“We zijn in het Westen teruggekeerd naar wat historisch gezien tirannie zou worden genoemd. Mensen zijn weer overgeleverd aan de genade van regeringen”, zegt schrijver en analist Gregory Copley.
“Democratie is door de geschiedenis heen altijd een vluchtig element geweest”, benadrukt hij. Het is nu aan het verdwijnen en wordt vervangen door een meer autoritair regime dat is gecreëerd onder het mom van een “angstpandemie”.
Copley citeert de voormalige president van de Tsjechische Republiek, Václav Klaus, die bij verschillende gelegenheden heeft gezegd dat “we de Sovjet-Unie niet hebben afgeschaft om een nieuwe te creëren”.
“Toch is dat precies wat er is gebeurd in de EU, de VS, Canada, Australië en elders”, zei Copley. We zien het resultaat van deze “draconische staatsgreep” in ons eigen dagelijks leven (vooral wanneer mensen worden verdeeld in “gevaccineerd” en “niet-gevaccineerd” en hun leven wordt beperkt door de digitale gezondheidspas).
Het verschil tussen West en Oost wordt steeds kleiner. Het is niet zo lang geleden dat het Westen China bekritiseerde vanwege zijn mensenrechtenschendingen, censuur en toezicht, maar nu wordt dezelfde fakkel met enthousiasme doorgegeven aan het Westen dat ooit zwoer bij “vrijheid” en “democratie”.
In zijn eigen boek The New Total War of the 21st Century and the Trigger of the Fear Pandemic, bespreekt Copley de “totale oorlog” die begon in het Corona Center in Wuhan, vanuit een verwesterd perspectief.
“Angst was het oorspronkelijke wapen en de doctrine van de nieuwe totale oorlog en het coronavirus was het kruit dat het kreeg”, zegt Copley. Dezelfde angst wordt nu gebruikt om het machtsevenwicht, de wereldeconomie en de samenlevingen van de grote mogendheden te veranderen.
Copley’s boek gaat ervan uit dat de “nieuwe totale oorlog van de 21e eeuw” begon toen de “laatste totale oorlog van de 20e eeuw” – de Koude Oorlog – eindigde. Hoewel het een totale Koude Oorlog was, was het in wezen een sociale, economische en technologische oorlog met slechts af en toe een gewapend conflict.
De Koude Oorlog leidde tot de nederlaag van de Sovjet-Unie en het Warschaupact, ook omdat het Westen erin slaagde de Volksrepubliek China van de Sovjet-Unie te scheiden. In de periode die volgde werd de Volksrepubliek China echter geen bondgenoot van het Westen, maar een grote overwinnaar in de Koude Oorlog.
De in Australië geboren Copley beweert, net als de Amerikanen, dat China streeft naar ‘wereldwijde hegemonie’ en dat het dit wil bereiken tegen 2049, het jaar waarin de Communistische Partij 100 jaar geleden de macht overnam op het vasteland van China.
Copley negeert echter de rol van de internationale centrale banken in het pandemische spel, waardoor zijn beweringen gedeeltelijk worden afgezwakt en ze klinken als propaganda voor de westerse liberale orde.
Geopolitieke commentatoren en academici hebben de neiging om staten te objectiveren als objecten met verlangens en doelen, terwijl ze vergeten de belangrijkste actoren te identificeren, de mensen die verantwoordelijk zijn voor wereldgebeurtenissen en de effecten ervan.
Als deze mensen buiten beschouwing worden gelaten in de analyse van de wereldpolitiek, ontstaat er slechts een oppervlakkig en onnauwkeurig beeld van de gebeurtenissen, waarin verschillende staten met elkaar concurreren en gekozen politici de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid uitoefenen.
In werkelijkheid worden samenlevingen geregeerd door kleine supranationale kringen, machtige economische eenheden die de macht van hele staten grijpen om hun eigen economische en politieke belangen na te streven.
Het Corona-tijdperk heeft ons ook laten zien dat er geen “good guys” en “bad guys” zijn in de wereldpolitiek, maar dat de politieke leiding van alle landen zich inzet voor hetzelfde sombere Corona-verhaal: bangmakerij, inperking, vaccinatie en dus de promotie van “Groot nieuw begin”.
Degenen die hierop wijzen, worden in de reguliere media nog steeds “samenzweringstheoretici” genoemd, ook al is het niet langer een “theorie” maar een praktijk die voortdurend evolueert en gemakkelijk kan worden waargenomen in samenlevingen.
Copley’s “Pandemic of Fear” is een goede term, maar zijn analyse van China dat wereldheerschappij zoekt met de bedoeling de Amerikaanse protégé in unipolarisme te worden, is niet helemaal overtuigend.
Een meer correcte interpretatie zou zijn dat er een onderlinge overeenstemming bestaat tussen de vertegenwoordigers van de bezittende klasse (vaak “globalisten” genoemd) en de actoren van de verschillende staten over de volgende richting van de wereldorde. Heeft een wereld die afstevent op een financiële crisis niet alleen een panda van leugens maar ook een wereldoorlog nodig om zichzelf te vernieuwen?
In ieder geval lijkt de zakelijke elite, die al bijna alles bezit, tevreden te zijn met de technisch-feodale orde van het Chinese model, dat in naam ‘communistisch’ is maar in de praktijk kapitalistisch en dat het op de achtergrond controleert.