In de gepensioneerden wereld werd al geruime tijd schande gesproken over de greep van de rijksoverheid in de pensioenkas van de ambtenaren. Kenmer nam zich voor om te onderzoeken of het bedrag dat rond ging van meer dan 30 miljard gulden klopte en welke weg de overheid hiervoor had bewandeld. Dankzij bovengemiddelde doorzettingskracht en de Wet Openbaarheid Bestuur lukte het Kenmer uiteindelijk om de cruciale dossiers in handen te krijgen.
Uit het onderzoek van Kenmer bleek dat de overheid onder de kabinetten Lubbers en het eerste kabinet Kok tientallen miljarden guldens achterhield. Dit deed de overheid door met behulp van de uitnamewet de werkgeversbijdrage aan de pensioenen jaar in jaar uit te verlagen. Hierdoor was de achterstand op de premiebetalingen in 1992 al opgelopen tot 32,86 miljard gulden. De betrokken centrales, het ABP zelf, de Verzekeringskamer en de Raad van State tekenden allen bezwaar aan tegen de uitnamen. Daarnaast eigende de overheid zich onder andere nog 3 miljard gulden van het vermogen voor het bovenwettelijke deel van de invaliditeitspensioenen toe.
Door de greep van de toenmalige regeringen uit de kas van het ABP is er op termijn veel potentieel rendement misgelopen. Het ABP stond kort na het begin van de kredietcrisis onder grote druk omdat de dekkingsgraad kelderde. Over 2008 zakte de dekkingsgraad, de verhouding tussen het vermogen van een pensioenfonds en de pensioenen die moeten worden uitgekeerd, met bijna zestig procentpunt naar een dieptepunt van 83 procent in 2009. Inmiddels is de dekkingsgraad weer toegenomen tot 106,4 procent. Desalniettemin zetten de bevindingen van Kemner de recente verhogingen van de pensioenpremies in een ander licht. Zoals hoogleraar van de Poel in 2010 stelde hebben politci lang het ABP gebruik als veilige haven om de schuld van hun eigen handelingen op andere af te schuiven.
De overheid kreeg dit allen onder andere voor elkaar door te spelen met de rekenrente. Bekijk het filmpje van Ad Broere, auteur van het boek “Geld komt uit het niets”, hieronder voor een verdere toelichting. Het onderzoek van Hennie Kenmer vind u hier.
Ambtenarenfonds ABP is nooit gecompenseerd voor de pensioenroof door het kabinet-Lubbers in de jaren negentig. Gepensioneerden dreigen nu de rekening te moeten betalen, schrijft Jacques Stoop. ‘Kortingen zijn ontoelaatbaar.’
De regering kon in de jaren negentig tot grote woede van de Algemene Rekenkamer ongestoord tientallen miljarden guldens uit de kas van het ambtenarenpensioenfonds ABP pakken. Het kabinet-Lubbers heeft zo ter waarde van meer dan 15 miljard euro ABP-geld opgenomen om tekorten in de staatskas op te vangen.
Grote bedrijven als ING en Albert Heijn pakten ook geld van hun pensioenfondsen, omdat het niet goed met ze ging. Die bedrijven hebben dat geld inmiddels weer terugbetaald aan de pensioenen. De Nederlandse staat heeft, ondanks beloften in die richting, nog nooit iets aan het ABP terugbetaald, ook niet toen het weer beter ging met de staatskas.
Inmiddels krijgen heel Nederland en nu ook de EU veel staatssteun en gepensioneerden nul. De ABP-pensioenkorting moet daarom hoe dan ook voorkomen worden, zeker voor de lagere pensioenen.
Kortingen bij het ABP zijn ontoelaatbaar. De terugbetaling van minimaal die 15 miljard moet eerst plaatsvinden alvorens over een korting gesproken kan worden. Als er op de ABP-pensioenen gekort gaat worden, zullen er meer ‘trekkers’ naar Den Haag komen.
