Laten we daartegenover de boeren in het zonnetje zetten die intussen – stilzwijgend – wel besloten het roer om te gooien.
Woensdag 22 juni debatteert de Tweede Kamer over de stikstofplannen van het kabinet en demonstreren de boeren in Stroe. Laten we hopen dat politie en OM deze keer wel handhaven als boeligans strafbare feiten plegen, en hen verder doodzwijgen.
Twee tips voor de Tweede Kamerleden: De eerste is, luister niet naar boeren en medestanders die zeggen dat ze worden overvallen door de plannen. Die kon je namelijk al jaren op je klompen voelen aankomen. De tweede is dat reductie van de veestapel nog veel meer mooie dingen oplevert dan minder stikstof.
Binnen het ministerie van Landbouw sloegen ambtenaren vanaf 1965 alarm over de milieugevolgen van de snelle schaalvergroting en intensivering in de landbouw en het bijbehorende mestoverschot. Hun rapporten verdwenen in een la. De Stichting Natuur en Milieu kaartte het mestprobleem in 1972 voor het eerst publiekelijk aan. En de boer, hij ploegde voort.
Later in de jaren zeventig van de vorige eeuw zwol de kritiek verder aan. Niemand minder dan de Nederlandse propagandist van schaalvergroting en intensivering, Sicco Mansholt, bekeerde zich daarom tot de ideeën van de Club van Rome. Zijn ‘opvolger’ als minister van Landbouw, Gerrit Braks, stelde in 1984 vast: in 2000 mag een boer niet meer mest uitrijden dan het gewas op zijn land kan opnemen.
En de boer, hij ploegde voort.
Dat werd niks, dus stelde Wim Kok in 2000 vast dat de boeren flink moesten gaan minderen en weer een opvolger, Laurens-Jan Brinkhorst, kondigde optimistisch een uitkoopregeling voor varkens- en pluimveehouders aan.
Dat werd ook niets.
En de boer, hij ploegde voort.
Onder Balkenende, leider van de boerenpartij CDA, werd vervolgens in drie kabinetten met de ondernemerspartij VVD (in het vierde vervangen door de boerenpartij CU en de neoliberale PvdA) vooral voor de boeren gelobbyd in Brussel. Balkenende schreef zelfs een persoonlijke brief om de dreigende Natura2000 af te wenden. De kabinetten van Rutte gingen volenthousiast door met lobbyen, inclusief het tweede met de PvdA als bijwagen. Dit ondanks de steeds grotere bezwaren van de linkse oppositie en milieuorganisaties.
En de boer, hij ploegde voort.
Er zijn sinds 2001 tientallen rapporten verschenen, meestal in opdracht van de overheid, soms zelfs van haar eigen ambtenaren, die aangaven dat de groeiende intensivering en schaalvergroting van de agro-sector zeer schadelijk is voor de natuur en de volksgezondheid. Ook schadelijk voor het aanzien van het landschap. Niet voor niets was het Planbureau voor de Leefomgeving een van de belangrijke ambtelijke ‘klokkenluiders’. De laden puilen uit.
In Rutte III – boeren en ondernemers plus D66 – begon echter het interne geknor. D66 wilde zelfs een halvering van de veestapel.
Eind mei 2019 had immers de Raad van State een radicale streep door het stikstofbeleid gehaald en vier maanden later kwam de Commissie Remkes met een weliswaar slap advies, maar dat was wel redelijk streng voor de boerenbedrijven die aan natuurgebieden grenzen.
We zullen het niet over de extreme protesten uit 2019 hebben, maar kennelijk zagen de boeren toen al de bui hangen, voordat ze dit jaar werden ‘overvallen’. Dat geldt mutatis mutandis ook voor veevoerproducenten als Farmers, melkfabrieken als Campina, de transportsector en de banken. De Rabobank doet zijn vroegere naam ‘boerenleenbank’ eer aan met zo’n 40 miljard euro aan uitstaande leningen in deze sector.
Laten we daartegenover de boeren in het zonnetje zetten die intussen – stilzwijgend – wel besloten het roer om te gooien. Het juk van supermarkten, veevoer- en melkfabrieken en banken probeerden af te leggen. Overgingen op kringloop, biologisch, geheel of gedeeltelijk. Zelf veevoer verbouwen. Geen of minder krachtvoer, medicijnen, kunstmest en bestrijdingsmiddelen gingen gebruiken.
Want – de tweede tip – het effect van substantieel minder boerenbedrijven is niet alleen gunstig voor de reductie van stikstof (ammoniak, salpeterzuur en fijnstof), maar eveneens voor de reductie van fosfaat, pesticiden en ander gif. Er komen minder medicijnen in het grondwater.
Dit alles leidt tot minder afbraak van biodiversiteit en misschien wel tot enig herstel. De omgeving knapt er ook in esthetisch opzicht van op door minder woestijnen van ‘grasvalt’ en lelijke maisvelden voor de kippenexport en minder verrommeling van het landschap.
Minder last ook van droogte door een hogere grondwaterstand en daarmee minder huizen die verzakken, waardoor we niet allemaal onder Groningse toestanden gaan lijden.
Minder energieverbruik door boerenbedrijven via verlichting, ventilatie, koeling, verwarming en materieel.
Minder dieren die bij stalbranden omkomen of bij ziekten moeten geruimd.
In het algemeen minder dierenleed, vooral in de slachterijen, waar ook mensen worden uitgebuit.
Minder transporten van veevoer – krachtvoer – en agrarische ‘producten’ en minder nieuwe wegen die daarvoor moeten aangelegd.
Minder distributiecentra en fabrieken voor veevoer en kunstmest.
Minder regenwouden kappen voor Nederlands veevoeder, minder vervoer met sterk vervuilende schepen.
Minder ecomodernistisch afdromen uit Wageningen over toekomsttechnologieën die alle problemen zullen oplossen.Minder mest, dus minder fraude en minder lobbyen in Brussel, waardoor mede ons land in de EU een beter imago krijgt.
Dat is toch een situatie voor de Tweede Kamer om de vingers bij af te likken?
Hoor ik u over negatieve effecten op banen en bbp? De agro-industrie zorgt voor 2% van onze werkgelegenheid en respectievelijk 1,4% van ons bbp, maar is verantwoordelijk voor 45% van de landelijke stikstofuitstoot. Tel uit je winst.
Geef de subsidies voortaan alleen aan de boeren die willen veranderen. En geen lucratieve uitkoopprocedures, maar onteigenen tegen een redelijk bedrag.