De kinderen van prins Bernhard jr. zijn boos dat hun vader gepest wordt. Een Amsterdamse kunstenaar die affiches maakte over de prins-met-bril werd eerst op Instagram aangevallen door de jongste zoon van Bernhard. Yuri Veerman maakte een affiche waarop de prins staat met de tekst ‘Nu in Amsterdam: de Prins met 349 huizen’, staat erop. ‘Geen sprookje.’
Op 10 mei schrijft de 11-jarige zoon van Bernhard onder een post: „Het is wel een sprookje sukkel.” Veerman: „Later op de avond belde hij me op. Hij zei dat ik leugens verspreidde en vroeg hoe ik me zou voelen als ze mijn hoofd op een poster zetten?”
Zijn oudere broer mengt zich ook in de discussie – een stuk genuanceerder. De reden dat zijn vader „met een paar vrienden” appartementen bezit in Amsterdam, „is dat hij geen pensioen (sic) heeft omdat hij eigen baas is”, zo schrijft hij op Instagram.
Hij is de maker van een opvallende, rode poster die sinds een paar weken óveral in Amsterdam te zien is. ‘Nu in Amsterdam: de Prins met 349 huizen’, staat erop. ‘Geen sprookje.’ Daarboven: een portret van prins Bernhard van Oranje-Nassau, Van Vollenhoven, neef van koning Willem-Alexander, zoon van prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven, succesvol ondernemer, Formule 1-fan, en een grote speler op de Amsterdamse vastgoedmarkt.
Met zijn poster verwijst Veerman naar nieuws dat in de hoofdstad veel verontwaardiging heeft veroorzaakt. Eind 2017 onthulde het Het Parool dat Bernhard Jr. (mede)eigenaar is van 349 panden in Amsterdam, zowel privé als via bv’s. Daarmee is de prins een van de grootste investeerders op de hoofdstedelijke woningmarkt. En dat deugt niet, vindt Veerman: „Iemand van koninklijke bloede die de sociale infrastructuur gebruikt om geld te verdienen. Ik vind dat niet kunnen.”
Opvallend brilmontuur
Zo ontstond het idee voor de satirische poster, die volgens Veerman „een goede mate van helderheid én verwarring” schept. „Als je de poster ziet, denk je eerst: is dit een toneelstuk dat ergens in de stad speelt?” Hij had als ontwerper ook geluk met het opvallende brilmontuur van de prins, zegt Veerman. „Je ziet meteen dat het Bernhard is.”
Veerman windt zich al langer op over de ontwikkelingen in de stad waar hij woont en werkt. Het massatoerisme. De torenhoge huizenprijzen. Airbnb. De groeiende macht van investeerders. De wildgroei aan ijs-, nutella- en kaaswinkels. Dat leidde vorig jaar tot een campagne onder de naam Van wie is de stad? Met een andere ontwerper bedacht Veerman een reeks posters, rechtenvrij te downloaden, die de toenemende platheid en macht van het grote geld in Amsterdam op ludieke wijze aan de orde stelt. Een van de affiches, een Nutella-pot met de tekst ‘Ik lust geen monocultuur’, werd een hit: wildplakkers verspreidden hem overal in de stad.
Vanwege die poster kreeg Veerman begin dit jaar een rekening in de bus. Afzender: Centercom, een bedrijf dat in Amsterdam locaties voor buitenreclame verkoopt in ruil voor het verwijderen van graffiti en illegale beplakking. Tot haar „teleurstelling en verbijstering” had Centercom geconstateerd dat Veermans monocultuur-poster clandestien over verschillende van hun lijsten, borden en zuilen was geplakt. Of hij ter compensatie 1.034,55 euro wilde overmaken.
Toffe actie
Veerman weigerde. In het verleden heeft hij weleens wildgeplakt: tien jaar geleden werd hij een keer door de rechter schuldig bevonden, al kreeg hij geen boete. Maar met deze plakactie had hij niets te maken. „Ik heb die posters noch gedrukt, noch geplakt. Ik vind het een toffe actie, maar ben er niet aansprakelijk voor.”
Er volgden betalingsherinneringen, er werd gedreigd met „juridische stappen”, maar daarna heeft Veerman niets meer vernomen. „Ze weten dat ze geen poot hebben om op te staan.” Hij verwijst naar het slogancollectief Loesje. „Dat heeft in verleden verschillende rechtszaken aan z’n broek gekregen vanwege hun posters, maar telkens oordeelde de rechter dat ze niet verantwoordelijk waren voor het plakgedrag van derden.”
Gevraagd naar de factuur, zegt Centercom-directeur Junin Boerma dat Veerman „anderen schade berokkent door over die posters heen te plakken. Misschien heeft hij het deze keer niet zelf gedaan, maar in het verleden is hij wel door de rechter veroordeeld.” Boerma omschrijft Veermans methode als „misdadig” en „laf op een afstandje staan lachen”.
