Met een laterale denkerdocumentatie creëerden de Duitse media-geestelijken een moderne parabel over de gevaren van het denken. Hij illustreert symbolisch zijn ideaal van de Duitse burger: afhankelijk, berouwvol, gehoorzaam.
Het moeten tragische figuren zijn, deze zijdenkers. Dat is de indruk die je als onervaren ARD-kijker krijgt in de nieuwe film Queerdenker – hoe mensen uit het midden zichzelf radicaliseren van Caroline Schmidt en Svea Eckert. Het zijn arme mensen die geloven dat ze tegen het systeem vechten, maar alleen op het verkeerde spoor zitten. Moge de Almachtige genade hebben met hun zielen.
Maar laten we bij het begin beginnen: in de film worden drie zijdenkers begeleid in hun dagelijks leven als onruststokers, onpartijdig, empathisch. Dat is tenminste wat hij doet alsof. Maar als je goed kijkt, zul je begrijpen dat we te maken hebben met een moderne gelijkenis. Het gaat over ongeloof en schuld, maar ook over de hoop op vergeving. De auteurs: twee academisch opgeleide vrouwen. Jouw expertise: taalkundig en politiek correct uiten en kauwen met gesloten mond. Ze hebben al een lange weg afgelegd in het Duitse staatsmediasysteem.
Caroline Schmidt studeerde Duits, filosofie en politiek in Keulen, Caen (Frankrijk) en Melbourne (Australië). Ze werkte zeven jaar als correspondent in de ARD capital studio. Volgens haar eigen verklaringen maakt ze sindsdien films. Svea Eckert heeft ook wat te bieden: studeerde journalistiek in Hamburg, master economie, beurzen van de Konrad-Adenauer-Stiftung en de Robert-Bosch-Stiftung, stage bij NDR, sindsdien werkzaam als freelance verslaggever en auteur bij Erste.
De dames houden zich al heel lang bezig met publiekrecht. Kritiek op het eigen milieu is van hen niet te verwachten. Integendeel: volgens hun cv zijn de auteurs van de film gekwalificeerde vertegenwoordigers van de Duitse mediageestelijken. Je dappere klim op de ARD-carrièreladder heeft zijn vruchten afgeworpen. Ondertussen mogen ze waken over het juiste geloof van de mensen en in hun film laten ze hun blik dwalen over politieke uitschieters uit het Duitse “centrum”: de zeilinstructeur Leif, de administratief bediende Selina en de student Marcel.
Ze vragen zich af: waarom verlieten de schapen hun kudde? Een ingewikkelde vraag waarvoor uw eigen technische en menselijke expertise uiteraard onvoldoende is. De auteurs zoeken daarom hulp bij conflictonderzoeker Zick en data-analist Holnburger, die hun verklaringen met gezag van de wetenschap presenteren. Hoe kan anders de drukte van de laterale denkers worden begrepen, laat staan als afschrikmiddel naar het ARD-publiek gesluisd.
Informatiegat in Duitsland
Het is maart 2021. Duitsland valt in een informatiegat. Selina, “aankomend administratief bediende”, wil begrijpen wat er om haar heen gebeurt, zoekt informatie op YouTube. Antwoorden vindt ze bij een online fitnesscoach. Hij vertelt gekke verhalen over Bill Gates, maar wil haar eigenlijk vitamine D verkopen. Selina begint een zijtak van de denker in Hamburg te organiseren, opent een klein Telegram-kanaal. Ze is in haar leven nog nooit zo opstandig geweest, zegt ze, ook niet als het om vaccinaties gaat. Selina trekt zich later terug en trekt zich terug uit het activisme.
Zeiltrainer Leif wil geen masker dragen. Hij vreest dat het vaccinatiebeleid hem zal discrimineren. “Het zijn de zorgen van een minderheid”, zegt de film. Leif zoekt ook online hulp, kijkt Wolfgang Wodarg; Hij vindt Ken Jebsen vermakelijk. Met zijn vrouw organiseert hij demonstraties voor het staatsparlement, waar iedereen naar toe kan komen. “Open naar rechts, zo noemen de politicologen dat.” Leif gaat naar demo’s, maakt kleine video’s. Leif wil de politiek in, heeft het al geprobeerd bij de FDP, AfD en Violetten. Hij komt op voor de nieuw opgerichte partij Die Basis, faalt, blijft politiek dakloos. Hij en zijn vrouw trekken zich niet terug. Uiteindelijk laat de film zien dat het stel niet eens friet mag bestellen op het strand. Geen masker, geen test, geen vaccinatie – geen friet.
