In verschillende landen van Europa gaan de laatste tijd stemmen op om de Antifa te verbieden. Dit in navolging van Amerika waar de groep tot een terroristische vereniging is verklaard. De roep om een verbod volgt op een aantal aanslagen en andere gewelddadige incidenten waar Antifa groepen zelf de verantwoordelijkheid voor hebben opgeëist. De meeste van deze incidenten waren in Duitsland en Engeland, maar ook in Scandinavië zijn er dingen gebeurd die met echt eerlijk antifascisme niets meer te maken hebben. Omdat het om autonome groepen gaat, die lang niet altijd contact hebben, is het goed om eens te kijken hoe het nu eigenlijk zit met de Antifa. Want hoewel er veel eerlijke strijders in rond lopen, lijkt de Antifa ook over vreemde geldschieters te beschikken. Laten we dus maar eens kijken of het beeld helder te krijgen is. Misschien dat de discussie dan wat makkelijker wordt.
Deel I
Wat is de Antifa precies?
Er bestaat geen twijfel aan dat binnen links de hele Antifa kwestie een lastig onderwerp is waar men maar liever niet over praat. Zeker niet als het gaat om de raakvlakken tussen de Antifa en geweld. Toch is het belangrijk om over deze zaak wel degelijk vragen te stellen. Voordat we hier in duiken, en om misverstanden te voorkomen, kijken we eerst even kort naar de structuren van de Antifa, en waar ze zich mee bezighouden. Het begrip Antifa (Antifascisten) is een verzamelnaam waar heel veel verschillende groepen mee worden aangeduid. Op dit moment is de Antifa in Amerika opgenomen in de lijst van terroristische organisaties, en ook in Europa zijn er dus stemmen die een zelfde benadering eisen. Of dit terecht is of niet hangt eigenlijk af van naar welke deel van de Antifa je kijkt. Ten eerste moeten we vaststellen dat het in het algemeen om allemaal van elkaar onafhankelijke groepen gaat, die soms contact hebben en soms ook niet. Ze zitten wel vaak in dezelfde netwerken, maar ook dat betekend niet dat er direct contact is. Je kunt dus niet iedereen over een kam scheren.
Categorieën
Laten we eerst even kijken naar de verschillende categorieën die we binnen de Antifa tegen komen. Het gaat om een indeling die we zelf hebben gemaakt, maar die gelijktijdig wel overeenkomt met de werkelijkheid, hoewel je ook andere benamingen zou kunnen bedenken:(1) We beginnen met de traditionele of oprechte Antifa. Dit zijn meestal serieuze antifascisten met een duidelijke ideologische achtergrond. In veel gevallen gaat het om leden van socialistische of communistische partijen aangevuld met vakbondsleden. Zij maken zich zorgen over extreem rechtse tendensen, nemen deel aan demonstraties, proberen het probleem ideologisch te verklaren, en houden zich meestal afzijdig van geweld. Ook proberen zij de tradities van het voormalig verzet uit de Tweede Wereld Oorlog hoog te houden, en nemen initiatieven op het gebied van herdenkingen en geschiedkundige projecten. Deze Antifa activisten zouden we kunnen beschrijven als de legitieme vleugel van de Antifa. (2) Vervolgens komen we bij de zogenaamde bureaucratische Antifa. Deze groepen proberen extreem rechts in kaart te brengen, maken foto’s op demonstraties, lezen alles wat extreem rechts schrijft en proberen subsidies te vergaren. We zullen nog zien dat ze hierbij niet kieskeurig zijn. Meestal is ook deze vleugel niet betrokken bij geweld, maar ze gebruiken wel de vergaarde fondsen om de zogenaamde autonome Antifa indirect te financieren. Verder produceren ze drukwerk en posteren waarbij opvalt dat er aan geld blijkbaar geen gebrek is. (3) Tot slot zien we de zogenaamde autonome Antifa. Het gaat hierbij vooral om jongeren die voortkomen uit de kraakbeweging, anarchistische groepen, het zogenaamde zwarte blok en een mix van loslopende activisten die door sommige als reltoeristen worden beschreven. Deze vleugel is vaak gewelddadig en maakt hiervoor regelmatig gebruik van de demonstraties die door anderen worden aangemeld. Ze zijn meestal vermomd en bewapend met knuppels, boksbeugels en andere slagwapens. Het zijn meestal ook de leden van deze vleugel die panden besmeuren, auto’s in brand steken, en ook personen aanvallen waarvan ze denken of menen te weten dat ze extreem rechts zijn. Overigens zien ze ook populisten en leden van burgerbewegingen als doelwit. Zelf zien ze zich als een soort Antifa elite, waarbij de rest maar povertjes afsteekt. Daar kijkt men dan ook in het algemeen op neer.
