In Den Haag zal in 2019 en 2020 ongetwijfeld meewarig gedaan zijn over de lange duur van de Belgische regeringsvorming. Nu is het de beurt aan Belgische politici om te gniffelen. De eerste poging om een Nederlandse regering te vormen strandde al na een week.
Donderdagmiddag kreeg een van de twee ‘verkenners’ te horen dat ze positief was getest op corona. Bij vertrek beging ze de fout waar iedere onderhandelaar voor gewaarschuwd wordt. Vertrouwelijke notities bleken niet afgedekt door een blanco papiertje, weggeborgen in een dossiermap of opgeborgen in een ondoorzichtige tas. Een alerte ANP-fotograaf legde het vast. Het bleken aantekeningen over partijen en politici.
Weg met Pieter Omtzigt?
Twee opmerkingen zorgden voor verontwaardiging. De eerste: ‘linkse partijen hielden elkaar niet echt vast.’ Dat lijkt een verwijzing naar de sociaaldemocratische PvdA en naar GroenLinks. Die twee partijen stellen niet zonder elkaar in de regering te willen. Nu is het een publiek geheim dat in Nederland samenwerking tussen linkse partijen standhoudt totdat één daarvan machtiger kan worden dan de rest. Maar het opschrijven na een eerste consultatieronde?
De tweede betrof Pieter Omtzigt, nummer twee op de lijst van het christendemocratische CDA. ‘Positie Omtzigt, functie elders.’ Staatsrechtelijk gezien gaat een formatie over de samenstelling van een regering, de uitvoerende macht. Omtzigt is lid van de Tweede Kamer, de wetgevende macht. Zoals de echtgenote van Omtzigt, zelf CDA-fractievoorzitter in de gemeenteraad van Enschede, liet weten:
https://twitter.com/Ayfer_Koc/status/1375078560801624065?ref_src=twsrc%5Etfw
De betreffende verkenner was Kajsa Ollongren, sinds 2017 minister van Binnenlandse Zaken van het links-liberale D66. De traditie wil dat telkens één persoon de besprekingen leidt. D66 stond er vorige week op dat er dit keer twee verkenners kwamen. De grootste partij is de rechts-liberale VVD. D66 ziet liever een progressief kabinet. Dus werd Annemarie Jorritsma, fractievoorzitter in de Eerste kamer (senaat) en oud-minister, geflankeerd door Ollongren. De lichaamstaal van Jorritsma sprak daarover boekdelen.
Bij progressieve partijen is duo-leiderschap momenteel in zwang. In Duitsland hebben alle drie de linkse partijen momenteel duo-partijvoorzitters en duo-lijsttrekkers. Bij parlementsverkiezingen moeten ze echter alsnog één (kandidaat-)premier aanwijzen.
Nadat D66 vorige week van 19 naar 23 of 24 Kamerzetels steeg, riep lijsttrekker Sigrid Kaag op tot ‘nieuw leiderschap’. Wat dit inhoudt, moet nog blijven. Vooralsnog volhardt Kaag in haar eerdere manier van leidinggeven. Toen gisteren de ophef ontstond, was ze in geen velden of wegen te bekennen. Toen enkele maanden geleden ophef ontstond omdat uitgerekend binnen het feministische D66 sprake leek van seksuele intimidatie, schitterde ze door afwezigheid. Oud of nieuw, hoort een leider er niet ook bij tegenslag te zijn?
De kunst van intrige
Kwatongen zijn er als de kippen bij om opzet te zien. D66 en GroenLinks zijn gelijkgestemde partijen: progressief, seculier, kosmopolitisch, grootstedelijk, milieubewust. Omgekeerd heeft D66 een verleden als bestrijder van het CDA. Het was doorgaans D66 dat in coalities hamerde op immateriële thema’s als versoepeling van abortus en euthanasie en invoering van het homohuwelijk. D66 wil levensbeëindiging mogelijk maken voor mensen die niet terminaal ziek zijn, maar wel hun leven als ‘voltooid’ beschouwen. Ten behoeve van de confessionele coalitiepartners CDA en ChristenUnie werd dit thema tijdens de vorige regeerperiode geparkeerd. Moest Ollongren namens Kaag voorsorteren op een kabinet met GroenLinks en zonder CDA?
