Sinds 2016 zijn socialemediagiganten in toenemende mate betrokken bij censuur onder het mom van het voorkómen van de verspreiding van “verkeerde informatie”, terwijl steeds vaker valse feitencontroles worden toegevoegd en artikelen worden verwijderd die zijn gemarkeerd, zonder uitleg. Vooral sinds het begin van de coronacrisis is het censureren van mensen en informatie heel groot geworden. De vraag rijst: wie delen er nu de lakens uit: Big Tech of de democratisch gekozenen?
Toen George Orwells profetische boek “1984” in 1949 werd gepubliceerd, kon zelfs hij niet weten wat voor visionair hij was. Een roman over een dystopische toekomst met een alwetende, alziende, almachtige centrale regering, zoiets zou nooit kunnen gebeuren in de Verenigde Staten of in een van Europa’s liberale democratieën die de burgerrechten beschermen….. toch?
Zeker wel! Hoewel Orwells datum – 1984 – misschien een beetje voorbarig was, scheelt het niet veel. Niet lang daarna, binnen een decennium, zou de wereld het internet omarmen, dat vervolgens zou worden beheerst en overgenomen door een handvol “grote tech”-bedrijven die alles over iedereen te weten kwamen en die informatie gebruikten om winst te maken en macht te consolideren. En er gestaag aan werkte in de gunst te komen bij autoritairen in regeringen wereldwijd, van wie velen nu hun masker hebben laten vallen tijdens de COVID-19-pandemie.
Vóórtdurende lockdowns, sluiting van bedrijven, ontslagen en het beteugelen van grondwettelijke vrijheden hebben vrijwel allemaal met weinig weerstand plaatsgevonden, van ons burgers, afgezien van een protest hier en daar. En daarom gebruiken de elites in de politiek en de high-tech, die ons beter kennen dan wij onszelf kennen en die nu vrijwel elk aspect van ons leven beheersen, hun macht op de meest autoritaire manier.
“In een corporatistisch regeringssysteem, waarin er geen betekenisvolle scheiding is tussen bedrijfsmacht en staatsmacht, is bedrijfscensuur staatscensuur”, schreef de hedendaagse visionair en libertair Caitlin Johnstone in augustus 2018. Zij was zich toen al bewust van de onheilige allianties die werden gevormd tussen de grote techneuten en regeringen en die de basis legden voor tirannie in de niet al te verre toekomst. Het enige wat ze misten, was een triggergebeurtenis.
De Chinese communistische regering gaf ze er één. Johnstone schreef: “Vorig jaar kregen vertegenwoordigers van Facebook, Twitter en Google in de Amerikaanse Senaat de instructie dat het hun verantwoordelijkheid is om “informatieopstanden de kop in te drukken” en een “missieverklaring” aan te nemen waarin zij hun toewijding tot uitdrukking brengen om “het aanwakkeren van onenigheid te voorkómen”.
“Burgeroorlogen beginnen niet met geweerschoten, ze beginnen met woorden”, kregen de vertegenwoordigers te horen. “De oorlog van Amerika met zichzelf is al begonnen. We moeten nu allemaal actie ondernemen op het slagveld van sociale media om informatie-opstanden te onderdrukken die snel tot gewelddadige confrontaties kunnen leiden en ons gemakkelijk kunnen transformeren in de Verdeelde Staten van Amerika.”
In die tijd waren de grote technologieplatforms al begonnen “afwijkende” stemmen het zwijgen op te leggen, een praktijk die de afgelopen jaren alleen maar is versneld en zich uitstrekte tot een voormalige president van de Verenigde Staten, wat voor eens en voor altijd bewees wie er echt de touwtjes in handen heeft met de informatiestroom. Tegenwoordig gebruiken deze zelfde tirannen (we kunnen ze niet anders noemen) nu het excuus om “desinformatie te onderdrukken” om de stroom verder te beheersen, een einde te maken aan alle afwijkende meningen en Amerika en de rest van de wereld te transformeren in een onvoorwaardelijke samenleving van propagandazoekende en -kwekende bots.