Tactieken
De tactieken die de autonome groepen gebruiken komen dicht bij het terrorisme, en in Duitsland worden ze vaak als de rode fascisten of de rode SA beschreven. Op zich zijn dit verkeerde beschrijvingen, omdat deze meest anarchistisch ingestelde groepen van “rode” ideologieën en eigenlijk de hele arbeidersklasse niets moeten hebben. Zij beschrijven de arbeidersklasse meestal als “domme arbeiders” of “klootjesvolk”. De autonome Antifa heeft vaak wel banden met de bureaucratische vleugel, maar veel minder met de traditionele Antifa. Die vinden ze te tam, en dus oninteressant. Overigens komen al deze groepen soms wel op dezelfde demonstraties, en wordt er niet openlijk afstand van elkaar genomen. Dit ondanks het feit dat de benadering en de handelswijze heel verschillend kunnen zijn. Op zich schuilt hierin wel een gevaar, omdat het mogelijk is dat alle vleugels zullen worden meegesleept als de autonome Antifa als terroristisch zou worden verklaard. Het blijft immers een wat schimmig beeld, waardoor niet echt duidelijk word wie bij wat betrokken is. Om een voorbeeld te noemen; de autonome Antifa was erg actief rond de G20 bijeenkomst in Hamburg in 2017. Er werd heel veel schade aangericht, en wat was bedoeld als een protest tegen het wereldkapitalisme, keerde zich ook tegen de eigendommen van gewone mensen. In deze protesten liepen Antifa leden, krakers, leden van het zwarte blok en internationale activisten door elkaar. Door het vele geweld was de woede van de bevolking groot. Zelfs nu nog wordt er naar figuren gezocht die bij dit geweld aanwezig waren, en er zijn nog steeds rechtszaken. Met antifascisme had dit natuurlijk niets meer te maken. Maar de gebeurtenissen werden wel in direct verband gebracht met die groepen die normaal gesproken als Antifa door het leven gaan. Dit heeft de roep om een verbod alleen maar sterker gemaakt. Het vergrootte gelijktijdig ook de kloof tussen extreem links en de bevolking. Een proces dat al lange tijd gaande is, en onmiskenbaar een schadelijke ontwikkeling voor de hele linkse beweging.
