De AIVD, onderdeel van het ministerie van Waarheid, bestrijdt niet alleen de bewering dat er een kwaadaardige elite aan de macht is, maar ook de mensen die dat van mening zijn.
“De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) waarschuwt voor de complottheorie dat er in Nederland een kwaadaardige elite aan de macht is. Daar gaat een langetermijndreiging vanuit, staat in het jaarverslag over 2022.”
en ook:
“Volgens de AIVD dragen deze extremisten de boodschap uit dat in Nederland een kwaadaardige elite aan de macht is, die de vijand is van de Nederlandse bevolking. De elite zou gebeurtenissen verzinnen die bedoeld zijn voor steeds verdergaande controle, zoals de coronapandemie, de stikstofcrisis en de oorlog in Oekraïne.”
Ten aanzien van de eerste alinea zouden we kunnen opmerken dat vandaag de dag – gezien de recente verkiezingsuitslag en de stemming onder de burgers – èrg veel Nederlanders ervan overtuigd zijn dat er een elite aan de macht is, een die niet het beste met het Nederlandse volk voor heeft, en dus min of meer kwaadaardig genoemd kan worden. De AIVD ziet daarin een langetermijndreiging, in tegenstelling tot de regering die daarin een kortetermijndreiging ziet.
Als gerechtvaardigde elitekritiek door de staat geframed wordt als gewelddadige complottheorie ben je als AIVD de complottheorie voorbij…. https://t.co/FMuKsP6NaN
— Ewald Engelen (@ewaldeng) April 17, 2023
We lazen afgelopen vrijdag namelijk op de site van het ministerie van justitie en veiligheid al het volgende:
“Het moet makkelijker worden om organisaties aan te pakken die de democratische rechtsstaat of het openbaar gezag ondermijnen. Daarom worden er nieuwe handhavingsinstrumenten toegevoegd aan de Wet transparantie maatschappelijke organisaties (Wtmo). De ministerraad heeft ingestemd met het voorstel van minister van Justitie en Veiligheid Yeşilgöz-Zegerius. Het voorstel om de Wtmo te wijzigen wordt daarna naar de Tweede Kamer gestuurd.”
Dat schijnt de minister van plan te zijn omdat er naar verluidt een brede oproep vanuit de Tweede Kamer is gekomen om extra handhavingsinstrumenten te gebruiken wanneer sprake is van (dreigende) ondermijning van democratische waarden, fundamentele vrijheden of mensenrechten.
Verder verklaart minister Yeşilgöz-Zegerius ook nog het volgende: “Het is belangrijk dat er een stevigere aanpak komt van organisaties die via hun activiteiten onze rechtsstaat ondermijnen. Er is in ons land geen plek voor activiteiten van organisaties, zoals lezingen of activistische toespraken, die als doel hebben leden op te hitsen om de democratie af te schaffen, voor evenementen waarbij discriminatie van bepaalde groepen wordt uitgedragen of voor het uitbrengen van tijdschriften of pamfletten waarin minderheidsgroepen worden verketterd of weggezet. Met nieuwe handhavingsinstrumenten kunnen we de maatschappij hier beter tegen beschermen.”
Deze nota van wijziging zorgt ervoor dat het Openbaar Ministerie de mogelijkheid krijgt om met tussenkomst van de rechter maatregelen te
treffen ten aanzien van organisaties die de Nederlandse democratische rechtsstaat of het openbaar gezag ondermijnen. Het gaat dan om een bevoegdheid voor de rechter tot het opleggen van een bevel tot het onthouden, staken en gestaakt houden van bepaalde gedragingen.
Wij zien in dit voornemen een nieuwe, vergaande stap tot het inperken van de vrijheid van meningsuiting. Nu gaat het nog om “organisaties”, de overheid kennende gaat het straks over personen (individueel of in clubverband – hoewel met enig woordengegoochel dat laatste ook als een organisatie kan worden gekwalificeerd).
Het lijkt wel of de regering hetzelfde pad gaat volgen als die van de VS, waar inmiddels de beruchte “Espionage Act” een nieuwe variant krijgt waarbij de overheid geen verschil meer maakt tussen spionnen en klokkenluiders. Jack Teixeira, een 21-jarig lid van de Massachusetts Air National Guard, is zoals bekend beschuldigd met twee aanklachten op grond van §793 van genoemde spionagewet wegens het onrechtmatig verkrijgen en doorgeven van nationale defensie-informatie. Bovendien werd Teixeira aangeklaagd op grond van een afzonderlijk statuut dat het ongeoorloofd bewaren en communiceren van geheime documenten of materiaal verbiedt. Teixeira zou de bron zijn geweest van een reeks lekken over de Russisch-Oekraïense oorlog en de Amerikaanse spionage van zijn bondgenoten (wat natuurlijk al sinds het afluisteren van de voormalige Duitse bondskanselier Angela Merkel pas goed is opgevallen – en door de EU is genegeerd).
Naar verluidt werden deze lekken aanvankelijk gepost op obscure delen van het internet, maar werden ze opgepikt door The New York Times en andere nieuwsuitzendingen voor een reeks primeurs die (naar wij vermoeden aanvankelijk) in het algemeen belang waren. In eerse instantie vertelden onbekende regeringsfunctionarissen anoniem aan mediabronnen dat de documenten waarschijnlijk het product waren van Russische inlichtingendiensten.
Een reeks artikelen gebaseerd op mensen die beweerden de “dader” te kennen, begonnen echter het tegendeel te beweren. Kort nadat Teixeira door de New York Times en het door de CIA financieel gesteunde Bellingcat was geïdentificeerd als de waarschijnlijke bron van de lekken, werd hij gearresteerd. Teixeira heeft, net als alle criminele beklaagden, een grondwettelijk vermoeden van onschuld. Het is de taak van de overheid om te bewijzen dat hij achter deze lekken zat.
