Dit kan zo niet doorgaan. Het grote en ongekende project van de Europese eenwording wordt getroffen door degenen die het vooruit willen helpen – of dat in ieder geval beweren te zijn. Van Clemens Schneider.
Schuld, sociale unie en een belachelijk verkeerde beslissing
Het nuchtere gezeur van onze Britse partners en vrienden ontbreekt. Het is pijnlijk afwezig. De Frans-Duitse hegemonie wordt nu alleen bestreden door een paar gelaten Noord-Europese centrale staten en door Poolse en Hongaarse politici met een hoogst twijfelachtige houding. Ter wille van de vrede wordt een pooling van schulden doorgevoerd, die misschien niet alleen beperkt blijft tot het pandemietijdperk, maar ook permanent kan worden. Dat is tenminste wat de Duitse vice-kanselier en de partij, die waarschijnlijk in elke constellatie bij de volgende regering betrokken zal zijn, hopen. Op de sociale top in Porto in mei zal waarschijnlijk met de Corona-vlag worden gezwaaid totdat er beslissende stappen zijn gezet in de richting van een sociale unie. Dit zal ofwel een probleem worden voor het concurrentievermogen van Midden- en Oost-Europese werknemers en bedrijven of de goedkeuring van deze landen zal worden gekocht ten koste van meer intra-Europese herverdeling. Hoe dan ook, het zal een enorme klap zijn voor de economische dynamiek van de Unie.
En dan Corona. Hoewel het al bijna honderd jaar duidelijk is dat er maar één humane en grondrechtenvriendelijke manier is om pandemieën onder controle te krijgen, leek vaccinatie niet bijzonder hoog op de prioriteitenlijst in de EU te staan. Noch de Commissie, noch de Kroatische, laat staan het Duitse voorzitterschap van de Raad, stortten zich met hartstocht op het onderwerp, zoals de regeringen van de VS, Groot-Brittannië, Chili en Israël. Juist over deze vraag werd onderhandeld alsof het over typemachinepapier en gummen ging. Een catastrofe overigens ook met het oog op armere landen: hoe meer vaccins je koopt en naar behoren betaalt, hoe groter de prikkels voor bedrijven om onderzoek en productie nog sneller uit te breiden. Een race met onze partners van Santiago naar Londen, van Jeruzalem tot Washington zou sneller meer vaccins beschikbaar hebben gemaakt voor de wereld. Maar in plaats van deze ongekende, catastrofale verkeerde beslissing toe te geven, worden er afleidingsmanoeuvres uitgevoerd: in fundamentele strijd met de basisbeginselen van de EU worden exportverboden overwogen. En in februari werden details van onderhandelingen met vaccinleveranciers gelekt in een beangstigende actie om de schuld voor het vaccindebacle bij de bedrijven te leggen.
Democratie werkt alleen met een algemeen publiek
Uiterlijk op dit punt zou in de meeste Europese landen het einde van de pret zijn geweest voor een regering. Deze tactiek van het verschuiven van verantwoordelijkheid komt uit de lades van populistische politici en hoort niet thuis in de EU. Maar u laat de Commissie gewoon wegkomen met zoiets. Net als bij een vergrootglas ziet men een fundamenteel probleem van de Europese Unie. De Commissie speelt de regering – en wordt ook gesteund door een aantal landen. Het mist echter enkele zeer essentiële elementen die nodig zijn als u een regering wilt vormen die voldoet aan liberale democratische normen. Daar hoort allereerst een parlement bij. Dit heeft in de democratische traditie twee kerntaken: wetgeving en controle van de overheid. De eerste taak moet sowieso worden gedeeld met de Commissie en de Raad, en met de laatste schiet het ver achter bij wat men zou wensen. De dominante meerderheid van de ongeveer 500 EP-leden, die niet-radicaal en EU-vriendelijk zijn, zijn onder meer partijen van Forza Italia tot de Deense Socialistisk Folkeparti. Kamerleden uit 27 zeer diverse landen ontmoeten elkaar, oud-regeringsleiders en de klassieke nevenpolitici uit de grote lidstaten. Geen wonder dat je met een structuur die op zoveel niveaus heterogeen is, terloops niet eens merkt of de Kamerleden hun taak uitoefenen om de regering te controleren. Het vaccinatiedebacle had eigenlijk moeten leiden tot een storm van verontwaardiging in het parlement, mogelijk ook leidend tot een of meer aftreden. Het had een geweldig moment kunnen zijn – zij het een duister – voor het Europese parlementarisme, waarin de dames en heren, als vertegenwoordigers van het volk, zich in de bres hadden kunnen werpen. In plaats daarvan: dreunende stilte.
