Het tumult in de Tweede Kamer vertoont een treffende gelijkenis met de filmklassieker ‘Mr. Smith Goes to Washington’, stelt Peter de Bruijn vast. Hoewel de werkelijkheid natuurlijk gecompliceerder is dan de film.
Mark Rutte is de afgelopen week niet zozeer in een heel slechte film terecht gekomen, maar juist in een heel goede. Het tumult in de Tweede Kamer vertoont een treffende gelijkenis met de klassieker Mr. Smith Goes to Washington (1939) van Frank Capra. In de film wordt een doodgewone Amerikaan, Jefferson Smith, door een stel cynische ‘machine-politici’ uitgekozen om hun belangen als senator te behartigen. Maar dat gaat zomaar niet. Jefferson Smith (James Stewart) gelooft oprecht in de democratische idealen van zijn land en hij weet de hele corrupte kliek te verslaan.
Dat scenario lijkt zich de afgelopen week in Den Haag opnieuw te voltrekken – met Rutte in de weinig benijdenswaardige rol van machine-politicus en Pieter Omtzigt in de heldenrol van Mr. Smith. Het probleem daarbij is natuurlijk dat de werkelijkheid geen film is van Frank Capra. Harry Truman was een puur product van de Amerikaanse achterkamertjespolitiek. Hij was ook een van de beste Amerikaanse presidenten. Zo gecompliceerd zit de wereld nu eenmaal in elkaar.
Het bizarre is dat Rutte bij de verkenners niets meer deed dan wellicht al te voortvarend twee problemen benoemen voor een coalitie met het CDA, die elke geïnteresseerde krantenlezer ook kon zien. Met zijn woeste opstelling als minister van Financiën bracht Wopke Hoekstra grote schade toe aan de reputatie van Nederland in Europa. Zijn onderhandelingsstijl is duidelijk voor verbetering vatbaar. Belangrijker is de rol van Pieter Omtzigt.
Omtzigt is niet alleen een hardnekkige graver naar maatschappelijk onrecht, zoals in de toeslagenaffaire is gebleken. Hij is ook een politicus die het hele politieke bestel (‘de Haagse kliek’) op de korrel neemt met een felheid die zich nauwelijks onderscheidt van het radicale populisme. Omtzigt trekt zich daarbij weinig aan van de belangen van zijn eigen partij: hij opereert vaak als een afsplitsing, die zich alleen formeel nog even moet voltrekken.
Ondertussen is hij ook gewoon een politicus, die zijn ambacht heel behoorlijk beheerst. Dat maakt hem voor Rutte tot zo’n geduchte tegenstander. Het falen van de overheid in de toeslagenaffaire was zeer breed; inclusief Kamerlid Omtzigt die vooraan stond bij het oplieren van de Bulgarenfraude. Omtzigt is er niettemin knap in geslaagd om de toeslagenaffaire volledig te personaliseren: alle ballen op Rutte.
Omtzigt is zich scherp bewust van het belang van goede contacten met journalisten, ‘framing’ en beeldvorming. Het is dus niet zo vreemd of laakbaar dat Rutte niet rustig wilde afwachten totdat Omtzigt zijn scalp in handen had. De opponent van Rutte is echt geen Mr. Smith.
De voornaamste verdienste van Rutte is dat hij het populisme in Nederland de afgelopen jaren beheersbaar hield. Dat Nederland niet transformeerde tot Trumps Amerika of het Verenigd Koninkrijk van Boris Johnson is vooral te danken aan hem. Dat ging niet altijd fraai: zonder concessies aan de populistische tijdgeest was dat niet mogelijk. Maar het is wrang als Rutte nu alsnog over het populisme struikelt.
Ik kan maar niet begrijpen dat mensen deze leugenaar voor iets goeds houden ,zeer zeker niet voor de gewone arbeider ,heeft voor ons alleen maar narigheid op geleverd ,en heeft een plaat voor zijn harses dikker als een scheepswand, hij wordt overeind gehouden door verkiezing bedonderij en Bildenberg, weg deze verschrikkelijke man