In heel Nederland is geschokt gereageerd op de moord op Derk Wiersum, de advocaat van kroongetuige Nabil B. Een dag later zijn er nog steeds veel vragen. Is er nog een advocaat die het aandurft om kroongetuige B. bij te staan nu het er meer en meer op lijkt dat de ‘mocro-maffia’ geen enkel middel schuwt om alle betrokkenen angst aan te jagen?
Waarnemend deken van de Orde van Advocaten, Simeon Burmeister, gaf gisteren voor de camera van de NOS al aan dat “het lastig wordt om een vervangende advocaat te vinden” voor Nabil B. “Dan merk je dat het systeem van bedreigingen dus werkt.”
“Want”, zo stelt hij, “als advocaten op deze manier vermoord worden, moeten we bij onszelf te rade gaan welke consequenties dit heeft. Een hele praktische vraag is: wie gaat nu de vervangend advocaat zijn? Staat er iemand op? Wij zullen hier ongetwijfeld een oplossing voor vinden, want we laten ons niet kisten. Maar hiermee komt het heel dichtbij. En dat geldt ook voor rechters en officieren.”
GENADELOOS
De advocatuur is niet de enige beroepsgroep die hard geraakt is door het nieuws. “De moord op Derk Wiersum is ook binnen journalistieke kringen heel hard binnen gekomen”, zegt Thomas Bruning van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ). “Met name op de redacties waar deze criminele groep nauwgezet gevolgd wordt, zoals De Telegraaf en Het Parool, is duidelijk geworden dat deze groep niet alleen dreigt, maar ook genadeloos toeslaat naar mensen die helemaal niets met deze groep rechtstreeks van doen hebben.”
Dat de criminelen zich door niemand laten afschrikken, is al langer bekend. Zo overwoog Ridouan Taghi uit Vianen, de meest gezochte crimineel van Nederland, officier van justitie Koos Plooij te laten liquideren.
Bij Reduan B., de broer van kroongetuige Nabil B., bleef het niet bij dreigen alleen: hij werd in maart vorig jaar omgebracht bij een schietpartij in Amsterdam-Noord. Meerdere misdaadjournalisten, waaronder Peter R. de Vries, John van den Heuvel en Paul Vugts, zijn zo hevig bedreigd dat ze bescherming nodig hadden of moesten onderduiken en de redacties van Panorama en De Telegraaf zijn aangevallen.
ONTLUISTEREND
“Journalisten hebben tot nu toe – en dat siert ze ook enorm – gezegd: ‘Wat voor bedreigingen ook op ons afkomen, we blijven gewoon ons werk doen.’ Dat credo moeten we te vuur en te zwaard bevechten”, vindt Bruning. “Er zijn allerlei maatregelen om ervoor te zorgen dat journalisten hun werk kunnen blijven doen. De redactie van De Telegraaf is goed beveiligd en journalisten die over deze zaken schrijven, krijgen persoonlijke beveiliging.”
“Maar”, vervolgt hij, “tegelijkertijd is het ontluisterend om te zien dat zo’n groep al zo lang op deze manier kan toeslaan. De journalistiek is meer en meer een doelwit geworden van bepaalde groepen. Daarom is het ook zo belangrijk dat wij met elkaar als beroepsgroep, samen met politie en justitie, laten zien dat je hier niet mee wegkomt. Tegelijkertijd is dat het allermoeilijkste, omdat politie en justitie tot nu toe zelf bijna machteloos staan tegenover die serie aan liquidaties die we hebben gezien in de hoofdstad en daaromheen.”
ERE-KWESTIE
Hij denkt dat het van belang is dat de beroepsgroep hierin samen optrekt. “Het is een ere-kwestie die hier op het spel staat. We hebben eerder al proberen uit te stralen: als je aan één van ons komt, kom je aan ons allemaal. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan in zo’n kwestie, want uiteindelijk is de druk op journalisten die specifiek met dit dossier te maken hebben heel groot. En dat betekent dat we tot en met de minister aan toe moeten blijven benadrukken dat ze echt hun optimale aandacht voor deze bedreigingen moeten hebben.”