De tactieken die de radicale Antifa groepen gebruiken kennen vele varianten. We noemen er een paar: aanvallen op gebouwen met verfbommen en soms brandbommen, het inslaan van ramen, het in brandsteken van auto’s van politieke tegenstanders, en aanvallen op personen waarbij soms extreem geweld wordt gebruikt. Verder probeert men demonstraties en bijeenkomsten van andersdenkenden te verstoren door lawaai, het gooien met eieren en fruit, en steeds vaker fysiek geweld tegen tegenstanders en de politie. Kenmerkend is ook dat Antifa leden meestal vermomd optreden. Sjaals, bivakmutsen, donkere brillen en zwarte kleding behoren tot de standaard uitrusting. Ook slagwapens en zware katapultconstructies worden ingezet. Messen en vuurwapens worden tot nu toe meestal niet gebruikt. Dat lijkt nog net een brug te ver te zijn. Maar vooral in de laatste maanden wordt wel zwaar vuurwerk ingezet, en af en toe zelfs explosieven. Het komt niet zelden voor dat de autonome Antifa groepen demonstraties die door andere antifascisten worden aangemeld als dekmantel gebruiken, om hun gewelddadige tactieken in te zetten tegen politieke tegenstanders. In de meeste gevallen probeert de politie de verschillende groepen dan uit elkaar te houden. Als dit niet het geval zou zijn waren er al lang doden gevallen. Tot slotte valt op dat Antifa leden alleen maar aanvallen als ze in de meerderheid zijn. Is dit niet het geval verdwijnt men meestal met grote haast. De hierboven beschreven tactieken van de autonome Antifa zijn eigenlijk de handelsmerken van de fascisten uit de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw. Precies die stroming die de Antifa beweerd te bestrijden. Een Italiaanse schrijver zei ooit: “Als de fascisten terug komen, zullen ze niet zeggen dat ze fascisten zijn, ze zullen zeggen dat ze antifascisten zijn”.
Deel 2
Steunpilaren
Ondanks het gebruik van geweld en omstreden tactieken heeft de Antifa vaak wel steun vanuit de systeempartijen. Zelf zullen ze dat altijd ontkennen, maar vooral in Duitsland zie je dat partijen als de SPD, Die Grunen, en Die Linke, de Antifa als een soort bondgenoten zien in de zogenaamde “strijd tegen rechts’. Zij weigeren om aanslagen en ander geweld te veroordelen, sturen sprekers naar Antifa demo’s of bijeenkomsten, en komen af en toe ook met geld over de brug. Dat is dan meestal voor projecten die als een soort camouflage worden gebruikt. Met dit geld worden zogenaamde actie centrums opgezet die de acties van de autonome Antifa vormgeven en coördineren. Natuurlijk kan niemand uitsluiten dat tenminste een deel van het geld voor gewelddadige acties wordt gebruikt. Maar dat lijkt ook niemand te kunnen schelen. Het enige dat telt is dat de Antifa groepen als een soort stormram kunnen worden gebruikt, om de agenda van de globalisten elite door te drukken en kracht bij te zetten. Op hun beurt zal de Antifa dit weer ontkennen, maar ook op dit punt geldt dat er eigenlijk nooit over wordt gesproken, zelfs niet in de pers. Lastige vragen over de verschillende banden worden al helemaal niet gesteld. In Duitsland bestaat een regeringsfonds voor de zogenaamde “strijd tegen rechts”. Het is een fonds dat op miljoenen zit, en via verschillende stichtingen komen ook gelden uit dit fonds bij de Antifa terecht. De bewering dat de Antifa zich tegen het systeem keert, klopt al jaren niet meer. De agenda’s van de elite, de systeempartijen en de Antifa op het gebied van massamigratie, islamisering en de genderwaanzin lopen praktisch synchroon. Maar daar over later meer. Het volstaat om te constateren dat veel Antifa groepen en antiracisme organisaties door overheidsinstellingen en ministeries tot op een bepaald niveau worden gefinancierd. Er zijn ook NGO constructies binnen de scene, en we weten intussen allemaal dat NGO’s alles behalve onafhankelijk van de regeringen in de verschillende landen zijn. De predicaten anti systeem en anti kapitalistisch, waar de Antifa vaak mee pronkt, zijn valse veren. Een betere beschrijving is “wiens brood men eet, wiens taal men spreekt”.
Fondsenwerving
Iedereen die ooit in de activistenscene actief is geweest weet dat er altijd een groot probleem was: actievoeren kost geld, en waar haal je dit geld vandaan? Meestal werd er gezocht naar de goedkoopste oplossing. Gestencilde nieuwsbrieven en oproepen. Copyshop in plaats van een drukkerij, en meestal alles gewoon in zwart-wit. Als we nu kijken naar wat er zoal door de Antifa groepen naar buiten wordt gebracht, zien we een totaal ander beeld. Posters met meerdere steunkleuren, veel kleurige stickers, dure mailshots, dure camera’s en uitrustingsstukken, en reisgeld zonder opkomen. Daar konden de activisten uit de vorige eeuw alleen maar van dromen. Waar komt dit geld allemaal vandaan, en waarom beschikken juist die groepen over deze fondsen die ooit door het establishment als tegenstanders werden bekeken?
