Terwijl het Nederlandse parlement gisteren debatteerde over de ratificatie van de Canada-European Union Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA), onthullen nieuwe documenten dat Canadese toezichthouders de overeenkomst hebben gebruikt om de Europese regelgeving voor voedselveiligheid te verzwakken. De onwetendheid bij voorstanders van CETA in het parlement en bij de regeringspartijen is stuitend – maar we weten inmiddels dat met domme kamerleden er domme besluiten worden genomen. Een artikel over waarom CETA een gedrocht is dat ons land veel geld en soevereiniteit kan kosten.
In het verleden heeft het idee van een handelsovereenkomst met de VS mensen achterdochtig gemaakt. En terecht. De “target-list” van de Amerikaanse onderhandelaars bij TTIP omvatt immers (onder andere) méér hormonen in ons vlees. En Amerikaanse functionarissen zijn destijds ook zeer duidelijk geweest – ze wilden heel graag toegang tot de Europese zorg ten behoeve van de Amerikaanse multinationals – een regeling die diverse regeringen in de EU toen weigerden uit te sluiten van het verdrag.
Dit is één van de redenen waarom TTIP, de inmiddels dode deal tussen de EU en de VS, zo veel mensen in heel Europa kwaad heeft gemaakt. Het is dus niet verwonderlijk dat de inspanningen van de Europese Unie om een vergelijkbare bilaterale deal te sluiten met Canada ook op veel weerstant stuit.
In maart 2009 zijn de onderhandelingen over de Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA) tussen Canada en zijn op één na grootste economische partner, de Europese Unie, formeel van start gegaan. De in Toronto gevestigde lobbygroep, de Canada Europe Roundtable for Business, ondersteund door 60 Europese en Canadese bedrijfsleiders, had op deze deal aangedrongen, waarvoor de meest fanatieke supporters in Europa Sarkozy in Frankrijk en Merkel in Duitsland waren – inderdaad: de twee regeringsleiders die het ten gronde richten van het Europese continent als beleid voer(d)en. De overeenkomst werd ondertekend in september 2014 en bevindt zich momenteel in het EU-ratificatie stadium.
Veel landen hebben inmiddels CETA, de handelsovereenkomst tussen de EU en Canada, bijgenaamd “TTIP’s kleine tweelingzus”, geratificeerd. In vergelijking met de controverse rond TTIP was er weinig media-aandacht voor CETA. Hoewel sommige journalisten begrijpen waarom we misschien op onze hoede zijn om een deal met Canada te sluiten, denken veel mensen dat een deal met Canada niet zo nieuwswaardig is. Immers, om maar de schjinargumenten van Sigrid Kaag en Rob Jetten, beiden D’66, er maar even bij te halen: zij hebben ons in de Tweede Wereldoorlog toch bevrijd?
Dat wij onze vrijheid mede te danken hebben aan (Sovjet) Rusland, maar daar dan wel sancties tegenover zetten, vertellen zij er niet bij.
CETA niet alleen maar een handelsovereenkomst. Het is eigenlijk helemaal niet het belangrijkste punt om van tarieven en quota af te komen.
Immers, als deze deal ècht alleen maar ging over het ruilen van tariefvrije ahornsiroop voor goudse kaas, zou er weinig controverse zijn. Maar dat is het niet. Het gaat om empowerment van bedrijven, het ondermijnen van verstandige regelgeving en het vergrendelen van privatisering.
Misschien wel het gevaarlijkst van allemaal zijn de zogenaamde “stand-still” en “ratchet” clausules in de overeenkomst. Simpel gezegd, deze clausules binden beide partijen om de niveaus van marktliberalisatie op zijn minst te handhaven waar ze waren ten tijde van de overeenkomst en om toekomstige privatisering in een bepaalde sector te blokkeren.