De student Marcel is een voormalig complottheoreticus die jarenlang verslaafd was aan eden. 11 september 2001 veroorzaakte een trauma bij de toen vijftienjarige. Toen, tijdens de Oekraïne-crisis in 2014, viel de rest van zijn kopjes uit de kast. Vanaf dat moment gelooft hij dat de NAVO oorlog wil met Rusland. Marcel duikt in de “samenzweringswerelden” op Facebook en YouTube. Zijn vriendin helpt hem eruit te komen. Vandaag is hij lid van de plaatselijke SPD-vereniging. Marcel is dus eigenlijk geen zijdenker. Je vraagt je dan ook af of het in de verkeerde film is beland. In het verhaal moet hij echter de boeteling spelen die nog moet leren (“student”).
De wetenschap weet wat te doen
Dus laterale denkers zijn mensen zoals jij en ik. Mensen die onze buren zouden kunnen zijn, in het centrum van Duitsland. Het grote verschil: je hebt vreemde meningen en plaatst vreemde dingen op internet. Niemand anders doet dat! Maar hoe kan het dat mensen zo extreem worden? Wat heb je meegemaakt, wat zijn je conflicten, hoe is je gevoelswereld? De auteurs vragen de wetenschap om advies.
De conflictonderzoeker Zick heeft ontdekt: elke tweede persoon in Duitsland gelooft meer in hun gevoelens dan bewezen experts. Daarom is men al met “wetenschappelijk scepticisme puur in de pandemie”. Een derde van de Duitsers staat zelfs kritisch tegenover de democratie. Hieruit ontwikkelde zich zeer snel een enorm sociaal conflict. De pandemie was de gelegenheid om deze houding “ook buiten de politieke partijen” te mobiliseren.
Corona was voor velen een controleverlies. In zulke situaties zoekt men naar een verklaring, een sprankje hoop. Selina surfte urenlang op internet, koortsachtig op zoek naar informatie. Bij Leif en Jana wekten de woorden het vertrouwen van Wodarg, omdat hij ooit lid was van het kiesdistrict Flensburg-Sleeswijk. Er waren ook emotioneel traumatiserende ervaringen. Tijdens een uitstapje naar het Noordzeestrand ervaren Leif en Jana hoe de politie de surfers naar huis stuurt. De kijker begrijpt: eigenlijk een kleinigheid. Maar bij emotioneel kwetsbare mensen kan de lont doorslaan.
De twee kijken ook naar harder materiaal: Ken Jebsen, “een ander icoon van de laterale denkerbeweging”. Jebsens demonische grimas verschijnt op het scherm. In een video portretteert hij zichzelf als de Joker van Heath Ledger. Elders vraagt Jebsen waar al die hobbyvirologen ineens vandaan komen. Voor het publiek is de gekke kerel met de clownsmake-up een onmiskenbaar waarschuwingsbord: Waarschuwing, je verlaat de grond van de rede. Iemand pleegt hier gevaarlijke ketterij. Iemand hier verspreidt complotmythen die zo wild zijn dat zelfs YouTube zijn kanaal heeft geblokkeerd (en het Bureau voor de Bescherming van de Grondwet kijkt nu naar zijn internetportaal).
Zick weet ook dat conflicten onderhevig zijn aan archaïsche dynamiek. Aan de hand van een grafiek legt hij wetenschappelijk de achteruitgang van laterale denkers uit. Ze zijn helemaal niet in gevecht met het ‘systeem’, zoals ze zelf geloven. Het diagram: In de eerste fase onderhandelen de conflicterende partijen met elkaar, in de tweede bedreigen ze elkaar, in de derde willen ze elkaar vernietigen – en zelfs hun eigen ondergang accepteren. “Hoe dieper je gaat, hoe moeilijker het is om bij het individu te komen.” Dat klinkt logisch.
Het hoogtepunt: een tweede conflictpartij wordt helemaal niet genoemd. Maar tegen wie vechten de laterale denkers dan? Tegen de staat? De media? De politie? Het systeem? De tegenhanger, die volgens de theorie van Zick ook debatteert, bedreigt en vernietigt, blijft voor het publiek onzichtbaar, een spook! Maar eigenlijk vecht alleen de patiënt in het psychiatrisch ziekenhuis tegen zichzelf. Blijkbaar vechten de laterale denkers met zichzelf.