We hebben al gezien dat vooral de bureaucratische Antifa zich bezig houdt met fondsenwerving. Een goed voorbeeld is de groep United for Intercultural Action. Deze groep houdt zich al jaren bezig met anti racisme, en zaken zoals de Kristalnacht herdenkingen. Al heel lang produceren zij hier duur drukwerk voor, en sturen dat ook regelmatig rond naar vele adressen. Daar komt ook nog bij dat de groep het predicaat “Pro Europees” voert. Op zich iets wat je van de Antifa niet verwacht. Veel wordt duidelijk, en verschillende vragen worden beantwoord, als we naar de lijst van ondersteuners van United kijken. Deze lijst is niet geheim, maar staat gewoon op de United website. Op deze lijst komen we een paar opmerkelijke namen tegen. Een kleine greep: de ministeries van binnenlandse zaken van zowel Nederland als ook het Verenigd Koninkrijk, de Rothchild Foundation, en de Raad van Europa. Als dit al verrassend is, kunnen we nog een stap verder gaan, want ook de Open Society Foundation is een sponsor. Sterker nog, deze stichting betaalt zelfs de website van United. Voor wie het nog niet weet, de Open Society Foundation is de organisatie van niemand minder dan George Soros. Dezelfde Soros die we kennen van de kleurenrevoluties, en het omver werpen van gekozen regeringen. Ook dezelfde Soros die publiekelijk heeft gezegd dat hij 500 miljoen Euro investeert in de bevolkingsuitwisseling, met als doel Europa te overstromen met migranten. En tot slot; dezelfde George Soros die een van de hoofdrolspelers is binnen de globalisten elite. Hoe een organisatie zich zelf progressief en links kan noemen, en gelijktijdig met Soros in zee gaan, zal voor veel mensen onbegrijpelijk zijn. En terecht.
Toch zijn er bij United 560 organisaties aangesloten die zichzelf meestal als links zien, en actief zijn op het gebied van racismebestrijding en het streven naar een andere wereld. Ook Nederland Bekend Kleur hoort bij deze lidorganisaties. Als die andere wereld, waar men naar zegt te streven, de wereld van George Soros is, zijn deze groepen collectief op het verkeerde pad terechtgekomen. Dat dit inderdaad zo is, wordt bewezen door het feit dat het Nederlandse 21 Maart Comité naar eigen zeggen vindt dat het migratie pact, dat in december werd ondertekend ondanks veel oppositie, nog lang niet ver genoeg gaat. Men wil dus meer migranten, meer islamisering en een wereld zonder grenzen. Laat dat nou precies de agenda van Soros zijn. Soros beweert een mensenvriend te zijn, maar in werkelijkheid is het een aan grootheidswaanzin leidende egoïst, die denkt dat hij het recht heeft het gezicht van landen, en zelfs hele continenten te veranderen. Als wat daarbij in de weg staat dient vernietigd te worden. Niet alleen met woorden, maar ook met daden. Hij heeft een centrale in Wenen voor Oost Europa, en een centrale in Berlijn voor West Europa, die beiden worden gebruikt om zijn agenda met alle middelen uit te voeren. Zijn bondgenoten zijn de Europese leiders en de rest van de globalisten elite. Met trots laat bijvoorbeeld de Duitse minister van economie en energie, Peter Altmaier op Twitter weten dat hij heeft ontbeten met George Soros. Hun gezamenlijk doel is het voor goed veranderen van Europa in een Europese superstaat, met een passieve bevolking en geen enkele vorm van inspraak. Binnen deze agenda past ook de vernietiging van Rusland, omdat Rusland en vooral Poetin de plannen van de globalisten dwarsboomt.