En toen kwam de Bernhard-poster. Een paar maanden nadat Veerman hem online had gezet, begon hij overal op te duiken: op muren, schuttingen, elektriciteitskastjes, vuilcontainers, reclamezuilen. De wildplakkers hadden weer toegeslagen – op grotere schaal dan ooit. Bovendien hadden ze een goede timing: het was medio april, vlak voor Koningsdag.
Het wildplakcollectief achter de Bernhard-posters wil anoniem blijven, uit angst voor represailles van de overheid. Een van hen vertelt dat ze een paar keer per jaar affiches plakken over „actuele onderwerpen”. „We zamelen geld in voor drukkosten, drinken een paar blikken bier en gaan de stad in om te plakken.” Volgens Veerman heeft het collectief „zeker tweeduizend” Bernhard-posters verspreid.
Hun actie bleef niet onopgemerkt. Al gauw begonnen Amsterdammers enthousiast foto’s van de posters te delen op sociale media, vergezeld van commentaren als „Geen uitleg nodig” en „What happened to noblesse oblige?”
Voormalig spindoctor
Op Koningsdag krijgt Veerman een eerste berichtje van Jack de Vries, CDA’er, oud-spindoctor van premier Balkenende, voormalig staatssecretaris van Defensie, en tegenwoordig werkzaam voor een groot lobbykantoor. Hij is pr-adviseur van Bernhard, heeft hem geholpen met de lobby voor de Formule 1 in Zandvoort. De poster is „intimiderend voor het gezin en leidt tot bedreiging”, schrijft hij aan Veerman. De Vries zou graag „het gesprek aangaan” over het affiche. Een paar dagen later: „Loopt de spuigaten uit en leidt tot concrete bedreigingen inmiddels.”
Veerman antwoordt wat hij ook Centercom heeft geantwoord: hij print en plakt de posters niet zelf en heeft geen invloed op de wildplakkers.
Jack de Vries, twee dagen later: „De advocaat geeft aan dat jij als kunstenaar het auteursrecht hebt en dus wel degelijk mogelijkheden hebt om in te grijpen.”
Als De Vries hem een paar dagen later om 23.08 uur een appje stuurt, antwoordt Veerman dat hij geen behoefte heeft aan sms’jes laat op de avond: „Hier ben ik niet van gediend.” „Als dit al hinderlijk is”, antwoordt De Vries, „wat voor impact heeft het dan wel niet wanneer je gezicht door de hele stad hangt en mensen je uitschelden en bespugen?”
De Vries zegt dat hij Veerman benaderde omdat diens posters „publicitair vervelend en negatief” zijn voor Bernhard. „En bovenal doen ze geen recht aan de feiten.” De panden die Bernhard bezit via het bedrijf Pinnacle, zegt De Vries, zijn veelal kantoorgebouwen die worden omgezet in appartementen. „Hij draagt dus oplossingen aan voor de krapte op de Amsterdamse woningmarkt, in plaats van dat hij er de oorzaak van is.”
Rond die tijd meldt zich ook iemand anders op het Instagram-account van Veerman: de jongste zoon (11) van Bernhard jr. Op 10 mei schrijft hij onder een post: „Het is wel een sprookje sukkel.” Veerman: „Later op de avond belde hij me op. Hij zei dat ik leugens verspreidde en vroeg hoe ik me zou voelen als ze mijn hoofd op een poster zetten?”
Zijn oudere broer mengt zich ook in de discussie – een stuk genuanceerder. De reden dat zijn vader „met een paar vrienden” appartementen bezit in Amsterdam, „is dat hij geen pension (sic) heeft omdat hij eigen baas is”, zo schrijft hij op Instagram.
Invloed kunstenaar
Daarna wordt het stil, ook Jack de Vries laat niet meer van zich horen. Veerman gaat ervan uit dat ze hem verder met rust laten. De meeste posters zijn inmiddels overgeplakt of beginnen te verbleken. Ondanks de onprettige communicatie kijkt hij met tevredenheid terug op de episode. „Dat Bernhard zijn pr-adviseur op me af stuurt, kan maar één ding betekenen: hedoes care. Er is daar aan de keukentafel gepraat over mijn poster. Je kunt dus invloed hebben als kunstenaar.”
En is het wel eerlijk, het frame dat Veerman op Bernhard heeft geplakt? De vastgoedinvesteringen zijn met eigen kapitaal gedaan en je mag in dit land nu eenmaal zoveel panden kopen als je wil – ook als je een prins bent. „Als Bernhard inmiddels een slechte reputatie heeft, heeft hij dat aan zichzelf te danken”, zegt Veerman. „Voor de koninklijke familie gelden nu eenmaal andere normen. Ze hebben privileges, dus worden strenger tegen het licht gehouden. Waar staat het Koningshuis anders nog voor?”