Voor diensten zoals de gezondheidszorg zijn de gevolgen hiervan niet moeilijk voor te stellen. Toekomstige regeringen zullen door het verdrag worden verhinderd de privatisering van de gezondheidszorg zo nodig of indien gewenst terug te draaien. Evenzo zou elke poging om bijvoorbeeld energiemaatschappijen of de spoorwegen te re-nationaliseren, door CETA kunnen worden tenietgedaan.
Dus of er nu Mark Rutte, Sigrid Kaag of zelfs Thierry Baudet in het torentje zit, de Nederlandse regering is dan met handen en voeten gebonden aan de privatiseringsniveaus van (openbare) diensten.
En dan zijn er de “corporate courts”, de zakelijke rechtbanken. Dit is wat CETA zijn tanden geeft. Deze “rechtbanken” staan bedrijven toe om overheden aan te klagen voor elke overheidsactie die hun “legitieme verwachtingen” schendt. Dit heeft geleid tot gevallen zoals die waarin Vattenfall Duitsland dwong om terug te komen op haar eisen dat Vattenfall’s kolencentrale moest voldoen aan strengere normen voor vervuiling.
De vrees dat CETA meer gevallen als deze zou betekenen, dwongen de onderhandelaars enkele jaren geleden zich terug te trekken naar de tekentafel en aan de slag te gaan met de clausule inzake geschillenbeslechting door investeerders (Investor State Dispute Settlement – ISDS)) in de oorspronkelijke versie van de deal. Maar in plaats van ISDS uit de deal te halen, werd in plaats daarvan haastig een aangepaste versie ingevoegd. Het Investor Court-systeem (of “ISDS-lite” zoals sommigen het hebben genoemd) is een bescheiden verbetering ten opzichte van de “klassieke” versie van zakelijke rechtbanken. Met ISDS was er weinig of geen transparantie en werden zaken beslist door een ad-hocpanel van bedrijfsjuristen die, per uur betaald, een gevestigd belang hadden om meer zaken aan te moedigen door voor ondernemingen gunstige uitspraken te doen.
Het nieuwe systeem is op dat punt wat aangepast. Er zal een panel van rechters worden benoemd voor vaste termijnen, met naar men beweert meer transparantie en een “in beroep”-mechanisme. (Dit systeem kan buiten CETA worden uitgebreid om een permanent Multilateral Investment Court te worden). Maar in de kern is het hetzelfde. Een speciale rechtbank voor bedrijven die regeringen ervan zal weerhouden zelfs maar te denken aan het goedkeuren van regelgeving die tot een rechtszaak zou kunnen leiden.
Ook al is dit overweldigend in het algemeen belang.
De meeste onderdelen van CETA zijn voorlopig van kracht sinds september 2017. De werkgroepvergadering in Ottawa maakte deel uit van een hele reeks geheime comités die moesten onderzoeken of CETA verenigbaar is met bestaande nationale wetgeving, waardoor handelsbelemmeringen en verschillen in regelgeving konden worden weggenomen. Leden van de groep mochten de verdragstekst wijzigen of bindende aanbevelingen doen aan regeringen over het wijzigen van wetgeving – waardoor wetgevers in de Europese Unie (EU) gedwongen werden hun wetten dienovereenkomstig aan te passen. De omvang van macht de die deze geheime commissies uitoefenen is problematisch, vond politicoloog Thomas Köller van de Fachhochschule in Dortmund: “Als deze werkgroepen een beperkter mandaat zouden hebben gehad, zou dat niet noodzakelijk een probleem zijn geweest. Maar de wijzigingen die deze commissies in de CETA-tekst mochten aanbrengen, zijn in feite zeer ingrijpend en tegelijkertijd bindend, dus nemen ze de rol van wetgever over. Een rol die moet blijven voorbestemd voor gekozen vertegenwoordigers in een parlementaire democratie.”
D’66 is het daar kennelijk niet mee eens.