We zien dit ook spelen met de uitrol van de COVID-19-vaccins. Reuters meldde dat het Biden-regime contact heeft opgenomen met grote technologiebedrijven, waaronder Facebook, Twitter en Google van Alphabet Inc, om erop te staan dat de platforms de “verkeerde informatie over COVID” aanpakken. “President Joe Biden, die zich heeft ingespannen om de pandemie te beteugelen sinds zijn aantreden, heeft het inenten van Amerikanen tot één van zijn topprioriteiten gemaakt en zijn beleid hieromtrent “een oorlogsinspanning” van de huidige regering genoemd.
“Desinformatie die terughoudendheid met vaccins veroorzaakt, zal een enorm obstakel zijn om iedereen te laten vaccineren en er zijn geen grotere spelers in dan de sociale mediaplatforms”, vertelde een bron van de Biden-administratie aan Reuters. U wordt dus geacht het vaccin te nemen als u ook maar iets van een leven terug wilt, en als u over de veiligheid vragen heeft wordt u geacht die niet te stellen.
Kunstmatige intelligentie (AI) is al decennia lang het onderwerp van sci-fi-nachtmerries, maar onder het bewind van Big Tech kunnen die nachtmerries binnenkort realiteit worden. Naarmate AI-technologie geavanceerder wordt, wordt de dreiging van een totale overname door (aangestuurde) robots groter – en de technische industrie is perfect klaar om te profiteren van de kracht van AI. Censuur door middel van een algoritme zou op dit moment een groot moreel dilemma voor Big Tech moeten zijn, maar in plaats daarvan racen deze op maximale winst en macht beluste ondernemingen naar sterkere, verdergaande onderdrukkingstactieken. Dit is slecht nieuws voor iedereen die in vrijheid gelooft.
Het recht van vrijheid van meningsuiting wordt verondersteld verankerd te zijn in de grondwet. De opkomst van sociale media heeft de manier waarop mensen communiceren over de hele linie drastisch veranderd, maar de mate waarin we ons recht op vrije meningsuiting behouden, heeft geen gelijke tred gehouden. De technologie-industrie blijven toestaan om gedachtepolitie te spelen, vormt een bedreiging voor de belangrijkste vrijheid die we hebben: de vrijheid om onafhankelijk te denken. Hoewel voorstanders van censuur de massa snel verzekeren dat hun acties voor het goede zijn bedoeld, is de waarheid dat AI gemakkelijk kan worden gecorrumpeerd en gebruikt voor het onderdrukken van vrije gedachten.
Onderzoekers van de University of California in Berkeley zijn bezig met het ontwikkelen van een tool die kunstmatige intelligentie gebruikt om “haatzaaiende uitlatingen” op sociale media te identificeren. De wetenschappers hopen dat hun ontwikkeling “succesvoller” zal zijn dan de menselijke censuur die wordt gebruikt om zogenaamde hatelijke inhoud online te identificeren. Wat echter hatelijke inhoud is, is waar controverse begint te ontstaan. Het lijdt geen twijfel dat er duidelijke gevallen zijn waarin mensen andere gebruikers online misbruiken of hatelijk bejegenen, en in die gevallen is actie waarschijnlijk gerechtvaardigd. Maar de liberalen van Silicon Valley stoppen niet alleen hun censuur bij daadwerkelijke gevallen van haat en misbruik, en breiden in plaats daarvan “haatzaaiende uitingen” uit met alle uitspraken die ze gewoonweg niet leuk vinden, of die niet in het politieke plaatje passen.
Het delen van een andere politieke overtuiging zou niet hetzelfde moeten zijn als haatzaaiende uitlatingen, maar conservatieven worden massaal uit de sociale mediaplatforms verdreven omdat ze kritisch tegenover diverse onderwerpen staan. Maar wat gaat er gebeuren als Big Tech hun censuur naar een hoger niveau tilt?
De rol van Big Tech bij de vrijheid van meningsuiting kan eenvoudigweg niet worden genegeerd, want we zien steeds vaker dat particuliere bedrijven en sociale mediaplatforms opzettelijk elke verplichting schuwen om de grondwet na te leven – en dit is niet per ongeluk, maar met opzet. Wat ook niet echt helpt is dat regeringen hun verantwoordelijkheid ontlopen door de bescherming van de vrijheid van meningsuiting over te laten aan een particuliere sector – en niet zo maar een scetor maar een industrietak die sterke politieke banden heeft. In dit nieuwe tijdperk van wereldwijde online censuur zullen harde oproepen moeten worden gedaan tussen vrijheid van meningsuiting en online veiligheid, en gekozen functionarissen – géén ondoorzichtige technologiebedrijven – moeten degenen zijn die moeten beoordelen welke inhoud de grens overschrijdt. Als je het internet gaat censureren, kun je er maar beter voor zorgen dat degenen die dat doen verantwoording afleggen aan de kiezers.
