Het is niet zo moeilijk. Al een tijd geleden hebben we gezien dat een samenleving beter functioneert als we een beetje rekening met elkaar houden. Dat betekent, onder andere, dat je elkaar niet noemt wat iemand niet genoemd wil worden. Tegen een homoseksuele man zeg je bijvoorbeeld geen flikker of mietje. Waarom niet? Nou, simpel, omdat ze aangeven dat niet prettig te vinden. Dan is de enige juiste reactie. Neem me niet kwalijk, ik zal het niet meer doen. En dan zijn twee partijen tevreden. Het voorbeeld is ietwat kort door de bocht, maar raakt het fundament waarop een maatschappij een stevige bodem vindt.
Een stapje verder, maar deel van hetzelfde fundament, is dat we accepteren van elkaar dat we allemaal anders zijn en soms heel anders over belangrijke zaken denken. Dat geeft niet. Integendeel. Dat is wat het leven – meestal – interessant maakt. Er zit wel een ‘maar’ aan de wetenschap dat iedereen anders is en zijn leven mag invullen zo hij/zij/het wilt. En dat is namelijk dat als je leeft hoe je wilt je daarbij geen schade berokkent aan de ander. Misschien een open deur maar wel een onmisbaar detail. Doe je dat niet dan is je fundament verrot en dondert het huis dat erop is gebouwd in elkaar. Tweespalt of gespleten samenleving. Noem het wat je wilt, maar instortingsgevaar is het onvermijdelijke gevolg.
Uiteraard is er een aanleiding voor dit stukje. En dat zijn mensen als meneer Baudet. Al geruime tijd erger ik met groen en geel aan die meneer en, misschien nog wel meer aan zijn blinde volgers die er uiteindelijk voor zorgen dat meneer Baudet mag blijven roepen wat hij wil. Nu mag iedereen dat wat mij betreft, maar bij meneer Baudet ligt dat toch wat anders. Hij heeft nieuwswaarde, dus zijn uitlatingen bereiken velen. Daar komt bij dat hij ook nog parlementariër is. Volksvertegenwoordiger.
We mogen meneer Baudet geen antisemiet noemen van meneer Baudet. Want dat is hij niet, zegt hij. Net zo min als zijn medeparlementariërs. Ik noem even Gideon van Meijeren en Freek Jansen. Allebei in de tweede kamer voor Forum voor Democratie. Alle drie ontkennen zij bij hoog en bij laag antisemiet te zijn. De bewijslast, door hunzelf aangedragen, zingt rond op het internet. In de sociale media. Scroll maar eens door de tijdlijnen van deze heren op bijvoorbeeld Twitter. Je weet niet wat je leest. Maar het zijn geen antisemieten. Blijven ze te pas en onpas roepen.
Zo ongeveer elke maatregel die de overheid neemt om de covid-19 pandemie onder controle te krijgen, wordt door deze heren vergeleken met Jodensterren, holocaust, gaskamers enzovoorts. Dat toont in hun ogen hun betrokkenheid met de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog aan. Hiermee kom ik terug bij mijn eerste punt. Alle, maar dan ook echt alle, Joodse belangenorganisaties of vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap alsmede organisaties die de herdenking van de slachtoffers van die vreselijke oorlog op een waardige manier in stand willen houden, hebben hun afschuw uitgesproken over de vergelijkingen die gemeengoed zijn binnen het FvD.
Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid durf ik hier te stellen dat meneer Baudet, noch zijn volgers ooit hebben gevraagd aan welke Jood dan ook, of zij het goed vinden dat zij hun symbolen gebruiken om ze te vergelijken met de huidige toestand in het land ten gevolge van een pandemie.
Dan kun je niet anders dan concluderen dat er bewust betonrot in het fundament wordt gestopt om het huis te laten instorten. Allemaal om Forumland te doen rijzen, met meneer Baudet als Grote Leider. Als dat gebeurt heeft niemand meer iets te kiezen. De tweespalt die wordt gezaaid kan worden gestopt. Het begint bij het besef dat een betere wereld niet begint bij jezelf.
Die begint bij de ander. Door er rekening mee te houden.