Met dit soort figuren deelt de Antifa dus een agenda, en een gezamenlijke praktijk. De rebellen van ooit zijn de trouwe voetsoldaten van het establishment geworden. Al langer waren er geruchten dat Soros de Antifa financiert, en dat hij demonstranten betaalt. Sommige bronnen spreken over 25 Euro per dag, andere noemen hogere bedragen, zoals 26 Euro per uur. Intussen zijn er bewijzen opgedoken, die er niet om liegen. Op YouTube is een filmpje te vinden over een Amerikaanse Antifa groep die tegen Soros demonstreert omdat zij hun geld niet hebben gekregen. Geen geld, dan ook geen demo’s is het motto. Het filmpje is hier te vinden:https://www.youtube.com/watch?v=6IovWPu2w44 Misschien zullen sommige het af doen als fake news. Het mooie en gelijktijdig bizarre is echter dat het filmpje in eerste instantie door een Antifa groep zelf op het net is gezet. Deze zogenaamde revolutionairen, die op de beelden te zien zijn met vermomming en Antifa vlaggen, schamen zich dus nergens voor. Voor zijn plannen heeft Soros natuurlijk stoottroepen nodig, en de autonome Antifa laat zich hier graag voor gebruiken. Dit zijn nog maar een paar voorbeelden van de banden tussen George Soros en de Antifa. Er zijn er nog meer.
Brochure
In Duitsland bestaat een machtige stichting die de naam Amadeu Antonio Stichting draagt. De stichting wordt geleid door een voormalige Stasi medewerkster Anetta Kahane, die in de DDR onder de code naam Victoria werkte. Door haar verleden wordt de stichting ook wel Stasi 2.0 genoemd. Deze stichting is vooral bezig met de zogenaamde “strijd tegen rechts”, en kan op veel steun van de Merkel regering rekenen, inclusief subsidies van het familie ministerie. Natuurlijk staat men dan ook volledig achter Merkel’s “vluchtelingen” politiek. Daar is immers goed geld mee te verdienen. Gelijktijdig streeft men naar een zogenaamde verklikkersmaatschappij, waarin iedereen iedereen aan kan geven. Van dit laatste beleid is recent een mooi voorbeeld verschenen.
De Amadeu Antonio Stichting heeft een brochure uitgebracht die is bedoeld voor de medewerkers en medewerksters van kinderdagverblijven. Het personeel van deze kinderdagverblijven wordt gevraagd om melding te maken, als ze vermoeden dat de ouders van een van de kinderen extreem rechtse sympathieën hebben. De brochure geeft een aantal kenmerken waar op gelet moet worden. Als de meisjes in een jurk en met vlechten naar het kinderdagverblijf komen, of als jongens beleefd zijn en veel aan sport doen, zijn de ouders volgens de brochure verdacht. Hetzelfde geldt voor kinderen met goede manieren. In al deze gevallen raad de stichting aan om melding te maken. De brochure zorgde voor grote woede en onrust onder zowel ouders als medewerkers. In een aantal deelstaten is dan ook besloten om het boekwerkje niet te gebruiken. We moeten er nog wel even bij vermelden dat iedereen die tegen Merkel’s migrantenbeleid is of kritiek heeft, door de stichting als extreem rechts, Nazi of toch minimaal nationalist wordt gezien. Van vrijheid van meningsuiting heeft de Stasi 2.0 nog nooit gehoord.
