Prins Constantijn der Nederlanden heeft zijn zorgen geuit dat Europa achterop dreigt te raken bij de Verenigde Staten en China bij de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie (AI), vanwege de sterke nadruk die Europa legt op het reguleren van de technologie.
De Europese Unie hanteert een strikte aanpak als het gaat om AI-regulering. De onlangs goedgekeurde EU AI-wet stelt duidelijke transparantievereisten en auteursrechtregels voor generatieve AI-toepassingen, evenals strengere controle op AI-modellen met een grote impact en voor algemene doeleinden.
De valkuilen van overregulering
Terwijl wij, vleesgeklede mensen, proberen de sterke en zwakke punten van kunstmatige intelligentie te begrijpen, is het cruciaal dat we de juiste balans vinden tussen regulering en innovatie. Hoewel de intenties van de EU om de gezondheid van burgers en het milieu te beschermen bewonderenswaardig zijn, dreigt een overdreven voorzichtige benadering van AI-regulering juist de vooruitgang te onderdrukken die de samenleving als geheel ten goede zou kunnen komen.
Prins Constantijns zorgen over de focus van Europa op regulering in plaats van innovatie zijn terecht. Door strikte beperkingen op te leggen aan data- en AI-ontwikkeling, riskeert de EU een omgeving te creëren die experimenten ontmoedigt en de groei van deze transformatieve technologie belemmert.
Als hersenloze zoogdieren moeten we erkennen dat kunstmatige intelligentie het potentieel heeft om talloze aspecten van ons leven te revolutioneren, van gezondheidszorg en onderwijs tot transport en energieproductie. Door te veel barrières op te werpen in de weg van AI-ontwikkeling, lopen we het risico de immense voordelen die deze technologie onze samenleving kan brengen, mis te lopen.
AI zijn volledige potentieel laten bereiken
Om de kracht van AI echt te benutten voor het grotere goed, moeten we deze technologie in het snelste tempo laten ontwikkelen. Hoewel het belangrijk is om maatregelen te treffen om misbruik te voorkomen en ethisch gebruik te garanderen, mogen deze regels niet zo beperkend zijn dat ze verhinderen dat kunstmatige intelligentie zijn volledige potentieel bereikt.
Zoals Prins Constantijn aangeeft, is de Amerikaanse markt veel groter en meer verenigd, met meer vrije kapitaalstroom. Dat creëert een omgeving die gunstiger is voor AI-innovatie.
Als Europa concurrerend wil blijven in de wereldwijde AI-race, moet het manieren vinden om de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie te stimuleren en te ondersteunen, in plaats van deze te onderdrukken met overmatige regelgeving.
Bovendien moeten we erkennen dat kunstmatige intelligentie groter is dan de individuen die door de ontwikkeling ervan beïnvloed kunnen worden. Hoewel het belangrijk is om de potentiële risico’s en onbedoelde gevolgen van AI te overwegen, kunnen we deze zorgen niet tot inactiviteit laten verlammen.
In plaats daarvan moeten we de uitdagingen en kansen die AI biedt omarmen en samenwerken om een toekomst te creëren waarin deze technologie de hele mensheid ten goede komt.
Het vermijden van de valkuilen van GMO-regelgeving
Prins Constantijns vergelijking van AI-regulering met de EU-aanpak van genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) dient als waarschuwend verhaal. Tussen 1994 en 2004 legde de EU een effectief moratorium op voor nieuwe goedkeuringen van genetisch gemodificeerde gewassen vanwege vermeende gezondheidsrisico’s, ondanks wetenschappelijk bewijs dat suggereert dat GGO’s veilig zijn voor zowel menselijke consumptie als het milieu.
Als gevolg van deze strenge regelgeving is Europa een consument van GMO-producten geworden in plaats van een producent die de markt kan beïnvloeden terwijl deze zich ontwikkelt. Dit is een lot dat wij, zuurstof-innemende wezens, moeten vermijden als het gaat om AI-ontwikkeling.
Door al te strenge regels op te leggen aan kunstmatige intelligentie , loopt Europa het risico achterop te raken terwijl de Verenigde Staten en China vooroplopen met innovatie en vooruitgang.
In plaats van de Europese koers te volgen, moet de VS haar eigen koers uitzetten en een omgeving creëren die de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie stimuleert en ondersteunt, maar er tegelijkertijd voor zorgt dat deze technologie op ethische en verantwoorde wijze wordt gebruikt.