Defending Rights & Dissent vermijdt een haastig oordeel over Teixeira’s schuld of onschuld en zijn mogelijke motivaties, maar vroege berichtgeving door de mainstream media heeft een bepaald beeld van Teixeira geschetst. In plaats van te hopen journalistieke output te produceren, deelde Teixeira volgens meerdere verslagen de informatie met een gesloten Discord-server die zich toelegt op het bespreken van videogames.
Teixeira probeerde naar verluidt de andere leden van het platform te informeren of indruk op hen te maken met het feit dat hij op de hoogte was van geheimen. Veel leden van deze Discord waren tieners die Teixeira leken te bewonderen. Een lid van de Discord plaatste de informatie opnieuw op weer een andere plaats op Discord, waarna het zijn weg vond naar Telegram-kanalen. Op dat moment werden The New York Times en andere journalisten zich bewust van het bestaan ervan. Als Teixeira inderdaad de bron van de lekken is en de vroege verslaggeving darover juist, dan lijkt het erop dat hij noch een spion, noch een klokkenluider is.
Sectie 793 van de spionagewet maakt geen onderscheid tussen degenen die informatie aan de media geven om wangedrag aan de kaak te stellen of een openbaar debat op gang te brengen, iemand die informatie deelt om indruk te maken op vrienden en kennissen, of spionnen. Volgens de spionagewet zijn de bedoeling van de beschuldigde, hun motivaties of de vraag of de openbaarmaking schade heeft veroorzaakt, niet relevant. Als gevolg hiervan is deze overdreven brede wet gebruikt om journalisten, hun bronnen en klokkenluiders het zwijgen op te leggen.
Waar het hier niet over gaat maar wat we toch even willen noemen is dat Teixeira vanwege zijn leeftijd nauwelijks als officier kan zijn afgestudeerd aan een militaire academie, voor zover dat mogelijk zou zijn voor een vrijwillige nationale garde. Aan de andere kant kan hij – alweer vanwege zijn leeftijd – geen hogere rang hebben gehad. Er wordt gezegd dat hij in 2019, toen hij nog maar 18 jaar oud was, toetrad tot de Nationale Garde en een opleiding volgde tot “specialist in cybertransportsystemen” en als zodanig toezicht hield op de communicatie van de troepen. En we moeten geloven dat hij toegangzou hebben gehad tot zeer geheime documenten van het Pentagon en geheime diensten? Heel moeilijk te geloven. In een komend artikel gaan we hier op door.
Maar we hadden het over de Wet transparantie maatschappelijke organisaties (Wtmo) en het voornemen van de Nederlandse regering de vrijheid van meningsuiting verder in te perken (onder het mom van…). Het heeft er alle schijn van dat staatshoofden over de hele wereld, van de VS en Canada tot Groot-Brittannië, Nieuw-Zeeland en ook ons eigen kikkerland, samenwerken om hun politieke tegenstanders te kunnen censureren, dat ze tegen het publiek liegen en de vrijheid van meningsuiting verder aan banden wilen leggen – allemaal in de naam van de strijd tegen “desinformatie”, “extremisme”, “haat” en “ondermijning van de democratie”, om maar een paar schijnargumenten te noemen.
Een paar voorbeelden:
– In de VS stelde de regering van president Joe Biden een “Disinformation Governance Board” voor en werd hij vervolgens betrapt op het onder druk zetten van Facebook om nauwkeurige covid-vaccininformatie te censureren.
– Ook in de VS, vrpeg tijdens een telefonische vergadering over de reddingsoperatie van Silicon Valley Bank, senator Mark Kelly (D-AZ) vertegenwoordigers van de Federal Reserve, het ministerie van Financiën en de Federal Deposit and Insurance Corporation (FDIC) of ze een manier hadden om informatie op sociale netwerken te censureren, om een run op de banken te voorkomen, aldus Republikeinse leden van het Huis van Afgevaardigden die bekend waren met de oproep.
– In Canada financiert premier Justin Trudeau overheidscontractanten om censuur van sociale mediaplatforms te eisen en staat hij op het punt een nieuwe wet aan te nemen die het censureren door de overheid van online meningen zou uitbreiden.
– In Nieuw-Zeeland heeft de vertrekkende premier Jacinda Arden aangekondigd dat ze zich nu zal concentreren op het online bestrijden van ‘extremisme’.
– In ons land wil minister van Justitie en Veiligheid Yeşilgöz-Zegerius de bevoegdheid hebben om (nu nog) organisaties die een afwijkende mening uitdragen, aan te kunnen pakken.
We zien hier een patroon. Degenen die aandringen op censuur van “verkeerde informatie” verspreiden het. Degenen die ‘extremisme’ veroordelen, eisen extreem beleid. En degenen die “haat” aan de kaak stellen, zijn vol van afkeer van hun politieke vijanden (waarvan de partijen natuurlijk ook organisaties zijn). Overheden financieren externe contractanten, bijvoorbeeld ‘denktanks’ of ngo’s, om hun vijanden in een kwaad daglicht te stellen als ‘samenzweringstheoretici’ die ‘extreme denkbeelden verspreiden’ en ‘de democratie schade toebrengen’, zodat ze hen kunnen censureren en uit de weg kunnen ruimen.
Wat er gebeurt, is duidelijk gecoördineerd (we zien hier connecties met het World Economic Forum). Het begint al aardig te lijken op het bestrijden van “pre-crime”-activiteiten zoals de film Minority Report laat zien. Is het ver gezocht te zeggen dat deze beïnvloedingsoperaties tot doel hebben te bepalen welke informatie wij, de burgers, mogen ontvangen en hoe we deze moeten waarnemen?