Gaandeweg de onderhandelingen had de Europese Commissie op haar website samenvattingen van de vergaderingen van commissies gepubliceerd. Maar de exacte notulen werden geheim gehouden. Deze werkgroepen vormden een belangrijk onderdeel van CETA, en wat zorgwekkend is, is dat vergaderingen achter gesloten deuren plaatsvonden en dat we er nooit achter komen wat er precies is besproken. Niets weerhoudt diplomaten ervan om nauw samen te werken met dezelfde industrieën die zij geacht worden te reguleren – en hoe weten we zeker dat er nooit wat onder tafel door gegeven is?
CETA is ook een van de weinige handelsovereenkomsten die werken volgens een zogenaamd “negatieve lijst”-principe. Dit betekent dat in plaats van proactief sectoren die in de deal zijn opgenomen, op te nemen, de partijen moeten aangeven welke sectoren niet zijn opgenomen.
Dit lijkt misschien geen enorm verschil, maar het kan grote gevolgen hebben in de toekomst – voor sectoren en industrieën die nog niet zijn uitgevonden. Als we bijvoorbeeld in de jaren tachtig zo’n handelsovereenkomst hadden gesloten, zou een groot deel van de moderne technologische industrie en de online economie nu automatisch worden opgenomen.
Dit is allemaal bijzonder zorgwekkend. Maar het wordt nog erger. Een veel voorkomende veronderstelling over CETA is dat de schade veroorzaakt door een deal met Canada beperkt zal zijn, in vergelijking met vergelijkbare deals met de VS. Maar die veronderstelling kan verkeerd zijn: veel Amerikaanse bedrijven zijn substantieel genoeg aanwezig in Canada en weten dat CETA een achterdeur voor hen zou kunnen worden om “zakelijke rechtbanken” te gebruiken om willekeurig welk land binnen de EU dan ook voor de rechter te slepen.
Vergis u niet: dat “verdragwinkelen” is van alle tijden en het gebeurt inderdaad altijd. De Russische oliemaatschappij Yukos gebruikte bijvoorbeeld zijn registratie op het eiland Man om gebruik te maken van ISDS-bepalingen.
Andere bedrijven zouden het voorbeeld van Yukos kunnen volgen en hun aanwezigheid in EU-belastingparadijzen (hoi Mark!) kunnen gebruiken om ISDS-bepalingen te exploiteren. Canada heeft in het verleden ook te maken gehad met enkele gruwelijke ISDS-zaken. Toen de regering van Quebec bijvoorbeeld besloot een moratorium op fracking in te stellen, sleepte Lone Pine Resources Canada voor een hof van arbitrage.
ISDS is ook beschreven als een duidelijke bedreiging voor alle maatregelen om de klimaatverandering aan te pakken. De broeikasgasemissies van teerzandolie in Canada zijn 23 procent hoger dan die van conventionele olie. Aangezien CETA de transatlantische energiehandel zal liberaliseren, zal dit leiden tot een toename van de productie van teerzandolie voor de Europese markt. Elke regering die de stroom teerzandolie probeert te beperken (als hun reactie op de opwarming van de aarde) kan te maken krijgen met een ISDS-claim van een oliebedrijf.
Als onderdeel van de onderhandelingen met de Canadezen zochten EU-afgevaardigden naar erkenning van Europese geografische aanduidingen (geographical indications – GI) zoals fêta-kaas of vleeswaren. Melkveehouders in Canada waren bang dat de EU-eisen zouden verhinderen dat ze bepaalde namen voor kaas zouden gebruiken. Uiteindelijk erkende de overeenkomst 173 Europese geografische aanduidingen, exclusief wijnen en gedistilleerde dranken.
De impact van CETA op boeren in het algemeen is van bijzonder belang. Transnationale zaadbedrijven zullen nieuwe handhavingsbevoegdheden krijgen om hun controle over zaden te behouden. Erger nog, de overeenkomst zal de rechten van boeren om zaden te bewaren, opnieuw te gebruiken en te verkopen bijna volledig elimineren (de Monsanto-werkwijze; hierover hebben wij eerer uitvoerig geschreven). Bovendien zal de afschaffing van de tarieven voor landbouwproducten leiden tot inkomstenderving voor boeren en komt het alleen grote exporterende landbouwbedrijven ten goede.
