Ongewenste Europese belasting onderweg. Antiglobalistische financiële transactietaks gereanimeerd dankzij Covid-19
De financiële transactietaks (FTT) van de Europese Commissie is sinds de bekendmaking ervan op 28 september 2011 al meermaals doodverklaard. Het moest een Europese versie van de Tobintaks worden. Om onduidelijke redenen werd deze belasting plots dringend gereanimeerd door de Duitse minister van financiën en diens Portugese collega die momenteel het halfjaarlijkse voorzitterschap van de Europese Raad waarneemt.
Het is een oud zeer dat de Europese Commissie voorstellen die de burgers van bepaalde lidstaten op democratische wijze afschieten, later in andere verpakking er toch door drukt. De ‘Europese Grondwet’ sneuvelde ondanks goedkeurring door de Europese Raad in 2005 na referenda in Frankrijk en Nederland. In 2007 drukte de Europese Raad quasi dezelfde teksten in andere documenten door, zoals het Handvest voor de Grondrechten van de EU, maar de regeringen vermeden dit keer referenda of een parlementair debat ter ratificatie.
Antiglobalistische eis
De Europese FTT blijkt een antiglobalistisch monster van Loch Ness dat er nu in de marge van de coronacrisis spoedig dreigt te komen. Al in 2011 presenteerde de Europese Commissie een ontwerp van een Europese beurstransactiebelasting of financial transaction tax (FTT). Deze demarche van de Commissie volgde op een mislukte poging om een dergelijke belasting in te voeren binnen de schoot van de G20. De zogenaamde Tobin-taks was een antiglobalistische eis om de financiële sector te belasten, die door de toenmalige socialistische Britse premier Gordon Brown tijdens de G20-top in Schotland op tafel werd geworpen.
Tijdens de volgende G20-top in Cannes (november 2011) veegden de andere leiders de antiglobalistische transactiebelasting van tafel. Duitsland dat aanvankelijk voorstander was haakte af en de toenmalige Franse president Nicolas Sarkozy sloeg een mal figuur. Sarkozy zwoer dat hij zou blijven vechten voor een dergelijke belasting. Frankrijk voerde dan maar in 2012 zelf een FTT in. Ondertussen was de Europese Commissie al aan de slag met het Franse idee van een bankentaks in de vorm van een FTT.
Bankenbelasting?
De Europese Commissie dacht meteen aan minimum 0,1 % taks op alle soorten beurstransacties. Vele versies volgden. Op bepaalde aandelen zou het 0,2% taks zijn, althans in de laatste versie van de voorstellen die al dateren van 2019. ‘This would impose a tax of 0.2 percent on the purchase of shares in domestically listed companies with a market capitalization in excess of EUR1bn’. Door de te taxeren financiële instrumenten te beperken tot aandelen in de FTT-zone met een marktkapitalisatie van meer dan één miljard euro zou dit vooral institutionele beleggers raken omdat bij particuliere beleggers dit soort aandelen maar drie procent van het transactievolume uitmaken.
Tenminste dat is de Duitse uitleg om de FTT als een bankenbelasting voor te stellen. De Duitse regering berekende dat de FTT jaarlijks 1,5 miljard euro aan de Duitse staatskas zou bijdragen. Nochtans bestond vanaf het begin veel tegenstand tegen een financiële transactietaks (FTT). Door deze felle tegenstand in bepaalde lidstaten besloot de Europese Commissie op 14 februari 2013 een aangepaste versie van de Europese richtlijn te introduceren waarbij elf lidstaten toestemming kregen om verder te gaan in de zogenaamde enhanced cooperation procedure. Naast België ging het om Duitsland, Estland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Portugal, Slovenië en Slovakije.
Europa van twee snelheden
Het enhanced cooperation mechanism is een procedure waarbij minimaal negen lidstaten van de EU ‘toelating’ krijgen een nauwere integratie of samenwerking binnen de Europese structuren op te zetten. Ze levert een Europese integratie met twee snelheden op. Deze aanpak heeft slechts één doel: het omzeilen van een blokkering door één of meerdere lidstaten die van het Europese initiatief niet willen weten. De procedure heeft echter één beperking, namelijk dat geen bevoegdheden of macht verworven kunnen worden die al niet in de Europese verdragen staan.
De procedure is dus enkel van toepassing op bevoegdheden die de Europese Unie toebedeeld kreeg via verdragen onderschreven en geratificeerd door alle EU-lidstaten. Dit moest voorkomen dat een kleine groep landen een andere richting uitgaat dan die waar iedereen in de EU naartoe wil. De toestemming om die opgevoerde samenwerking of enhanced cooperation te starten komt van de Europese Raad (van regeringsleiders) nadat eerst het initiatief van de Europese Commissie kwam. Alvorens te kunnen starten dient ook het Europees Parlement zijn goedkeuring te geven.
Problematische manier van belasten
In december 2014 volgde een Progress Report. De analyse was destijds dat twee zaken problematisch waren: hoewel een transactietaks op aandelen eenvoudig leek, vormden de afgeleide producten een probleem, net zoals de principes van taxatie. De probleemstelling was of de EU het residence principle (residentieprincipe) of het issuance principle (uitgaveprincipe) zou volgen. Bij het uitgaveprincipe belast de EU de financiële instrumenten (aandelen, obligaties enzovoort) afkomstig uit de deelnemende elf lidstaten immers bij verhandeling en dit zelfs indien de handelaar niet gevestigd blijkt in de FTT-zone. Bij het residentieprincipe belast de overheid enkel de eigen ingezetenen.
Ondertussen trok Estland zich in 2016 terug en bleven amper tien van de zevenentwintig lidstaten over in de toekomstige FTT-zone. De Europese Commissie zag in 2020 een opportuniteit om de FTT tot een EU-belasting te maken die voor eigen inkomsten moet zorgen. De enorm toegenomen meerjarenbegroting en het coronaherstelfonds (Next Generation EU) die er eind 2020 door kwamen, vormen het ideale excuus om de EU eigen inkomsten te geven. EU-belastingen dus.
De tijd is rijp
De Europese Commissie zou momenteel een mechanisme voor de inning uitwerken en wil zich niet beperken tot tien lidstaten die principieel akkoord gaan met een FTT. In Lissabon denkt de tijdelijke voorzitter van de Europese Raad dat de tijd rijp is om de Europese transactiebelasting (FTT) er door te drukken. De Duitse minister van financiën Olaf Scholz (SPD) hoopt plots dat er snel een akkoord komt.
Tax-news.com meldde dat de Duitsers en de Portugezen na Nieuwjaar aan de kar begonnen te trekken. Scholz beweert ondertussen in de Duitse pers dat de Europese ministers van financiën dicht bij een akkoord staan.