Als we de website van deze stichting bezoeken komen we een lijst van partners tegen. Een korte blik op de lijst laat zien wat eigenlijk al te vermoeden valt. Ook de Amadeu Antonio Stichting wordt gesponsord door de Open Society Foundation van George Soros. Hoe kan het ook anders? Langzaam wordt duidelijk dat eigenlijk bijna alle onderdelen van de Antifa geld krijgen van Soros. Dat geldt in ieder geval voor de bureaucratische Antifa, en de naar terrorisme neigende groepen van de autonome Antifa. Natuurlijk is dan gelijktijdig de vraag hoe het met de traditionele Antifa zit. Bij navraag blijkt dat een koepelorganisatie van de traditionele Antifa, die we niet zullen noemen, in ieder geval op de hoogte is van de Soros gelden, die in de verschillende vleugels van de Antifa rond gaan. Een woordvoerder voor de organisatie is niet geschokt en laat doorschemeren dat hij het allemaal wel best vindt. Maar hij maakt wel meteen duidelijk dat hij deze zaak niet in de publiciteit wil hebben. Helemaal in overeenstemming met het linkse geweten is het dus blijkbaar allemaal niet, en dat is toch nog een klein pluspuntje. We hebben ook geen bewijzen kunnen vinden dat de traditionele Antifa geld van Soros aanneemt. Als we naar de andere vleugels kijken en vergelijken, is de houding van de traditionele Antifa in ieder geval principieel te noemen, toch moeten we toevoegen dat over deze zaak zwijgen wel de betrouwbaarheid in twijfel trekt.
Dit alles neemt echter niet weg dat in ieder geval een deel van wat de Antifa wordt genoemd, bestaat uit huichelaars, die naar buiten toe doen of ze antikapitalistische hardliners zijn die zich tegen het systeem richten. Gelijktijdig nemen ze geld aan van globalisten als Soros, en delen ze de agenda van het establishment op in ieder geval een aantal terreinen. En we kunnen zelfs nog een stapje verder gaan; want waar Soros en de globalisten opduiken, zijn de geheime diensten niet ver weg. Dat weten we maar al te goed uit de geschiedenis van de zogenaamde “kleurenrevoluties”. De bewering dat in ieder geval een deel van de Antifa zich laat gebruiken als de stoottroepen van het establishment, is dus zeker niet uit de lucht gegrepen.
Deel 3
Betrouwbaarheid en geweld
Ook de Nederlandse Antifa kent een roemruchte geschiedenis. Zo staken antifanten ooit een hotel in brand waar de toenmalige Centrum Democraten van Janmaat en de Centrum Partij een bijeenkomst hielden. Tijdens dit incident raakte de vriendin van Janmaat, Wil Schuurman, zo ernstig gewond dat ze een been verloor. Het incident vond plaats in Kedichem in maart 1986. Het hotel in kwestie brandde tot de grond toe af. De plaatselijke bevolking reageerde woedend en viel de antifanten aan, die op de vlucht waren. Uiteindelijke werden er 66 actievoerders gearresteerd, maar niemand is ooit voor de aanslag zelf, die met rookbommen werd uitgevoerd, veroordeeld. De rest van de politiek had geen interesse, en de zaak verdween in de doodpot. Dit beeld komt in de geschiedenis van de Antifa meer dan eens voor. Toeval?
Het geval Kraaijer
Binnen de Nederlandse tak van de Antifa waren er ook schandalen te bespeuren, wat de betrouwbaarheid van de groepering zeker in twijfel trekt. We hebben het dan weer over de autonome Antifa, en de Anti-Fascistische Actie (AFA) in het bijzonder. In de jaren 90 van de vorige eeuw was de Zwolse activist Paul Kraaijer het gezicht van AFA. Als perswoordvoerder was hij overal bij en kwam regelmatig in de media aan het woord. Na een aantal jaren was hij plotseling verdwenen als woordvoerder. Er bleek een conflict te zijn ontstaan over telefoonrekeningen en andere kosten. Dus einde verhaal voor de woordvoerder van de meest bekende Nederlandse Antifa club, zou je denken. Maar dat bleek een misrekening. In 2011 onthulde Kraaijer via De Telegraaf en een zelfgeschreven boek dat hij 25 jaar voor verschillende inlichtingendiensten had gewerkt. Hij zou gespioneerd hebben voor de inlichtingendienst van de politie, en voor de AIVD. De genoemde periode besloeg dus ook zijn tijd als woordvoerder en activist bij AFA. De onthulling sloeg in als een bom. AFA beweerde al snel dat Kraaijer nooit meer dan een ondergeschikte rol had gespeeld in de organisatie, maar dat was alleen maar schadebeperking. Als je in de jaren 90 AFA zei, kwam Paul Kraaijer tevoorschijn. Hij schreef er ook toen al een boek over: “Een Antifa vertelt”. Van een kleine rol was dus geen sprake.