Ook waarnemend deken Burmeister vindt dat er vanuit de advocatuur een gezamenlijke reactie moet komen op de dreigingen. Vandaag wordt daarover vergaderd. “Vanaf nu is het dus zo dat wij daar gevaar in lopen. Dat voelt heel onveilig. Wij als belangenvertegenwoordigers zijn nu zelf slachtoffer, en dat heeft een hele grote impact.”
Hoofdofficier van justitie Fred Westerbeke zei gisteravond in Nieuwsuur dat er “diverse maatregelen” zijn getroffen om advocaten, officieren van justitie en rechters in de zaak tegen Taghi te beveiligen. Advocaten komen vandaag bijeen om te beslissen of en hoe ze hun collega gaan herdenken, bijvoorbeeld met een stille tocht. Tijdens een landelijk congres voor advocaten in Utrecht werd een minuut stilte gehouden.
Wie is Ridouan Taghi?
De in Vianen opgegroeide man met Marokkaanse roots zou verantwoordelijk zijn voor zeker zeven liquidaties. Zo’n twaalf vermeende kompanen staan voor diverse moorden terecht.
Zelf weet Taghi vooralsnog uit handen van de politie te blijven. Justitie looft 100.000 tipgeld uit in de hoop de man in te rekenen.
Hij zou ergens in Dubai vertoeven, badend in weelde. Berucht is de vermeende bloeddorstigheid en meedogenloosheid van de man en zijn bende.
Begin dit jaar citeerde justitie uit gekraakte telefoonberichten van Taghi. „Hahaha, die waterhoofd leeft niet meer, die hond heeft vijf of zes kogels door zijn kop gekregen”, zegt hij over een kennelijk doelwit. Na een klaarblijkelijk geslaagde liquidatie antwoordt Taghi op een vraag of hij al is bijgekomen: „Haha van wat broertje, ben top. Heb mijn Nikes aan en ben aan het jagen. Hahaha, ben al dronken broertje en heb bloed, bloed nodig, niks anders.”
Ridouan Taghi staat te boek als Kleine. Wanneer hij aangeschoten is, deelt hij soms in een Utrechts koffiehuis briefjes van 500 euro uit aan anderen, schreef NRC Handelsblad enkele maanden geleden. De man is altijd gewapend. En heetgebakerd. Als een gast in het koffiehuis iets te vrijpostig is tegen Taghi, trekt die een wapen. Anderen weten de boel te sussen.
Inez Weski, advocaat van Taghi, stelt woensdag dat conclusies over een verband tussen de moord op advocaat Derk Wiersum en haar cliënt vooralsnog voorbarig zijn. „Ik begrijp de speculaties over de mogelijke achtergronden van de zeer tragische dood van de advocaat, maar kan slechts constateren dat daar niets over bekend is op dit moment. De geschiedenis leert dat soms volstrekt tegengestelde of niet vermoede belangen en partijen een rol blijken te hebben gespeeld in gebeurtenissen.”
Waarom is de bende van Ridouan Taghi kennelijk zo moorddadig?
Taghi en zijn kompanen lijken volop te figureren in de cocaïnemaffia. Een keiharde wereld. Taghi lijkt er niet voor terug te deinzen om tegenstanders of getuigen uit de weg te ruimen. Zo heeft Taghi waarschijnlijk de hand gehad in de moord op misdaadblogger Martin Kok eind 2016. Deze onbesuisde Kok, in het verleden zelf ook veroordeeld voor moorden, publiceerde op zijn website Vlinderscrime over Taghi en zijn handlangers. Die onthullingen leken de criminele groepering niet te zinnen.
Waarom zit de bende van Taghi mogelijk achter de moord op advocaat Wiersum?
Wiersum was de raadsman van Nabil B. Hij is een kroongetuige in het proces tegen Taghi en zijn kompanen. Nabil B. heeft zeer belastende verklaringen afgelegd tegen Taghi. Vermoedelijk wil de groep rond Taghi bereiken dat advocaten niet langer kroongetuigen willen bijstaan. De misdadigers hopen dat het in de toekomst zo moeilijker wordt voor justitie om bewijs te verzamelen.
Schokkend was ook de moord in Amsterdam-Noord vorig jaar op de broer van kroongetuige Nabil B. Met deze liquidatie wil de groep rond drugshandelaar Taghi vermoedelijk eveneens duidelijk maken: Als je naar de politie stapt en over ons klikt, pakken we ook je familie. Ridouan Taghi heeft zelfs eens geopperd om officier van justitie Koos Plooij te laten „slapen”, straattaal voor vermoorden.