De film onthult dit beeld aan het publiek door de vijand te verbergen. Het is een goed mens. De laterale denkers van Schmidt en Eckert lijken meer op de onderwerpen van een studie, een sociaal experiment. De auteurs lijken geïnteresseerd in de oorzaken van de politieke radicalisering van het centrum. En Zick geeft toe: we hebben allemaal wel eens getwijfeld. “Maar Andreas Zick, zoals de meesten, zal het zijn hoofd laten schudden, maar voor hen [de laterale denkers] zal het een systeemvraag worden.” De echte boodschap: laterale denkers zijn mensen die zonder enige reden uit de massaloyaliteit breken.
Internet inquisitie
Ook de foto’s van de zogenaamde Rijksdagstorm mogen niet ontbreken. Dit zou een nieuwe fase in het conflict betekenen: de coronacijfers exploderen, de tweede golf was er. We herinneren ons de laatste fase: geen afstand, geen maskers, “zelfs als we samen ten onder gaan”. De auteurs sporen de bron van de ellende op internet op. Josef Holnburger van het Center for Monitoring ziet een bijzonder gevaar in de Telegram-messengerservice. De zenders van Oliver Janich, Eva Hermann, lateraal denken 711, coronacommissie, pure fill me, rijdende schoenmaker worden als waarschuwing getoond. Het kwaad wacht op het ongecensureerde internet.
Als Marcel op school maar had geleerd wat te geloven en wat niet te geloven, zou het voor hem niet zo ver zijn gekomen. Het internet is als een drug. Als je naar één ding tegelijk kijkt, kom je er op de een of andere manier niet uit. Dan kun je domme gedachten krijgen. Woede tegen Merkel en haat tegen het systeem ontstond in de echokamers. Het verlangen naar revolutie, subversie.
Kan een radicale heroverweging worden aangetoond op basis van gebruikersgedrag? De auteurs nemen een datasteekproef. Selina’s YouTube-account wordt geëvalueerd om haar crash, Marcel’s Facebook, te begrijpen. Maar wat motiveert je om vreemden vrijwillig toegang te geven tot je eigen profiel? Is het het verlangen naar zuivering? Marcel “werd naakt, zoals experts zeggen”, staat er in het commentaar, een “sprong in het diepe” van Marcel. Hij die zich berouwvol, onderdanig, vernederd toont, zal vergeven worden.
Het verrassende resultaat: student Marcel en administratief medewerkster Selina vertoonden opvallend surfgedrag. Achteraf is Marcel verbaasd over hoe “diep hij zat in deze datawereld”. Op 22 december 2014 “exploderen zijn activiteiten”, meer dan 100 posts en likes per dag. De aanleiding is het historische besluit van de Oekraïense regering. Kiev heeft zijn status als niet-gebonden staat opgegeven. NAVO-lidmaatschap is nu mogelijk. Marcel zag de VS en de NAVO als criminelen, zijn reactie is emotiegedreven.
“Heil Merkel, onze leider”
Op de Facebookpagina van de inmiddels verfijnde Marcel wordt zelfs een aangepast citaat van de Duitse filosoof Theodor W. Adorno een extreme. Ter gelegenheid van de reacties van het Westen op de Oekraïne-crisis in 2014, plaatste Marcel op zijn Facebook-pagina: “Ik ben niet bang voor de terugkeer van het fascisme tegen de democratie, maar de terugkeer van het fascisme als democratie.” Adorno’s zin is correct: “Ik beschouw het hiernamaals van het nationaal-socialisme in een democratie als potentieel bedreigender dan het hiernamaals van fascistische tendensen tegen de democratie.”
Schmidt, die Duits studeerde en filosoof, had het citaat moeten herkennen. Frank-documentatie zou de benodigde uitleg geven. De ARD-kijker wordt echter voor te onwetend gehouden om hem over de oorsprong en de werkelijke essentie van het citaat te informeren.
De oude critici van de BRD zouden zeker veel te zeggen hebben over de huidige staat van de Berlijnse Republiek – vooral die van de media – ze zouden niet lang geleden zijn uitgestorven. “Terreur omringt ons weer als primitieven. Beschaafd comfort kan het niet verbieden; we proberen het gewoon te verbergen met zijn hulp. We beheren het alleen fragiel en soms. Wat is er natuurlijker dan dat op macht beluste individuen of minderheden gebruik maken van deze situatie?” Klinkt dat actueel? De woorden zijn afkomstig van de socioloog Eugen Kogon, die ze enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog schreef.
Men wil zich niet voorstellen in welke hoek Schmidt en Eckert deze uitspraken vandaag zouden plaatsen. Aangezien de Duitse media-geestelijken de verkeerde Adorno als extreem classificeren, kan de gedachte ontstaan dat het kind met het badwater moet worden weggegooid. Voorkomen is beter dan genezen. Twijfels over de oprechtheid van democratie? Waar zouden we dan zijn.
