.000 nieuwe asielaanvragen, en tot nu toe zijn er dit jaar meer dan 30.000 bijgekomen.
Hoewel de werkgelegenheidssituatie van migranten die in Duitsland wonen allesbehalve bedwelmend is en de politiek te maken zou hebben met het verbeteren van de arbeidsmarktintegratie van buitenlanders in het belang van de “reeds lang gevestigde” belastingbetalers, streven de politiek verantwoordelijken in Berlijn er in de eerste plaats naar een doel: honderdduizenden nieuwe “geschoolde arbeiders” in het buitenland rekruteren omdat men gelooft dat dit de negatieve gevolgen van de zelf toegebrachte bevolkingskrimp zal kunnen verzachten. De deelnemers aan de integratietop van dit jaar hebben dit onmiskenbaar duidelijk gemaakt. De voorzienbare bijkomende schade van deze strategie voor de gewone burger zal opnieuw vervagen.