Het boek was snel uitverkocht, en niet meer te krijgen. De feiten geven echter een duidelijk beeld over de rol van Kraaijer binnen de organisatie. Kraaijer beheerde de AFA telefoon, deed de perscontacten, was betrokken bij de contacten met gemeentebesturen, en ook het faxverkeer liep deels via hem. Hij had constant overleg met de rest van de AFA leiding, en was praktisch bij iedere vergadering. Van een ondergeschikte rol was dus geen sprake. Omdat hij openlijk optrad kan het zijn dat hij buiten de meer illegale kant van de AFA bleef, maar als hij echt voor de AIVD werkte in die tijd zal hij ze een behoorlijk beeld van de organisatie hebben kunnen gegeven.
Toen hij zijn spionageactiviteiten onthulde was hij al verhuisd naar Suriname, en buiten het bereik van AFA, en zijn latere vrienden in de dierenrechten scene. Er werd vanuit linkse hoek wel een onderzoek naar zijn activiteiten gehouden, omdat niemand begreep hoe dit debacle had kunnen plaatsvinden, maar hoe het allemaal echt had gezeten was moeilijk te ontdekken. Nog steeds is het niet zeker of Kraaijer echt een agent was, of een zielenpoot met een grote fantasie. Maar de zaak maakte wel de kwetsbaarheid duidelijk. De Antifa bestaat vooral uit vriendenkliekjes met weinig oog voor organisatiebeveiliging. Het is een kenmerk van anarchistische en krakersgroepen. Dus ook van AFA. Misschien denken ze het ook niet nodig te hebben. Veel hebben ze immers niet te vrezen, ondanks infiltratiepogingen.
In de laatste jaren heeft de AFA zich vooral bezig gehouden met het volgen en verstoren van extreem rechtse demonstraties. Dit gebeurd meestal via het ‘Laat ze niet lopen’ initiatief. Maar ook in Nederland blijft de Antifa het geweld niet schuwen. Toen het Identitair Verzet een poosje geleden in Amsterdam een huis kraakte, nadat een groep illegalen hetzelfde had gedaan met praktisch de hele straat, verschenen een paar vermomde figuren. Ze sloegen ramen en deuren in en schoten vuurwerk naar binnen. Hierbij vielen verschillende licht gewonden. De daders verdwenen en werden nooit gevonden. Nu we op de hoogte zijn van hoe er meestal met dit soort zaken wordt omgegaan, is het de vraag of er wel echt is gezocht. Voor alle duidelijkheid, geweld en politiek zijn altijd met elkaar verbonden, omdat geweld een machtsfactor is. Dat geldt voor links, rechts en ook de staat. Maar bij de autonome Antifa lijkt geweld altijd de eerste optie, nooit de laatste.
De lange arm van Soros
Liet George Soros een kritische journalist vermoorden?
Op 15 december 2018 was het precies een jaar geleden dat in Zweden de 33-jarige onafhankelijke journalist Bechir Rabani dood werd gevonden. Hoe hij is omgekomen is nog steeds niet duidelijk, de politie sprak eerst over een mogelijk geweldsdelict. Later werd gezegd dat Bechir aan een hartinfarct is gestorven. Een echt onafhankelijk onderzoek is er nooit geweest. Maar de zaak roept vraagtekens op, omdat Rabani door de machtigen van deze aarde als vijand werd gezien.
