Het is premier Rutte wel toevertrouwd: heel veel zeggen maar niets toezeggen. Tijdens de Algemene beschouwingen, het veronderstelde hoogtepunt van het politieke jaar, was hij vandaag de hele dag aan het woord. Maar de Tweede Kamer wist nauwelijks iets concreets te incasseren. Niet over de aanpak van de georganiseerde criminaliteit. Niet over het onderwijs. En al helemaal niet over de pensioenen.
Dat laatste is de meest heikele kwestie die Rutte III op zijn bordje heeft liggen. Iedereen weet het: de pensioenfondsen kampen met grote financiële problemen. Volgens de spelregels die het kabinet ze heeft opgelegd moet een groot aantal ervan volgend jaar snijden in hun oudedagsuitkeringen. De Kamer heeft er sterk op aangedrongen dat te voorkomen. Ook werkgevers en vakbonden, die de pensioenfondsen besturen, zijn mordicus tegen kortingen.
Het kabinet heeft beloofd zijn best te doen. Maar wat is die belofte waard? Rutte legde vandaag nog eens omstandig uit dat het niet de bedoeling is om te gaan sjoemelen met de spelregels.
Dat de pensioenfondsen het moeilijk hebben komt doordat de rente zo laag staat. Zij kunnen daardoor niet meer garanderen dat ze op zeer lange termijn hun pensioenen nog kunnen betalen. Die lage rente is, betoogde Rutte, niet alleen de schuld van de Europese Centrale Bank. De rente is bijna wereldwijd vrijwel nihil. Ook in landen als Zwitserland en Japan, die geen EU-lid zijn. De pensioenfondsen mogen dan op dit moment heel mooie rendementen maken, hun toekomstverplichtingen zijn ook fors toegenomen. We willen toch niet, zo hield de premier de Kamer voor, dat er voor onze kinderen straks helemaal geen pensioen overschiet?
In tegenstelling tot partijen als 50PLUS, SP en PVV voelt Rutte dan ook niets voor het optrekken van de rekenrente om de pensioenfondsen uit de brand te helpen. En hij kan daarbij rekenen op steun van de regeringspartijen en een deel van de oppositie. Maar al die partijen willen ook geen pensioenkortingen. Wat dan?
Er zijn nog wel een paar andere mogelijkheden, zoals uitstel of het aanpassen van de dekkingsgraad die pensioenfondsen is opgelegd. Maar die komen eigenlijk allemaal neer op creatief omgaan met de pensioenspelregels.
Een andere optie is het pensioensysteem radicaal overboord te kieperen en het te vervangen door iets anders. Van diverse kanten zijn hiervoor suggesties gedaan. Het bestaande kapitaaldekkingsstelsel zou (deels) vervangen kunnen worden door een omslagstelsel. De rente speelt dan veel minder een rol. Maar het uitwerken van deze behoorlijk technische variant kost veel tijd. In afwachting van iets nieuws zouden de pensioenfondsen toestemming kunnen krijgen om niet te korten.
Waar gaat het kabinet voor kiezen? Volgens 50PLUS-senator Martin van Rooijen komen de kortingen er hoe dan ook niet. Niemand wil zo’n maatregel ‘in het zicht van verkiezingen in 2021’, twitterde hij onlangs. Dat lijkt een juiste politieke constatering. Maar wat de oplossing gaat worden twitterde hij er niet bij.
En Van Rooijen zit ook niet aan de knoppen. Rutte wel. Wellicht heeft hij zelfs al een geitenpaadje in zijn hoofd. Maar daarover houdt hij voorlopig zijn mond. In ieder geval in het openbaar.