Word wakker allemaal!!! Graag wil ik, ook in geld uitgedrukt, aangeven hoe het bedrog zich heeft ontwikkeld. Ik neem het ABP, de grootste pensioenhoeder van ons land, als voorbeeld.
Hieronder een stukje letterlijke tekst uit het voorjaarsbericht van het ABP.
Wat deden de beleggingen en verplichtingen van ABP in het eerste kwartaal van 2019? Het beschikbaar vermogen van ABP groeide in de eerste drie maanden van 2019 flink: van € 399 miljard naar € 431 miljard, dankzij een goed rendement van + 8,2%. Er werd € 32,5 miljard aan het beschikbaar vermogen toegevoegd.
Werkelijke rendement van ABP
U leest het goed in 3 maanden kwam er 32,5 miljard bij. Men noemt dat dan 8,2% rendement. Dit is nogal misleidend want het gaat immers over drie maanden en hun rendement drukt men altijd in jaren uit. Omdat ik er later op terug kom even het rendement gemiddeld.
Per week is dat dus 32,5 : 13 = 2,5 miljard.
Per werkdag is dat dus 500 miljoen ( 5 dagen).
Per jaar dus 52 keer die 2,5 miljard is 130 miljard.
Het vermogen zou dan uitkomen op 399 + 130 = 529 miljard.
Een rendement van, schrik niet, 32,6% op jaarbasis.
Waarom noemt men het dan 8,2% rendement? Inmiddels is het vermogen rond de 455 miljard. Dit jaar is er dus, vanaf 1 januari tot 1 september ( 8 maanden), rond de 56 miljard bijgekomen.
Vanaf 1 april was het rendement gemiddeld minder maar niettemin kwam er in die 5 maanden tot 1 september, 24 miljard bij, (4,8 miljard gemiddeld per maand) . Met nog 4 maanden te gaan komt er waarschijnlijk 19,2 miljard ( 4 x 4,8) bij. Zodat het totale vermogen in 2019 stijgt naar 474 miljard. 75 miljard meer. Maar zo u wilt, mag u het op wat minder stellen. Die 56 miljard is natuurlijk wel in de knip.
De verplichting van ABP aan pensioenverzekerden
Die 19,2 miljard over de komende 4 maanden, die ik berekende, is dus een aanname, maar het ABP doet dat ook. Zo worden we met een onduidelijke tijdsaanduiding gemiddeld 88 jaar. Men rekent daardoor al 5 pensioen jaren en vele miljarden meer mee als verplichting. Tja. En wat dacht u van de aanname dat het rendement zomaar kan stoppen gedurende vele jaren.
De rekenrente werd onlangs verlaagd waardoor het bedrag van de verplichtingen weer fors omhoog moest. Voor het ABP werd daardoor de verplichting gesteld op € 462 miljard. Het vermogen was toen 451 miljard . Merkwaardig nietwaar, maar alles volgens wet en regels, die men zelf bedacht, en met een pennenstreek kan aanpassen. DNB roept en de hielenlikkers volgen de geldhandelaar. Het vermogen van het ABP stijgt en stijgt in een versneld tempo en de waarde van de pensioenen, dus ook de inleg, daalt ook in een versneld tempo.
Dat de gepensioneerden al jaren aaneen armer worden interesseert dit asociale kabinet en haar handlangers geen donder. In tegendeel. Het tegengaan daarvan noemt men indexeren, een mooi woord voor compensatie voor de gestegen prijzen. We worden daar niet rijker van hoewel sommigen denken van wel, want men noemt zo`n aanpassing vervolgens een verhoging van het pensioen omdat het zo lekker klinkt. Natuurlijk is dit misleiding en vals. ‘We kunnen niet verhogen’ suggereert immers dat er niet verlaagd wordt.
Ik las op Wikipedia dat het ABP in 2018 10,7 miljard aan pensioenen en verzekeringen verstrekte. Als we daar 2% prijscompensatie bij optellen dan wordt die 10,7 miljard 10,91 miljard. Een verschil van 221 miljoen. Het indexeren kost dus 221 miljoen. Het is dan ook godgeklaagd dat men het bedrag, wat men soms in één dag van de 365 dagen binnenhaalt ( zie hun bericht bovenaan) niet verstrekt aan de gepensioneerden om het armer worden tegen te gaan.