En dan hebben we nog het dierenwelzijn en de vleesindustrie. Toonaangevende bedrijven van de Canadese vleesindustrie voeren al jaren actief campagne voor acceptatie voor groeihormonen en een eenvoudiger regime voor antibiotica in hun land.
Canadese dierenwelzijnspraktijken zijn gebaseerd op wetgeving die dateert uit 1892 en hier, met uitzondering van Quebec, worden dieren behandeld als goederen in plaats van bewuste wezens. Onderzoekers ontdekten in Canada (net als in de EU overigens) gevallen van ongewenste kuikens die levend worden vermalen, met een vergelijkbare behandeling voor hennen die enkele seconden duren. Dieren kunnen 52 uur lang zonder water of voedsel in Canada worden vervoerd, vergeleken met 14 uur in de EU.
Verder is Canada ’s werelds op twee na grootste producent van genetisch gemodificeerde gewassen en breidt biotech zich uit tot appels en genetisch gemodificeerde zalm. Hoofdstuk 25.1 van CETA bevat een expliciete verbintenis om de regelgeving voor biotechnologie te verminderen. Artikel 2.2 van hoofdstuk 25 bevordert de goedkeuring van “….efficiënte biotech-producten, gebaseerd op wetenschappelijke gegevens.” Dit, in combinatie met een toezegging van de EU om Canadese voorstellen voor (GM) koolzaad te versnellen, voorspelt niet veel goeds voor een duurzame toekomst.
Tussen haakjes: ieder jaar wordt er in de EU 350.000 ton pesticiden verkocht – met toestemming van Brussel. Krijgt u een idee wat u allemaal op uw bord kunt verwachten.
Canada heeft de onderhandelingen met de EU (tot op de dag van vandaag) met het mes op tafel gevoerd. Zo heeft het land de EU-voorschriften voor gewasbehandelingen al 21 keer betwist bij de Wereldhandelsorganisatie, naast de langdurige ontevredenheid over het Europese verbod op het gebruik van hormonen bij de productie van rundvlees en varkensvlees. CETA biedt geen bescherming voor Europese regelgeving, maar zit vol met mechanismen zoals ICS, gelijkwaardigheid en samenwerking op regelgevingsgebied, die allemaal de macht van lobbyisten voor transnationale bedrijfslandbouw zullen versterken.
Het hoofdstuk “Grensoverschrijdende handel in diensten” liberaliseert arbeidsmobiliteit. Tijdelijke werkvergunningen kunnen worden afgegeven aan werknemers in bepaalde beroepen uit het ondertekenende land die op het grondgebied van de andere partij willen werken. Op termijn betekent dit minder vaste banen, omdat de trend naar tijdelijk contractwerk zal toenemen en het zal leiden tot lagere lonen, veroorzaakt door meer werknemers die strijden om dezelfde banen.
Bovendien institutionaliseert CETA de convergentie van de regelgeving tussen de partijen, hetgeen toekomstige samenwerking impliceert bij alle voorschriften voor de handel in goederen en diensten. Een gemengd comité en het Forum voor samenwerking op het gebied van regelgeving (Regulatory Cooperation Forum) zijn bedoeld om de harmonisatie, de wederzijdse erkenning of de conformiteitsbeoordeling van voorschriften aan beide zijden, al dan niet aanwezig, aan te pakken om verschillen die de handel belemmeren, op te heffen. Dit mechanisme zou het recht van staten om te reguleren en uitgebreide regulerende macht verlenen aan belanghebbenden (d.w.z. bedrijven) die bij het proces betrokken zijn, inperken. Verder ontbreekt het voorzorgsbeginsel, een kernelement van het Europese regelgevingsbeleid, vrijwel geheel in CETA.