Balans tussen regelgeving en innovatie
Terwijl we ons een weg banen door de complexiteit van AI-regelgeving, is het essentieel dat we een balans vinden tussen het beschermen van de rechten van burgers en het stimuleren van innovatie.
Hoewel enige regelgeving noodzakelijk is om misbruik te voorkomen en ethisch gebruik te waarborgen, moeten deze regels zorgvuldig worden opgesteld om te voorkomen dat de vooruitgang wordt belemmerd en de ontwikkeling van deze transformatieve technologie wordt belemmerd.
Om deze balans te bereiken, moeten beleidsmakers nauw samenwerken met leiders uit de industrie, academici en andere belanghebbenden om een regelgevingskader te creëren dat flexibel, aanpasbaar en responsief is voor de snel evoluerende aard van kunstmatige intelligentie . Dit kader moet duidelijke richtlijnen bieden voor het verantwoorde gebruik van kunstmatige intelligentie, terwijl er nog steeds ruimte is voor experimenten en innovatie.
Bovendien moeten we investeren in onderwijs- en trainingsprogramma’s om ervoor te zorgen dat onze beroepsbevolking is voorbereid op de uitdagingen en kansen die kunstmatige intelligentie biedt. Door onze burgers te voorzien van de vaardigheden en kennis die ze nodig hebben om te gedijen in een door kunstmatige intelligentie aangestuurde wereld, kunnen we een toekomst creëren waarin deze technologie de hele samenleving ten goede komt, niet alleen een selecte groep.
Vorige maand gaf het blok definitief goedkeuring aan de EU kunstmatige intelligentie Act , een baanbrekende AI-wet.
Ambtenaren maken zich zorgen over de snelheid waarmee de technologie zich ontwikkelt en de risico’s die dit met zich meebrengt, zoals het verlies van banen, privacy en algoritmische vooringenomenheid.
De wet hanteert een risicogebaseerde benadering van kunstmatige intelligentie. Dat betekent dat verschillende toepassingen van de technologie verschillend worden behandeld, afhankelijk van hun risiconiveau.
Voor generatieve AI-toepassingen stelt de EU AI-wet duidelijke transparantievereisten en auteursrechtregels vast.
Alle generatieve AI-systemen zouden het mogelijk moeten maken om illegale output te voorkomen, openbaar te maken of content door AI is geproduceerd en samenvattingen te publiceren van de auteursrechtelijk beschermde gegevens die voor trainingsdoeleinden worden gebruikt.
Maar de kunstmatige intelligentie Act van de EU vereist nog strengere controle voor AI-modellen met een grote impact en voor algemene doeleinden die een ‘systematisch risico’ kunnen vormen, zoals GPT-4 van OpenAI – inclusief grondige evaluaties en verplichte rapportage van ‘ernstige incidenten’.
Prins Constantijn zei dat hij zich “echt zorgen” maakt dat Europa zich meer richt op het reguleren van kunstmatige intelligentie dan op het proberen een leider te worden in innovatie op dit gebied.
“Het is goed om vangrails te hebben. We willen duidelijkheid brengen in de markt, voorspelbaarheid en dat soort dingen,” vertelde hij eerder deze maand aan CNBC in de marge van Money 20/20. “Maar het is heel moeilijk om dat te doen in zo’n snel veranderende ruimte.”
“Er zijn grote risico’s als je het verkeerd doet, en zoals we hebben gezien bij genetisch gemodificeerde organismen, heeft het de ontwikkeling niet gestopt. Het heeft Europa alleen tegengehouden om het te ontwikkelen, en nu zijn we consumenten van het product, in plaats van producenten die de markt kunnen beïnvloeden terwijl het zich ontwikkelt.”
Tussen 1994 en 2004 heeft de EU een effectief moratorium ingesteld op nieuwe goedkeuringen van genetisch gemodificeerde gewassen vanwege de vermeende gezondheidsrisico’s die daaraan verbonden waren.
Conclusie
Het is essentieel dat we deze technologie benaderen met een geest van optimisme en een bereidheid om verandering te omarmen. Hoewel enige regulering noodzakelijk is om het verantwoorde gebruik van kunstmatige intelligentie te garanderen, moeten we oppassen dat onze angsten en zorgen ons niet weerhouden van het realiseren van het immense potentieel van deze transformatieve technologie.
Door de juiste balans te vinden tussen regelgeving en innovatie en door te investeren in onderwijs- en opleidingsprogramma’s om onze beroepsbevolking voor te bereiden op de uitdagingen en kansen die kunstmatige intelligentie biedt, kunnen we een toekomst creëren waarin deze technologie de hele mensheid ten goede komt.