Het zijn niet alleen Google, Facebook en Twitter die het internet zwaar censureren – daar zullen we het zo over hebben. Ook andere diensten begeven zich op dat hellende vlak. Zo heeft tegenwoordig muziekstreamingdienst Spotify als beleid dat het nummers verwijdert omdat ze zogenaamd de regels over COVID-19 schenden. Dit kwam aan het licht nadat zij een nummer van de Britse zanger Ian Brown had verwijderd. Brown wendde zich op 13 maart aan Twitter om aan te kondigen dat zijn nummer “Little Seed Big Tree”, dat vorig jaar september werd uitgebracht, van het platform was verwijderd. “Spotify streamt de streams en censureert artiesten zoals ze hebben gedaan met mijn laatste nummer “Took it down” door dat in het vergeetboek te plaatsen! Gratis expressie als revolutie,” schreef Brown.
Spotify beweerde dat het het nummer had verwijderd wegens schending van het beleid over desinformatie.
Brown is een uitgesproken criticus van verschillende beperkingen die zijn opgelegd naar aanleiding van de COVID-19-pandemie, waaronder lockdowns, mondkapjesmandaten en vaccinpaspoorten. Hij twitterde een maand na de release van het nummer: “No lockdown no tests no tracks no masks no vax.” De voormalige leider van Stone Roses weigerde afgelopen september ook om op het muziekfestival Neighborhood Weekender in Groot-Brittannië te spelen omdat het festival een bewijs van vaccinatie vereiste als voorwaarde voor deelname. Hij verklaarde eerder dat hij nooit zou optreden op een locatie die om vaccinatiepaspoorten vraagt.
Te midden van toenemende controverse, claims en tegenclaims met betrekking tot de veiligheid van COVID-19-vaccins, heeft Facebook plannen aangekondigd om labels met informatie van de door Bill Gates medegefinancierde Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) toe te voegen aan alle berichten over dit onderwerp. De stap valt samen met het feit dat meerdere Europese landen het gebruik van het AstraZeneca COVID-19-vaccin hadden opgeschort na meldingen van ernstige bloedstolsels. Die bijwerkingen – tussen haakjes – hadden volgens medici en de autoriteiten niets te maken met het vaccin, maar in ons land weet men nu wel hoe die bijwerkingen behandeld moeten worden (?). Met 2 miljoen pagina’s met sociale media-inhoud die al van Facebook en Instagram zijn verwijderd sinds hun lijst met verboden claims vorige maand werd uitgebreid, is het nieuwe beleid schijnbaar in strijd met de missie van het bedrijf om mensen in staat te stellen “te delen en uit te drukken wat belangrijk voor hen is.”
Facebook zegt ook dat het de distributie van inhoud van gebruikers die zijn beleid inzake COVID-19 en vaccins schenden, of die herhaaldelijk inhoud delen die als “vals” is gemarkeerd door het zogenaamde “feitencontrolesysteem”, zal verminderen – ofwel: er wordt dan een banvloek uitgesproken. De factcheck-bots van de site werken met personen die zijn gecertificeerd door het International Fact-Checking Network, een fraaie naam voor een onderdeel van het Poynter Institute for Media Studies. Juist het Poynter Institute heeft eerder financiering ontvangen van de Bill & Melinda Gates Foundation, zogenaamd om de nauwkeurigheid van claims met betrekking tot wereldwijde gezondheid en ontwikkeling in wereldwijde media te verbeteren. De belangrijkste financiers zijn momenteel Facebook zelf, het Google News Initiative en de door George Soros gefinancierde “Foundation to Promote Open Society“. Hoewel het Poynter Institute beweert voorstander te zijn van “vrijheid van meningsuiting” is het in het tijdperk van COVID-19 misschien wel één van de grootste censors op internet van dit mensenrecht aan het worden.