In het televisieprogramma Radar is aandacht besteed aan CETA, en daarin werden (geheime) documenten getoond van de eerste vergadering van het CETA Sanitary and Phytosanitary Committee, gehouden in Ottawa op 27 en 28 maart 2018. Dit is een van de vele zogenaamde “egulatory cooperation committees”, samenwerkingscomités die zijn ontworpen om regelgeving te bespreken die van invloed is op de bilaterale handel tussen Canada en de EU.
Uit deze documenten blijkt dat Canada veel Europese voorschriften heeft aangevochten, waaronder wetgeving voor dieren en planten, voorschriften voor bepaalde pesticiden en herbiciden en het voorzorgsbeginsel. Het voorzorgsbeginsel ligt ten grondslag aan belangrijke Europese wetgeving inzake voedsel, chemicaliën en pesticiden en vereist dat de lidstaten preventieve maatregelen nemen wanneer er een risico is voor de volksgezondheid en de biodiversiteit. De documenten laten zien dat Canadese regelgevers niet alleen tegen de EU-aanpak zijn, maar ook van EU-regelgevers de toezegging krijgen dat de EU haar aanpak uiteindelijk zal veranderen.
Op veel punten in de documenten lijken de Canadese toezichthouders subtiel te dreigen de EU naar de Wereldhandelsorganisatie te slepen. In reactie daarop verzekeren de EU-toezichthouders de Canadese toezichthouders dat de wetgeving zal veranderen of dat Canada de gelegenheid zal krijgen om deel te nemen aan het wetgevingsproces van de EU.
Uit de documenten blijkt ook dat Canada succesvol is geweest in het veranderen van minimale residugehalten voor pesticiden en herbiciden. In enkele gevallen waarbij dimethoaat en glyfosaat (een door veel Canadese boeren gebruikt voor mensen schadelijk bestrijdingsmiddel van de gifmengers van Bayer-Monsanto) betrokken zijn, is het CETA-comité het niet alleen eens met Canada, maar besluit het ook een voorlichtingscampagne op te zetten om de EU-voorschriften en die van de lidstaten te wijzigen. “We zouden de hogere voedselveiligheidsvoorschriften van Europa moeten aannemen, niet vernietigen,” zei Sujata Dey, Trade Campaigner voor de Raad van Canadezen. “Deze documenten laten zien hoe Canada de Amerikaanse belangen van Trump ondersteunt en zinvolle Europese wetgeving aanvalt die de gezondheid van mensen, dieren en het milieu beschermt.”
De documenten onthullen gevallen waarin de Canadese toezichthouders weigeren de vragen van Europese toezichthouders te bespreken. In deze gevallen verklaren Canadese toezichthouders dat ze vanwege het belang van de Amerikaanse markt moeten kiezen om te harmoniseren met de VS in plaats van met Europa. In Europa, waar het CETA-debat volop woedt, zei Foodwatch Nederland dat mensen de hype over de overeenkomst niet moeten geloven. “Het is belangrijk dat Nederlandse en Europese politici kennis nemen van deze documenten, omdat het CETA-verkooppraatje niet aan de realiteit voldoet”, zegt Nicole van Gamert, Nederlands directeur van Foodwatch. “We kregen keer op keer te horen dat CETA en zijn regelgevende comités onze gezondheid en het milieu niet zouden schaden. Ons werd verteld dat het voorzorgsbeginsel zou worden vastgelegd en dat het onaantastbaar was. Maar vanaf de eerste vergadering van slechts een van de vele commissies lijkt dit niet waar te zijn. CETA is een gevaarlijke deal voor de Europese voedselveiligheid.”
Op één punt zijn we het niet eens met Van Gemert: van onze politici hoeven we niets te verwachten. Sigrid Kaag heeft gezegd dat de Radar-uitzending onjuiste informatie heeft gegeven, en beweert nog steeds glashard dat het een goede deal voor de EU is.
De documenten genoemd in het Radar-consumentenprogramma, het rapport (PDF) en de niet-openbaar gemaakte documenten (PDF) zijn hier beschikbaar. De belangrijkste punten van de documenten vindt u hier (PDF).