Naar aanleiding van de Koranscholen waar jonge (moslim)kinderen worden geïslamiseerd met aansporingen tot haat of geweld tegen ongelovigen, homoseksuelen en overspeligen, en dus worden klaargestoomd om onze vrije, seculiere samenleving te verwerpen, te haten of aan te vallen, breekt Othman El Hammouchi een lans voor de vrije meningsuiting (De Standaard, 13/09/2019).
Dat is opvallend daar hij eerder een stuk scheef waarin hij pleit voor ‘uitsluiting’ van ‘moreel verwerpelijke meningen die de menselijkheid of gelijkheid van individuen of groepen ontkennen’ (De Standaard, 27/07/2019). El Hammouchi stelde toen: ‘De opvatting dat bepaalde mensen minderwaardig zijn aan andere – wegens hun huidskleur, geaardheid, geslacht, geloof, enzovoort – is geen ‘mening’, het is een uitdrukking van haat.’ (Op El Hammouchi’s hypocrisie ter zake heb ik eerder gewezen in dit stuk op Doorbraak.)
Dubbelzinnig
Zulke stevige, ondubbelzinnige taal ontbreekt echter in El Hammouchi’s stuk over Koranscholen. Daarin maakt hij zich sterk voor de vrijheid van Koranscholen om precies zulke haat jegens ongelovigen, afvalligen, homoseksuelen en overspeligen niet slechts te propageren, maar zelfs letterlijk in de breinen van jonge kinderen te injecteren. El Hammouchi’s gelijkstelling met ‘jonge kinderen die op de IJzerwake met een leeuwenvlag zwaaien’ is potsierlijk, zeker wanneer hij vervolgens schrijft het niet ‘extreem’ te vinden dat jonge moslims wordt geleerd dat ze niet als rekkenvuller moeten gaan werken indien ze daarbij in aanraking komen met alcohol of varkensvlees.
Het is dit soort dubbelzinnigheid dat de Nederlands-Marokkaanse schrijver Hafid Bouazza de legendarische passage ontlokte: ‘Moslims zijn niet creatief, maar wel goed in het overnemen van termen en trucjes. Zolang ze hun beschimmelde religie maar in leven kunnen houden (al was het maar met een gesubsidieerde fietspomp). Westerlingen helpen wel een handje. Toen ze eenmaal het woord “debat” leerden kennen, werd hun bekeringsdrang gebracht onder de term “debat”. In een onvergetelijke zin schreef Bas Heijne hierover dat moslims met iedereen in debat wilden, behalve met zichzelf. Voor “debat” kan men ook “discussie” invullen.’
El Hammouchi verwerpt ‘meer staatstoezicht’ op Koranscholen en ‘ongewenste beknotting en bemoeienis vanuit de overheid’ wegens ‘een inbreuk op de scheiding van kerk en staat’ en een schending van ‘de vrijheid van geweten en meningsuiting’. Hij noemt enkele zaken (niet alles) die kinderen en jongeren in die Koranscholen wordt aangeleerd even ‘verwerpelijk’, maar meer staatscontrole op Koranscholen zijn volgens hem ‘minder aanvaardbaar’ dan het islamitische vergif dat deze Koranscholen verspreiden. El Hammouchi verschoont ook de islamitische leer door – d.i. de nieuwe politieke correctheid – het probleem louter af te doen als ‘de wahabitische lezing van de islam’ (de Saoedi’s).
Politieke religie
Volgens historica en islamexperte Machteld Allan zitten het zogenaamde salafisme en jihadisme in de islam besloten en worden die termen vaak aangewend om de islamitische leer/bronnen vrij te pleiten. Allan: ‘Het onderscheid tussen politieke islam en “gewone” islam wordt in de islam niet gemaakt. “Politieke islam” is een pleonasme. De islam is een politieke religie: zijn Koninkrijk is van deze wereld.’ Ook de Algerijnse schrijver Hamid Zanaz laat zien dat ‘politieke islam’ een ‘flagrant pleonasme’ is omdat ‘de islam in de eerste plaats politiek is’. De bekende Amerikaanse religiecriticus Sam Harris merkt helder op: ‘Het probleem met het islamitisch fundamentalisme zijn de fundamenten van de islam.’
Toch formuleert El Hammouchi als enige ‘oplossing’ heel voorzichtig slechts het volgende: ‘(…) het gaat niet zozeer om de doctrines zelf, maar om hoe zij [salafisten] moslims kunnen afzetten tegen andere groepen. Dat is allerminst wenselijk voor de maatschappelijke harmonie. Natuurlijk horen ook zulke opvattingen vrij te zijn, maar het is wellicht aangewezen te kijken naar de geldstromen achter dergelijke scholen en instellingen. Vrije meningsuiting impliceert geenszins vrijheid van financiering.’