Rabani stond er om bekend dat hij gewaagde onthullingen deed, en hij infiltreerde ondermeer in de gewelddadige vleugel van de Antifa in Zweden. Daar kwam nog bij dat hij had gezworen om George Soros en andere globalisten te ontmaskeren. Al deze feiten werpen uiteindelijk de vraag op of deze Palestijnse journalist, die in Zweden erg geliefd en gerespecteerd was, misschien op orders van Soros is vermoord. We weten dat de machtigen van deze wereld geen kritiek kunnen verdragen, en dat ze hun smerige zaakjes graag geheim houden. Reden dus om deze zaak wat verder te bekijken, als onderdeel van ons onderzoek naar de banden tussen Soros en de Antifa, en ook om te laten zien hoe groot en omvangrijk het netwerk van Soros is.
Bechir Rabani werd als een alternatieve journalist gezien, zonder vrees en met veel talent. Hij was altijd op zoek naar verhalen die niet in de gewone mainstream media te vinden waren. En, wat zijn positie nog gevaarlijker maakte, hij nam geen blad voor de mond. Op deze wijze maak je in de huidige wereld snel vijanden. Meestal zijn dat machtige vijanden. De Palestijnse familie van Rabani kwam in de jaren 80 van de vorige eeuw naar Zweden. Ondanks het feit dat hij maar 33 jaar mocht worden heeft Bechir Rabani zeker zijn stempel gezet op het journalisme in zijn gekozen thuisland. Toen hij stierf stond hij kort voor een onthulling over de linkse Zweedse journalist Robert Aschberg. Aschberg is bestuurslid van de Expo Stichting. Deze stichting verzamelt gegevens over iedereen die als extreem rechts wordt gezien, met als doel deze gegevens op internet te publiceren. Het kan gezien worden als een uitnodiging om op de genoemde personen aanslagen te plegen. Rabani was opzoek naar verbindingen tussen Aschberg en George Soros. Omdat Soros ook in andere landen gelijksoortige stichtingen van geld voorziet, is het niet ondenkbaar dat dit ook voor Expo geldt.
Rabani probeerde Ashberg te interviewen over deze zaken, maar dat werd door Aschberg geweigerd. Het Expo bestuurslid voelde zich wel in het nauw gedreven, want hij liet het Facebook account van Rabani sluiten, en zijn vrouw bedreigde Rabani met de dood als hij haar echtgenoot niet met rust zou laten. Op de dag dat Rabani zijn nieuwe onthulling zou publiceren werd hij dood aangetroffen. Zijn familie en vrienden geloven niet dat hij als gevolg van een hartinfarct is gestorven. Ze zeggen dat hij altijd kerngezond was, en nooit klachten had. Reden dus voor een onafhankelijk onderzoek, zou je denken. Maar dat werd door de Zweedse autoriteiten als onnodig gezien. Het is zeker niet ondenkbaar dat zowel Aschberg, die zeer gewelddadige vrienden heeft, als Soros iets met de dood van Rabani te maken hebben. Vier maanden eerder, in september 2017, stootte Rabani voor het eerst op een mogelijke verbinding tussen George Soros en de autonome Antifa. In Gothenburg infiltreerde hij in een Antifa demonstratie en filmde hoe Antifa leden met zware katapults op de politie en politieke tegenstanders schoten. Zijn film trok veel aandacht, en de Antifa was woedend. Voor Rabani reden te meer om verder te zoeken. Hij gaf aan dat hij pas zou rusten als hij Soros had ontmaskerd. Het is erg waarschijnlijk dat hij dit voornemen met de dood heeft moeten bekopen. Kort voor zijn overlijden was hij gewaarschuwd door de Zweedse geheime dienst dat er een onderzoek naar hem liep, en dat hij voorzichtig moest zijn. Omdat er geen onderzoek naar zijn dood is geweest, blijven ook de feiten onbereikbaar. Welke figuren hierbij aan de touwtjes trekken is niet moeilijk te raden. De globalisten elite kent zo zijn eigen regels, en niemand weet hoe ver men bereid is om te gaan als het om zelfbescherming gaat. Waakzaamheid is dus te allen tijde geboden.
Goed stukje.