Marcel schreef ook: “Heil Merkel, onze leider.” Mogelijk zijn eigen idee. In de oren van de auteurs klinkt dit “nog extremer” dan het verkeerde citaat van Adorno. Een vergelijking tussen Merkel en Hitler. De overdrijving van Marcel ontgaat de auteurs kennelijk. Hitler was tenslotte maar twaalf jaar kanselier. En dat Hitler-Merkel vaak gebruikt wordt voor de voorpagina op de boulevard in het buitenland – gratis. Maar is dat het nieuwe uiterste? ‘Meende je het serieus of was het een grap? Of wat bedoelde je daarmee?”, vraagt Schmidt. “Dat zij degene was die een dictatuur bepaalde en dat iedereen daaraan ondergeschikt was”, antwoordt student Marcel.
Symbolische vergeving
Waarom werd lateraal denken eigenlijk discursief geëxcommuniceerd? De film zegt dat nooit direct. Je ziet het weer duidelijk terug in de situatie van de overstroomde gemeenschappen in West-Duitsland. Vrijwilligers zijn niet welkom door de overheid. Men vermoedt dat spontane solidariteit zich daadwerkelijk richt tegen degenen daarboven. De moderne staat is jaloers. Hij tolereert geen goden naast hem. Ofwel de staat helpt – of niemand.
Om dezelfde redenen bestrijdt de mediageestelijken degenen die hun domein binnendringen: controle over betekenis en woord. Het beschermen van het geloofssysteem – democratie, vrijheid van meningsuiting, rechtsstaat – is zijn eerste en meest urgente taak.
Wat de film niet direct zegt, maar de kijker intuïtief begrijpt: De personages in het toneelstuk dat Schmidt en Eckert opvoeren zijn schuldig. Ze wilden meer dan waar ze recht op hadden in het discours. Ze wilden ook aandacht. Misschien beschouwden ze zichzelf stiekem als helden en droomden ze van erkenning in hun strijd voor het goede. In deze naïviteit is het verhaal van Schmidt en Eckert sentimenteel, maar in zijn consistentie is het kwaadaardig. Hun laterale denkers delen het lot van verdwaalde schapen. Het publiek wordt getoond wat degenen bedreigt die zich te ver van de kudde verwijderen.
Het is een waarschuwingsfilm die de kijker op subliminale toon symbolisch psychisch bindt aan de belangen van de politieke en media upper class. De eenheid tussen de politiek en de bevolking die door lockdowns, tests en vaccinaties wordt geschud, wordt tot stand gebracht door hun rivaliteit met de gebarsten, de rechtervleugel en de Reichsburger. Na anderhalf jaar hoeft de film deze eenheid niet meer te verdiepen. Hij moet het alleen symbolisch handhaven.
Het dragen van het masker is symbolisch geworden. De wetenschappers en de journalist dragen ze, ook de verfijnde Marcel. Haar ellebooggroet is symbolisch. Tot slot is de koffie die Schmidt Marcel aan het einde van de film overhandigt symbolisch: Take, you speelde het verfijnde in onze documentaire, het is je vergeven. Na anderhalf jaar publieke laster begreep de laatste ARD-kijker dat je weg moet blijven van zijdenkers. De geestelijken mogen ze voorzichtig benaderen, ze goed overtuigen, als ze zich terugtrekken: ze goedmoedig strelen.
De personages die Eckert en Schmidt creëerden zijn geen echte laterale denkers. Alleen Selina heeft blijkbaar een tijdje een vestiging gehad vanuit Stuttgart in Hamburg. De auteurs zouden de omvang van de beweging niet durven benaderen, laat staan hen laten spreken voor het ARD-publiek. Het enige dat de figuren gemeen hebben, is dat ze het publiekrechtelijke geloofssysteem in twijfel hebben getrokken, zelfs door hun eigen media-activiteiten – een heiligschennis.
De boodschap van de film: Wie zelfstandig streeft naar kennis, naar kennis, verdwaalt. Degenen die hun status moeiteloos willen verhogen, zullen falen. Terug naar uw plaatsen, blijf in uw rol, anders gaat het u als zijdenkers. Deelname aan het debat moet een voorrecht blijven. Waar hebben Schmidt en Eckert jarenlang mee geworsteld als ineens iedereen een Telegram-kanaal kan openen, de camera van de mobiele telefoon kan inschakelen en beginnen te praten? Daarom documenteren Schmidt en Eckert alleen hun anti-verlichting, neo-feodale denkwijze die ze delen met de Duitse elite. Je film is een moderne parabel, een gepeperde weergave van het gezegde ‘schoenmaker, blijf bij je leest’.