Alsof wahabieten, islamisten, salafisten en moslimfundamentalisten zich niet met recht en rede beroepen op de bronnen van de islam (Koran, Hadith); alsof de mainstream islamitische rechtsscholen ongelovigen, overspeligen, afvalligen en vrouwen als gelijken betitelen en voor die groepen een redelijke, humane, gelijke behandeling propageren. Alsof zonder financiering vanuit de islamitische wereld en letterlijk vanuit het Mekka van de islam, deze opvattingen niet evenzeer via massa-immigratie, satelliettelevisie, internet en de canonieke bronnen van de islam in onze samenleving zouden zijn terechtgekomen en worden uitgedragen.
Gedragscode
Naar aanleiding van enkele uitspraken van de nieuwe Britse premier Boris Johnson, propageerde El Hammouchi het ‘handhaven van een bepaalde informele maatschappelijke gedragscode, zodat haatdragende uitdrukkingen je de afkeuring van je omgeving, vrienden, familie en werkgever opleveren’. Hij schreef dat ‘de media daarin als agenda-setter van het debat in de samenleving een belangrijke rol spelen: ze moeten uitdrukkingen van haat en discriminatie identificeren en hard aankaarten’.
Wanneer het echter Koranscholen betreft die jonge kinderen mentaal mishandelen en opleiden tot moslimfundamentalist, klinkt Othman El Hammouchi een pak milder en minder oplossingsgericht: zijn hoofdbekommernis is dat de moslimgemeenschap en de islam gerust gelaten worden. Hij gaat bijzonder licht over de stand van zaken in Vlaanderen anno 2019, namelijk dat een lerares anoniem (!) getuigt hoe kinderen en zelfs kleuters aan leerkrachten zeggen dat ze gestraft zullen worden door Allah wegens het dragen van make-up of een rok (lerares: ‘De laatste 2 à 3 jaar is dat veel erger geworden.’) Het is precies door zulke islamitische opvattingen dat vandaag ‘jongeren’ in zwembaden en in bepaalde wijken meisjes lastigvallen of aanranden.
Catch-22
Twee jaar geleden kwam aan het licht dat ‘tienduizenden moslimjongeren’ in België door imams en islamleraren bang worden gemaakt met de hel en ‘martelingen in het graf’, waardoor ze nachtmerries hebben en in angst leven. Filosoof en televisiemaker Jan Leyers heeft erop gewezen dat hij moslims in Europa veel radicalere uitspraken heeft horen doen dan in de islamitische wereld. Leyers: ‘Dat komt natuurlijk doordat iedereen hier in Europa mag zeggen wat hij wil. In een islamitisch land ben je vrij om te zeggen wat in de lijn ligt van het regime, de vorst of de moefti. Maar waag het niet om daarvan af te wijken. Dat is het paradoxale: dankzij de vrijheid hier in Europa kunnen extreme tendensen binnen de islam tot uiting komen.’
Dit is helaas de catch-22 waarin wij ons nu bevinden als gevolg van decennialange, massale moslimimmigratie en het faciliteren en subsidiëren van de islam als ‘religie’. Wanneer je namelijk als overheid zulke walgelijke en gevaarlijke islamitische uitspraken, preken of Koranlessen verbiedt, dan perk je de vrije meningsuiting significant in, wat dus in principe zéér onwenselijk is. Laat je het toe, dan worden horden (jonge) moslims dusdanig met dat verderfelijk islamitisch gedachtegoed vergiftigd, dat onze relatief vredige, stabiele en vooral vrije, seculiere en welvarende samenleving uiteindelijk zal ophouden te bestaan.
Islamexperte Machteld Allan stelt in dat verband: ‘Een rechtsstaat is alleen te handhaven in een fysieke gemeenschap die coherent is omdat ze een geschiedenis en cultuur deelt. Op het moment dat je alles per wet moet afdwingen en niets meer van nature gebeurt, is het voorbij. Dat je bijvoorbeeld op straat geen vrouwen lastigvalt, zou vanzelfsprekend moeten zijn en helemaal niet in een wet gevangen moeten worden. Die vanzelfsprekendheid kan er alleen maar zijn wanneer je een soort natuurlijke gemeenschap vormt op basis van gedeelde grond, een natie. Roger Scruton schrijft dat heel mooi. Hij zegt dat als men nationalisme loslaat, men moet aanvaarden dat mensen andere soorten gemeenschappen gaan vormen, bijvoorbeeld op grond van ras of religie. Dan heb je een recept voor oorlog.’
Dilemma
Wie voortdurend de islamitische wereld binnenhaalt, wordt dus uiteindelijk zélf de islamitische wereld, inclusief zulke Koranscholen. Vrij naar de Nederlandse arabist Hans Jansen: wie islam zaait, zal salafisme oogsten. Als gevolg van aanhoudende, massale moslimimmigratie en islamgepamper komen westerse overheden steeds meer voor een dilemma te staan en worden ze gedwongen te kiezen tussen de pest en de cholera, namelijk een min of meer seculiere dictatuur enerzijds of een islamitische theocratie (kalifaat) anderzijds – of, wat in de geïslamiseerde, islamitische wereld veelal het geval is: iets dat daartussenin ligt, een mengvorm. Elke lidstaat van de Organization of Islamic Cooperation kan als dusdanig worden gekarakteriseerd. Dat zou voor het Westen een les moeten zijn.