Op internet is er veel discussie over de vraag of het toenemende gebruik van censuur ertoe zou kunnen leiden dat meer mensen Facebook en Google gaan verlaten. Hoewel er zeker genoeg alternatieve sociale mediasites en zoekmachines zijn om uit te kiezen, zal het niet eenvoudig zijn om de wurggreep van Amerika’s “tech titans” te doorbreken. Begin februari 2021 waren Facebook, Amazon, Apple, Netflix en Alphabet (de houdstermaatschappij van Google) samen 6,1 biljoen dollar waard – een bedrag dat overeenkomt met ongeveer 18 procent van de volledige Amerikaanse aandelenindex S&P 500. Speciale belangen hebben in die ondernemingen veel geld gestoken om de voortdurende economische dominantie daarvan te waarborgen.
De laatste trend is dat Big Tech en hun gedienstige virusdeskundigen artsen met tegengestelde opvattingen het zwijgen opleggen in een poging het wetenschappelijke debat te stoppen, meldde de Wall Street Journal. De reactie van de WSJ-redactie kwam doordat Facebook specifiek een opinie van de krant in februari als misleidend had gelabeld.
Het volgende was er gebeurd. Op 19 februari plaatste de WSJ een opiniestuk van Dr. Martin Makary, een Johns Hopkins-chirurg en professor en tevens hoofdmedisch adviseur van Sesame Care, een direct-to-patient-gezondheidszorgbedrijf. In zijn stuk “We zullen tegen april groeps-immuniteit hebben” schreef Makary dat op basis van studies en wetenschappelijk bewijs Amerikanen in het vroege voorjaar voldoende immuniteit tegen vaccinatie en natuurlijke infectie zouden hebben om de verspreiding van COVID sterk te verminderen.
Facebook voegde het label “Ontbrekende context. Onafhankelijke factcheckers zeggen dat deze informatie mensen kan misleiden” toe aan het artikel van Makary. Het Facebook-label was gekoppeld aan hactcheck-website Health Feedback, een lid van het “Vaccine Safety Net” van de Wereldgezondheidsorganisatie, een vaccinproject dat zich richt op het corrigeren van “verkeerde informatie over vaccinveiligheid” op sociale mediaplatformen. Drie Health Feedback-wetenschappers analyseerden het artikel en gaven het een algemene wetenschappelijke geloofwaardigheidsclassificatie van “zeer laag”, waarin staat dat “het misleidende opiniestuk van de Wall Street Journal ongefundeerde beweringen doet dat de VS tegen april 2021 groeps-immuniteit zou hebben.” Volgens Facebook onderneemt zij, zodra iets wordt beoordeeld door een feitencontrolepartner, actie om ervoor te zorgen dat minder mensen de “verkeerde informatie” zien.
De topman van Facebook, Mark Zuckerberg, heeft publiekelijk beweerd dat sociale mediaplatforms niet “de arbiters van de waarheid” zouden moeten zijn. Wat hij er niet bij zegt is dat Zuck zelf samenwerkt met de Amerikaanse regering om ongewenste kritiek op overheidsfunctionarissen en beleid te onderdrukken en te zuiveren.
Misschien is de grootste bedreiging voor de dominantie van Facebook de mogelijkheid dat Amerikaanse toezichthouders het bedrijf opbreken. Eind 2020 hebben de Amerikaanse regering en meer dan 40 staten een antitrustzaak tegen haar aangespannen in een poging deze onderneming op te breken wegens monopolistische praktijken. Een soortgelijke zaak is tegen Google aangespannen, terwijl in een Congresrapport ook wordt aanbevolen om Apple en Amazon uit elkaar te halen.
Dat zal niet gemakkelijk zijn. Het losmaken van Instagram en WhatsApp van Facebook wordt beschreven als een “technische nachtmerrie” die bijvoorbeeld jaren kan duren. De belangen achter Amerika’s “tech titans” hebben diepe zakken – en politici in het Congres ook (maar dan op een andere manier).
In de komende jaren kan online censuur één van de grootste uitdagingen worden voor gemeenschappen en andersdenkenden. Maar zelfs in zijn meest draconische vormen kan censuur nieuwe ideeën niet vernietigen. Censuur is altijd het laatste redmiddel geweest van degenen die de waarheid vrezen.