De jongeman die advocaat Wiersum woensdag in Amsterdam heeft vermoord, lijkt amper twintig jaar. Wat zegt dat?
Veel moordenaars in de Amsterdamse en Utrechtse onderwereld zijn relatief zeer jong. Soms amper twintig. Ze schromen niet grof geweld te gebruiken en zijn bereid om voor enkele duizenden euro’s mensen te vermoorden. In veel gevallen hebben deze daders een link met de zogeheten Mocro Maffia.
Wat is de Mocro Maffia?
De Mocro Maffia bestaat uit groepen misdadigers, veelal van allochtone (onder meer Marokkaanse) komaf. Ze verdienen miljoenen met drugshandel. In die onderwereldkringen worden drugsconflicten vaak met geweld beslecht. Ook kan een moord een vergeldingsactie zijn voor een eerdere liquidatie. Het is een wereld waarin mensen voortdurend over hun schouder moeten kijken en zich beveiligen.
Een van de meest geruchtmakende zaken binnen de Mocro Maffia is een dubbele liquidatie eind 2012 in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt. Een foto van een met kogels doorzeefde Range Rover staat symbool voor de gewelddadigheid binnen de Mocro Maffia. Bij de schietpartij in de Staatsliedenbuurt konden enkele motoragenten amper het vege lijf redden.
Een andere bekende afrekening betreft de moord op Gwenette Martha in mei 2014 in Amstelveen. Tientallen kogels werden op de criminele Antilliaan afgevuurd.
Ronduit luguber was de moord in Nabil Amzieb in 2016. Diens hoofd werd voor een waterpijpcafé in Amsterdam gelegd. De rest van zijn lichaam lag in een uitgebrande bestelwagen. Het Parool meldde dat Amzieb betrokken zou zijn bij de moord op crimineel Eneas Lomp in 2015. Het meest triest is dat de moordenaars binnen de Mocro Maffia, in hun haast een moordklus te voltrekken, de afgelopen jaren diverse vergismoorden pleegden.
Wat zijn vergismoorden?
De schutters vermoorden per ongeluk de verkeerde persoon, omdat die lijkt op het beoogde doelwit. Schrijnend voorbeeld is de moord op Stefan Eggermont in 2014 in Amsterdam-Oost. De man werd onder vuur genomen na een avondje voetbal kijken. Hij was aangezien voor een crimineel die in de buurt woonde en in een soortgelijke auto reed.
Het lijkt erop dat het onder meer een vergismoord was die Nabil B. deed besluiten over te stappen naar de politie en zich op te werpen als kroongetuige. B. was namelijk betrokken bij de organisatie van de moord op Hakim Changachi in 2017. Deze man was echter niet het beoogde doelwit. De moordenaars hadden iemand op het oog die in dezelfde flat woonde als Changachi. Nabil B. bleek de familie van de per ongeluk doodgeschoten Changachi te kennen.
Hebben politie en justitie vat op de Mocro Maffia?
In zekere zin zeker. Althans, in diverse geruchtmakende moordzaken zijn schutters veroordeeld. Enkele maanden geleden nog kregen twee jongemannen levenslang. Die successen voor justitie zijn voor een belangrijk deel te danken aan vele duizenden ontsleutelde telefoonberichten tussen criminelen. In die communicatie overleggen de misdadigers vrijelijk over bijvoorbeeld moordplannen.
Anderzijds lijkt de strijd tegen de drugsmaffia dweilen met de kraan open. In een stad als Amsterdam hebben de ‘kleine vissen’, zoals jeugdige drugskoeriers, min of meer vrij spel. In hun recent gepresenteerde rapport ”De achterkant van Amsterdam” schetsen hoogleraar bestuurskunde Pieter Tops en onderzoeksjournalist Jan Tromp een ontluisterend beeld. „Amsterdam heeft ruim baan gemaakt voor een bonte optocht van hele en halve drugscriminelen, een penoze van scharrelaars en profiteurs, van bemiddelaars en afpersers, van dubieuze notarissen en makelaars, van crimineel voetvolk als scooterrijdertjes en taxichauffeurs én van jeugdige koeriers.”
Veel bewijs ontbreekt. Dus wat is waar ?