Zo ja, dan valt, machiavellistisch bekeken, vooral het amateurisme op. Beide gedachten zouden geen nadelige gevolgen hebben gehad, zolang ze niet opgeschreven waren. Stel dat de aanvoerder van een van de twee linkse partijen bereid was geweest de andere partij te lossen, dan is die nu verplicht om vast te houden. Als Omtzigt voor zichzelf een andere functie in gedachten had, dan moet hij nu wel in de Kamer blijven. Als zijn partijtop van hem af had gewild, dan kan dat nu niet meer. Intrigeren is een kunst op zich.
Gezien de klungelige gang van zaken, is een andere verklaring aannemelijker. Voor D66’ers zijn sommige standpunten waarschijnlijk zo vanzelfsprekend, dat de subjectiviteit hen ontgaat. Zo heeft Ollongren ruime ervaring als rijksambtenaar, maar geen als volksvertegenwoordiger. In 2006 stond ze op de vijfde plaats van de kandidatenlijst voor de landelijke verkiezingen. Dat jaar behaalde D66 slechts drie Kamerzetels. In 2014 werd ze schepen (wethouder) in Amsterdam, in 2017 minister. Als minister ging ze standaard uit van het landelijke niveau en regeerde ze bij voorkeur van bovenaf. Omtzigt komt uit de provincie en kiest consequent de kant van de burger tegenover de overheid. Dat moet bij haar weerzin gewekt hebben.
Formatieproces
Tot een jaar of tien geleden was het formatieproces overzichtelijk. Na de verkiezingen gingen alle fractievoorzitters op gesprek bij het staatshoofd. Op basis van die gesprekken stelde die een informateur aan, doorgaans uit de grootste partij, om de meest waarschijnlijke coalitie te bespreken. Indien levensvatbaar, werd uiteindelijk de te verwachten premier aangesteld als formateur van een regering.
In 2010 wilden VVD en CDA regeren met de PVV van Geert Wilders. Koningin Beatrix zag dit niet zitten en benoemde consequent vertrouwelingen (oud-premier Ruud Lubbers, vicepresident van de Raad van State Herman Tjeenk Willink tot informateur) tot informateur. Een politieke misrekening, want Wilders is doorgaans rancuneus. Met de PVV was er op dat moment een Kamermeerderheid voor verwijdering van het staatshoofd uit het formatieproces.
In 2012 regelde de Tweede kamer de formatie voor het eerst zelf. Binnen korte tijd kwam het kabinet-Rutte II tot stand. Dit kabinet had geen meerderheid in de Eerste Kamer, die pas in 2015 weer van samenstelling zou veranderen. In 2017 duurde het 225 dagen — de langste formatieperiode in de Nederlandse geschiedenis. Tot nu toe wekt de Kamer niet de indruk dat het zonder koning(in) efficiënter gaat.
Terug naar start
Jorritsma en Ollongren hebben hun taak neergelegd. De nieuwe verkenners zijn VVD-minister Van Ark (Medische Zorg) en D66-minister Koolmees (Sociale Zaken). Van Ark is als bewindspersoon verantwoordelijk voor corona. CDA-minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge legde afgelopen december nog het lijsttrekkerschap neer, omdat dit niet te combineren viel met coronabestrijding.
Van Ark en Koolmees moeten de gesprekken met de 17 fractievoorzitters opnieuw voeren. Veel partijen willen pas verder formeren na een Kamerdebat over deze blunder. En dat terwijl Rutte, vanwege corona, hoopte op een snelle formatie. Krijgt de Nederlandse politiek Belgische trekjes?