Tijdens de onderhandelingen tussen Commissie, Parlement en Raad deze week zou de toch al beschadigde geloofwaardigheid van de EU-voedselambities wel eens de doodsteek kunnen krijgen.
Deze week besluit de EU over een controversieel voorstel dat de marketing van plantaardige zuivelproducten ernstig zou beperken. Hoewel de uitkomst nog onzeker is, is al duidelijk dat het hier om meer gaat dan havermelk: de geloofwaardigheid van de EU en haar duurzame voedselambities staan op het spel.
In zijn Farm to Fork-strategie riep Eurocommissaris Frans Timmermans dringend op tot een versnelde overgang naar een duurzaam voedselsysteem. En met reden: een recente studie in Science laat zien dat zelfs als het gebruik van fossiele brandstoffen onmiddellijk zou stoppen, alleen de uitstoot van het wereldwijde voedselsysteem het alsnog onmogelijk zou maken om de klimaatopwarming te beperken tot 1,5 °C – en moeilijk om zelfs onder het 2 °C-doel te blijven.
Je zou dus verwachten dat grootschalige hervormingen op stapel zijn voor de landbouwsector. Maar een stemming over het landbouwbeleid afgelopen oktober verbrijzelde zulke illusies, toen het Europees Parlement met overweldigende meerderheid voor de business-as-usual stemde, waarbij miljarden aan EU-belastinggeld werden besteed aan niet-duurzame en schadelijke landbouwpraktijken. De stemming werd door het maatschappelijk middenveld gezien als een zware klap voor de groene ambities van Timmermans.
Een belangrijk element van de Farm to Fork-strategie is de verschuiving naar meer plantaardige voedselpatronen. Het merendeel van de milieu-impact van het EU-voedselsysteem wordt veroorzaakt door vlees en zuivel. Het minste dat je van de EU mag verwachten is dus dat ze de consumptie daarvan niet actief stimuleren. Maar dat is precies wat de EU wél doet met miljoenensubsidies voor vlees- en zuivelreclame. De Commissie poogde deze subsidies te beëindigen in het oorspronkelijke ontwerp van de Farm to Fork-strategie, maar trok dit enkele dagen voor publicatie weer in. Het lijkt erop dat de ontluikende plantaardige ambities van de EU effectief zijn platgetrapt door de vleeslobby.
Tijdens de onderhandelingen tussen Commissie, Parlement en Raad deze week zou de toch al beschadigde geloofwaardigheid van de EU-voedselambities wel eens de doodsteek kunnen krijgen. Nog niet eens vanwege de voortzetting van de miljardensubsidies aan de industriële landbouw en het gebrek aan doeltreffende maatregelen om de gigantische uitstoot van de landbouwsector te bedwingen – allemaal nog veel ernstiger zaken die momenteel op de EU-onderhandeltafel liggen. Nee, de goedkeuring van één amendement, “amendement 171” genaamd, zou al genoeg zijn om de EU-ambities als verloren te beschouwen, omdat het zo haarscherp laat zien hoe de verhoudingen in Brussel liggen. Dit controversiële voorstel zou unieke privileges toekennen aan de zuivelindustrie en gelijktijdig de opkomende plantaardige markt belemmeren, door een reeks nieuwe beperkingen op de toch al ongewoon zwaar gereguleerde zuivelalternatieven.
Onder dit voorstel blijft niet alleen het woord ‘havermelk’ in de ban, maar mag plantaardig voedsel zelfs op geen enkele manier zuivelproducten ‘aanroepen’. Dit zou kunnen betekenen dat sojamelk niet verkocht kan worden in gebruikelijke verpakkingen zoals een tetrapak (want koemelk zit daar ook in) en dat beschrijvende termen zoals ‘alternatief voor yoghurt’ worden verboden. Een productafbeelding zou ook niet mogen indien wordt geoordeeld dat die op zuivel lijkt – bijvoorbeeld een witte swirl op een pak havermelk. Zelfs essentiële allergeneninformatie zoals “bevat geen melk” kan worden opgevat als het ‘aanroepen’ van zuivel. Hoewel de gedachte hierachter zogezegd ‘consumentenbescherming’ is, staan op dit voorstel duidelijk de vingerafdrukken van de zuivelindustrie.
Geen wonder dus dat de plantaardige sector zich fel verzet. Maar wat de EU-onderhandelaars nog meer te denken moet geven is dat zowel BEUC als CECU, twee Europese consumentenbeschermingsautoriteiten, het amendement ontraden omdat zij er geen enkele aanleiding voor zien en het zich naar hun oordeel zelfs tégen het consumentbelang keert. Ook 21 ngo’s, 94 voedingsbedrijven, bijna een half miljoen petitie-ondertekenaars en 90% van de Tweede Kamer spraken zich uit – alleen CDA en BBB stemden tegen een PvdD-motie die minister Schouten opriep zich tegen het voorstel te verzetten. Zelfs enkele vertegenwoordigers van de zuivelsector spraken zich uit, waaronder de organisatie Caring Farmers en Berglandmilch, de grootste Oostenrijkse zuivelcoöperatie.
Dit alles roept de vraag op voor wie of wat dit amendement nu precies dient. Noch het Europees Parlement, noch de Commissie gaven een duidelijke rechtvaardiging voor het argument dat de consument beschermd moet worden tegen plantaardige zuivelproducten. Wie zijn dan die misleide consumenten? De vermeende slachtoffers van onbedoelde amandelmelkconsumptie hebben nooit een klacht ingediend of een petitie gelanceerd, laat staan één die ondertekend is door honderdduizenden mensen.
En toch ligt de EU op koers deze draconische maatregel door te voeren. In reactie op een NGO-brief noemde de Europese Commissie de rijke geschiedenis van de bescherming van zuiveltermen, die “al meer dan 30 jaar deel uitmaakt van het EU-rechtskader”. Onduidelijk blijft waartegen precies die zuivelproducten moeten worden beschermd, waarom zuivelproducten een sterkere bescherming behoeven dan elke andere voedselgroep, en waarom deze ook nog zou moeten worden uitgebreid. De Commissie waagt het zelfs “eerlijke concurrentie” als reden te noemen, terwijl het amendement precies het omgekeerde doet: het ten onrechte discrimineren en censuren van plantaardige zuivelalternatieven.
Deze week neemt de EU haar besluit. Zal die een concurrentiebeperkend, roekeloos beleid onderschrijven dat geen ander doel of belang dient dan dat van de vervuilende zuivelindustrie? Als dat zo is, dan slaat de EU de laatste spijker in de kist van Timmermans’ Farm to Fork-strategie. Want wie neemt zijn groene voedselambities dan nog serieus?