Wat zijn dat voor mensen die dit beslissen?? Zijn ze lid van een roversbende? Zijn het ????? Is het????
De inflatie (waarde verlies van ons geld) bedroeg volgens het CBS over de jaren 2008 tot 1 jan 2019 (11 jaar) 17,54%. Jaar over jaar (cumulatief) is dat 19,01 %. Simpel gezegd; op 1 januari van dit jaar was ons geld 19,01 % minder waard dan in 2008. Omdat de prijzen momenteel meer stijgen dan de laatste jaren durf ik met een gerust geweten 3% inflatie te nemen voor 2019. Met oud en nieuw is dat dus 22,1% Ook werden de gepensioneerden 2x zwaarder belast waardoor hun nettobedrag gemiddeld met 6% daalde. Deze bejaardenroof kan natuurlijk niet bij die 22,1% waarde verlies opgeteld worden maar die 6% zijn inmiddels al jaren kwijt.
Rekenvoorbeelden omvang pensioendiefstal
Omdat het over geld gaat zal ik wat bedragen aangeven. Iemand met een pensioen van € 3600 per jaar ( € 300 p. mnd.) had per 1-1-2019 een pensioen van € 4.284 kunnen hebben. Er is dus een achterstand ontstaan van € 684. (19,01 %). Dit is niet de totale achterstand want die begon in 2007 (11 jaar) met € 71 en steeg naar € 112 en zo verder van € 182 naar € 275 om tot en met 2018 uit te komen op de genoemde € 684. Alles bijeen is dat € 5.097.
U zult begrijpen dat iemand met een veelvoud aan pensioen ook een veelvoud van de genoemde bedragen inleverde. Ik zal er toch een paar aangeven.
Iemand met een pensioen van € 7.200 per jaar (€ 600 per maand.) had tot 2019 een totale achterstand van € 10.194. ( 2 x € 5097). Die € 7.200 per jaar had nu € 8.568 kunnen zijn. De achterstand is €1.368.
Voor iemand met een pensioen van € 18.000 per jaar (€ 1500 per maand.) zijn de bedragen; 5 x € 5097 = € 25.485, als totale achterstand.
Het pensioen had nu € 21.420 kunnen zijn, een verlies van € 3.420. (5x € 684).
Om het zuiver te houden liet ik voor de berekening de schatting van dit jaar en de netto bejaardenroof van samen rond de 6% buiten beschouwing. Het is dus nog veel erger en het gaat maar door in een steeds sneller tempo. En mocht u twijfelen. De genoemde bedragen kloppen en zijn meerdere malen door anderen nagerekend en bevestigd.
Om het door te laten dringen, een rijtje bedragen.
Bij een pensioen van € 300 per maand, is het bedrag dat een gepensioneerde te weinig ontvangt € 5.097.
Bij een pensioen van € 600 per maand is dat € 10.194.
Bij een pensioen van € 900 per maand € 15.291.
Bij een pensioen van € 1.200 per maand € 20.288
Bij een pensioen van € 1500 per maand € 25.485.
Ook nu met die 75 miljard aanwas over 2019. ( zo u wilt die 56 miljard tot nu toe) blijft men roepen en dat het fonds er beroerd voor staat en dat korten onvermijdelijk is. Om dat te weerleggen citeer ik Wikipedia.
‘Het ABP had in 2008 een vermogen van 173 miljard. Inmiddels dus 455 miljard. Een toename met 282 miljard. Cumulatief, gemiddeld 9,1 % rendement.’
Het stijgt maar door en met steeds hogere bedragen en over 10 jaar is het vermogen bij dezelfde voortzetting, die ik aanneem, gestegen naar 1.087 miljard.
De pensioenen ach, die zijn dan zeker de helft minder waard. Waarschijnlijk ook het uwe, maar dat wist u al,
Toch is er iemand die uit kan leggen dat dit geen diefstal is?