EU-enthousiastelingen zouden zeker vele voorbeelden kunnen noemen van EU-parlementsleden die de afgelopen 12 maanden hun stem hebben laten horen. En ze willen er dan ook aan toevoegen dat we opnieuw kunnen zien hoe belangrijk het is om het Parlement te versterken. Maar buiten deze kleine luchtbel wordt dit allemaal niet opgemerkt. En daar is een duidelijke reden voor: er is geen Europees publiek. Er is geen Anne Will waar mensen naar kijken in Valencia, Vaasa en Varna; Er is geen Europees nieuwsportaal waarvan de pushmeldingen op de mobiele telefoon zijn geïnstalleerd. Een Europese discoursruimte bestaat niet – en zal in de nabije toekomst ook niet bestaan. Het kan niet worden gecreëerd door nog meer institutionele centralisatie, noch kan het worden opgeroepen door de oprichting van een openbare omroep op EU-niveau. De taalbarrières zijn te groot. De culturele verschillen zijn veel, veel, veel te groot. De manier waarop debatten en discoursen worden gevoerd in Letland, Ierland, Cyprus, Duitsland en Roemenië kan niet meer worden geharmoniseerd dan de verwachtingen die mensen in deze landen van de politiek hebben.
Een steeds betere unie
Hoe meer bevoegdheden aan de EU worden toegekend, des te meer uitvoerende maatregelen zullen de controle ontwijken. Niemand wordt verantwoordelijk gehouden voor flagrante beleidsfouten. Als landen als Denemarken, Griekenland of Slowakije ontevreden zijn over besluiten, zijn er maar twee manieren om ermee om te gaan: ofwel geef je toe en wekt zo wrok tegen de Unie op. Of je rommelt en blokkeert zo luid en totdat er iets wordt voorkomen of een goedkope ruil wordt aangeboden. Hoe meer macht er wordt toegekend aan de uitvoerende organen van de EU, des te meer schudden we de hoekstenen van de democratische traditie: de principes van democratische controle, de scheiding der machten en subsidiariteit. Zolang er geen controlerend publiek is
Wie weet? Misschien is er over tweehonderd jaar een Europees publiek; een parlement dat een regeringsleider omver werpt; Feestjes die een programma aanbieden waar mensen in Brindisi net zoveel van houden als in Brugge? Tegenwoordig is dit natuurlijk slechts een droom voor EU-enthousiastelingen. Het is legitiem en misschien zelfs juist om deze droom te dromen. Maar als je daar wilt komen, kan dat alleen met bescheidenheid en kleine stapjes. Als je de droom op de tekentafel plant en deze met macht wilt afdwingen, zul je heel snel zien hoe nesten van bittere eurosceptici over het hele continent opduiken. En dan staat al het geweldige en goede dat we de afgelopen zeventig jaar hebben bereikt in gevaar.
Zo kan het niet doorgaan. De EU heeft een lange pauze nodig. Ze heeft de gelegenheid nodig om zichzelf weer aan te passen. Ze heeft de kans nodig om in het reine te komen met de fouten die de afgelopen jaren zijn gemaakt: waarom ze zijn gemaakt en hoe ze in de toekomst kunnen worden vermeden. En we moeten afstand nemen van de onzinnige bewering van “steeds nauwere unie”. Wat we nodig hebben is een “steeds betere unie”.