Liegen tegen jezelf kan niet. Mensen die liegen doen dat bewust. De ene keer met de beste bedoelingen, om anderen leed te besparen. De volgende keer liegen we om bruggen te slaan tussen onomstotelijke waarheden, om het verhaal ‘logisch’ te laten klinken, maar zonder dat we absoluut zeker zijn van wat we erbij verzinnen. En dan zijn er uiteraard de vele varianten van welbewust liegen ten bate van een ‘agenda’.
Het aloude gezegde, ‘Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel’, gaat eerder steeds minder op in een wereld waarin ‘toegang’ tot massacommunicatie niet langer is voorbehouden aan ethische journalisten die ‘waarheidsvinding’ als hun hoogste prioriteit beschouwen. Hier op dit blog probeer ik wanhopig om niet te liegen, maar net als iedereen die het nieuws analyseert sla ik bruggen tussen onomstotelijke waarheden, waarbij het voor mij simpelweg onmogelijk is om te weten of de geschetste toedracht, of toegedichte motivatie absoluut waar is.
Bijkomend probleem is uiteraard dat de vele generalisaties in een analyse alle individuele betrokkenen te kort doet. Waar ik hier met enige regelmaat schrijf over wat de ‘Warparty’ in de Verenigde Staten wil, presenteer ik die ‘Warparty’ als een gedisciplineerde eenheid met een gestroomlijnde ‘agenda’. Als een eenheid. Alle neuzen dezelfde kant op. En dat is onwaar. Dat hoef ik mijn lezers niet toe te lichten, want dat begrijpt u ook wel. Maar het kan leiden tot misverstanden.
In DIT artikel staat de auteur stil bij wat hij ziet als verdwazing, samenhangend met een overdreven aandacht, en opgeklopte angst voor het ‘Covid’-virus. Zijn stelling is dat zijn lezers eerder iemand gekend hebben die is omgekomen bij een misdrijf, dan als gevolg van een ‘Covid’-besmetting, tenzij ze in een bejaardenhuis wonen. Nou kan dat voor de Verenigde Staten nog een geloofwaardig verhaal zijn, maar voor Europeanen gaat die vlieger niet op. Maar wat dan nog? Maatregelen die helpen om de verspreiding van een dodelijk virus tegen te gaan helpen niet om het aantal moorden terug te brengen. Het is ‘appels-met-peren-vergelijken’, en de angst onder de bevolking is ook anders gestructureerd. Daarbij kan iemand boos zijn over lethargie onder bestuurders aangaande ‘Covid’, én geen vrede hebben met het hoge aantal moorden. Het is, anders dan de auteur suggereert, niet onredelijk (onlogisch) om geen vrede te hebben met een sterfte die voorkomen had kunnen worden.
De gierende onrust voedt weliswaar de neiging tot overdrijving, en een zekere gretigheid om nieuws dat feitelijk onjuist is, of een overdrijving ten bate van een ‘agenda’, voor absoluut waar te houden. Maar angst tegenover de rede plaatsen is een broos concept, ook al omdat de taal die we gebruiken niet exact is. Hoezo is Trump een ‘dictator’? Of, hoezo is Trump géén ‘dictator’? Het is maar wat je verstaat onder een ‘dictator’. Om liegen te onderscheppen hebben we meer aan een andere mentaliteit en communicatieve praktijk die gestoeld is op integriteit. De wil om elkaar te informeren, inplaats van anderen te willen winnen voor ons standpunt. De wedergeboorte van respect.
De opzettelijke leugen was er altijd al. Maar het is kwaadaardig dat we, door een ‘herwaardering’ van ‘reclame’, ‘Public Relations’, en ‘propaganda’, respect hebben gekregen voor moedwillige, ‘professionele’ misleiding. Wat daarbij ook zeker een belangrijke rol speelt, is dat wat we voor ‘waar’ houden nu eerder iets is dat ons een ‘goed gevoel’ geeft. Je kunt een vlammend betoog opbouwen, afgeladen met verifieerbare feiten, en iemand kan de microfoon pakken, of achter het toetsenbord kruipen, en zonder feiten of argumenten op luide toon claimen dat het ‘onwaar’ is. Wat diegene bedoelt te zeggen, is dat hij of zij er geen ‘goed gevoel’ bij heeft.
De ‘Post-Truth’ samenleving heeft vleugels gekregen, en we staan aan de vooravond van nog veel spectaculairder veranderingen middels ‘deepfake’-technologie. De tragiek is, dat daardoor de neiging om feiten en argumenten buiten beschouwing te laten, en louter te vertrouwen op wat ons een ‘goed gevoel’ geeft, alleen nog maar zal toenemen. Rondom tal van extreem belangrijke kwesties in de wereld hangt al een waas van ‘religie’, waarbij accuratesse in het beschrijven van gebeurtenissen, en het aandragen van feiten, geen enkele rol meer spelen. Wie meldt dat er geen bewijs is voor een ‘gifgasaanval’ in Syrië, is een ‘complot-denker’. En dat stigma wordt meer en meer gebruikt om, zonder acht te slaan op bewijzen die er liggen, of redelijke twijfels omdat een geschetste toedracht simpelweg onmogelijk is, de jacht op wat waar is te ontmoedigen, en vasthoudende ethische journalisten in het beklaagdenbankje te plaatsen.
Als de reflex is om je aan elk stuk drijfhout dat voorbij komt vast te klampen, in de veronderstelling dat het een onderdeel is van een ‘Groot Complot’, beland je van de regen in de drup. Maar waar we getuige zijn van de creatie van een ‘Matrix-wereld’ die amper nog raakvlakken heeft met de realiteit, als de ‘organische’ uitkomst van ons onvermogen om dicht bij wat waar is te blijven, zie ik niet hoe we onszelf daarmee een dienst bewijzen.