Het hele sociale systeem van Nederland is keihard en contraproductief, en moet nodig veranderen om de menselijkheid weer terug te krijgen. Wat nodig is, is een systeem waarin iedereen de kosten voor levensonderhoud simpelweg gegarandeerd zijn. Maar ondanks dat de politiek door de toeslagenaffaire langzaam wakker lijkt te worden, is deze omslag nog niet te verwachten.
In het licht van de toeslagenaffaire krijgt in de Nederlandse media nu het volgende bericht eindelijk aandacht: een vrouw in de bijstand wordt een terugvordering en boete opgelegd van potentieel €10.000 euro omdat haar moeder eens in de week boodschappen voor beide deed, en de vrouw dit niet opgegeven had. De gemeente is door de rechtbank in het gelijk gesteld: volgens de participatiewet (een ‘pareltje’ uit de doos van Asscher en Kleinsma), is de vrouw laakbaar.
De politiek lijkt nu door de toeslagenaffaire wakker geschrokken te zijn, en reageert geschokt op het incident. Deze algemene verbazing hierover verbaast mij echter. Dit is niets nieuws, en zoals Joost onder bovenstaande link op deze site al zei, helaas geen uitzondering.
Berichten van de ombudsman en hulporganisaties over de keiharde werking van boetes en terugvorderingen in het systeem van de toeslagen en bijstand zijn niet nieuw. Keer op keer weer worden levens van mensen die het niet breed hebben door de overheid verwoest, door hen een niet terug te betalen schuld op te leggen.
Oorlog tegen de armen
De voornoemde participatiewet en het toeslagensysteem vormen de strop. Met de fraudewet opende de overheid vervolgens de meedogenloze jacht op de burger die afhankelijk van deze regelingen was, door iedere vergissing voortaan als fraude te bestempelen. Daarbij hebben aanhoudende bezuinigingen op de sociale advocatuur het steeds moeilijker gemaakt voor mensen om beslissingen aan te vechten en hun recht te halen, wanneer ze dat volgens de ijskoude wetgeving zelfs nog hadden. Het wordt bovendien burgers steeds moeilijker gemaakt om hulp te krijgen met schuldensanering.
Alles bij elkaar is zo een vermorzelende val opgesteld, die jarenlang burgers financieel in de verdoemenis hielp. Niets wordt ze gegund. Ze worden klemgezet en slaaf gemaakt door ze in de financiële boeien te zetten. Het aantal huishoudens in de problematische schulden is in de afgelopen tien jaar gestegen naar acht procent, en een op de vijf huishoudens heeft risicovolle schulden. En dat in een van de welvarendste landen ter wereld
Het is contraproductief, want doordat mensen geen adem krijgen, verliezen ze hun energie en veerkracht. Financiële problemen leiden tot psychische problemen, gezondheidsproblemen, hogere schooluitval, werkeloosheid, zelfs tot meer criminaliteit.
De toeslagenaffaire wijst uit dat de overheid hierin niet eens haar eigen regels volgde, en dat dit structureel is. Maar dat is nog maar de helft van het verhaal. Dit soort zaken wijzen uit dat ook de regels niet deugen, te hard zijn. En onmenselijk.
Behoefte aan een basisinkomen of negatieve inkomstenbelasting
We moeten naar een tegengesteld systeem: een met een basisinkomen, eventueel in de vorm van een negatieve inkomstenbelasting. Iedereen wordt n’importe quoi een minimum aan inkomen gegarandeerd. Alles daar bovenop staat daar los van. Weg met de zinloze bureaucratie, terug met de menselijkheid.
In een samenleving waarin we sowieso niet accepteren dat mensen omkomen van de honger of hun energierekening niet kunnen betalen, is het totaal zinloos om mensen keihard te gaan controleren op hoe ze tot dat minimumniveau komen. Die garantie hoort er gewoon te zijn, en het is nutteloos en contraproductief daar moeilijk over te doen.
Een dergelijk gegarandeerd bestaansminimum zal niet alleen de mensen zelf helpen, maar ook de hele samenleving laten profiteren – want minder mensen komen in de problematische schulden, en minder mensen worden murw geslagen door het systeem. Daarbij worden grote kosten bespaard op bureaucratie.
Politieke verhoudingen
Het roer moet om, maar gezien de electorale stemming in Nederland zit dit er niet in te gebeuren. In de peilingen staat de VVD torenhoog in de peilingen. Deze partij heet in de media ‘rode veren’ aangetrokken te hebben, maar in praktijk leidt de notie dat de inkomens- en vooral de vermogensverschillen in Nederland wat te ver uit de bocht zijn gevlogen, tot niet meer dan een voorstel tot lastenverlaging van kleine bedrijven en middeninkomens. Dit is een neoliberaal recept dat de top ongemoeid laat, en de mensen aan de onderkant van de samenleving echt niet gaat helpen. Ook op het gebied van woningnood en de bestrijding van woekerhuren valt er weinig van de VVD te verwachten.
CDA en PvdA hebben zich op hun beurt in het verleden slechte bondgenoten getoond van de mensen die het niet breed hebben: het beleid is in kabinetten tot stand gekomen waarin zij afwisselend of samen de dienst uitmaakten. Het monster van de toeslagen is het product van de kabinetten Balkenende, de participatiewet is zoals gezegd door PvdA bewindslieden opgesteld, evenals de fraudewet. De beloften van deze partijen om goed te zorgen voor het sociaal vangnet zijn de afgelopen twintig jaar vals gebleken.
De SP verzet zich sinds jaar en dag actief tegen het idee van een basisinkomen, en GroenLinks stelt weliswaar in haar programma een negatieve inkomstenbelasting voor, maar dan alleen voor werkenden. Hoe dan ook gunnen deze partijen doorgaans de mensen aan de onderkant van de samenleving wel wat meer ruimte om te ademen. Maar de kans dat zij in een volgende regering komen lijkt gezien de peilingen van het afgelopen jaar bijzonder klein.
Nederland blijft voor mensen die afhankelijk zijn van de overheid waarschijnlijk nog zeker vier jaar een bijzonder guur land.